Deel dit bericht!  

Centrumwinkeliers stoppen met koopavond door onveilige situaties

Een flink deel van de winkeliers in het centrum van Leiden voelt zich zo onveilig dat ze gestopt zijn met de wekelijkse koopavond op donderdag. Dat blijkt uit een enquête van Centrummanagement Leiden (CML) onder ondernemers in de binnenstad.

CML wilde meer inzicht krijgen in de veiligheidssituatie in de winkelstraten. Uit de resultaten blijkt een groeiende bezorgdheid onder ondernemers. Veel ondernemers benadrukken de noodzaak van een gecoördineerde aanpak met meer toezicht door de politie en boa’s. Ook pleiten veel winkeliers voor cameratoezicht.

Camera’s
Centrummanager Gijs Holla sluit zich aan bij die oproep. Ook hij zou graag zien dat er in de Haarlemmerstraat camera’s komen om de veiligheid te verbeteren. “Uiteraard moet daarbij de privacy van bewoners en bezoekers worden gewaarborgd.” Volgens Holla wordt met de voorgestelde maatregelen niet alleen het winkelpersoneel geholpen, maar worden ook vrouwen beter beschermd die ’s nachts door de binnenstad lopen.

Koopavond
Van de 49 ondernemers die de enquête hebben ingevuld, geeft 55 procent aan dat ze vorig jaar een onveilige situatie hebben meegemaakt. Vooral in de namiddag en avond vinden geweldsincidenten en winkeldiefstallen plaats. Dat maakte zoveel impact dat een deel van de winkels is gestopt met de koopavond. Daar tegenover staat dat 80 procent zich tijdens de openingsuren wel veilig voelt.

Holla noemt het zorgwekkend dat winkels hun koopavond staken vanwege veiligheidsproblemen. “We moeten samenwerken om de veiligheid aan het einde van de middag en ’s avonds te verbeteren, zodat ondernemers en bezoekers met een gerust hart van Leiden kunnen genieten.”

Overlast
Naast onveilige situaties geeft maar liefst zestig procent van de geënquêteerde winkeliers aan te maken te hebben met overlast in de omgeving van hun winkel. Die wordt voornamelijk veroorzaakt door bedelaars, verwarde personen en zwerfafval. Holla: “We weten dat de gemeente bezig is met het aanpakken van straatintimidatie, maar deze cijfers zijn genoeg aanleiding om daar een schepje bovenop te doen.”