Heksenvervolgingen herdacht met bloemlegging op Gerecht

Afgelopen week werd op veel plekken in Nederland stilgestaan bij de heksenvervolgingen die in de 16e en 17e eeuw plaatsvonden. Daarbij werden vooral meisjes en vrouwen slachtoffer van heksenjachten. Sterke vrouwen werden soms als heks bestempeld en dan liep het doorgaans niet goed af. De vrouwen werden levend verbrand of als ze geluk hadden, eerst gewurgd.

Ook in Leiden vond, voor het eerst, zo’n herdenking plaats. Daar bleek veel behoefte aan. Tientallen vrouwen en een enkele man waren naar het Gerecht gekomen waar de Leidse kunstenaar Roos Tulen met stoepkrijt een heksencirkel had getekend. In die kring werden door de aanwezigen witte bloemen gelegd.

“De heksenjachten zijn de laatste grote historische moordpartij waar we nog lollig over doen”, zegt Hanneke Wessel die de herdenking in Leiden coördineert. “Maar daarmee laten we de kans liggen om een diepe wortel van misogynie te ontbloten. We vragen met deze actie om een fysiek monument in de openbare ruimte.” Er wordt daarbij geijverd voor een Nationaal Heksenmonument. “Dat doen wij vanuit de overtuiging dat de heksenjachten, die verspreid over West-Europa naar schatting zo’n 50.000 tot 100.000 slachtoffers maakten, nog altijd hun schaduw werpen, met name op vrouwen. Zo’n 85 procent van de slachtoffers was vrouw en heksenhaat is dan ook vrouwenhaat.”

In Leiden werden twee vrouwen herdacht die op 24 september 1495 ter dood zijn gebracht. Dat zijn Barbara Wouterdochter en Alijt Machariusdochter. Het is de bedoeling om van de herdenking een jaarlijks terugkerende bijeenkomst te maken.

Leiden Maatschappij