De nieuwe brandweerkazerne aan de Schipholweg in Leiden. (Foto: Willemien Timmers)

Eén brandweer voor Leiden-Noord, Leiderdorp en Oegstgeest: deel 2, gevoelens, feiten en cijfers

Sinds begin 2023 wordt de brandweerzorg in Leiden-Noord, Leiderdorp en Oegstgeest geleverd vanuit een nieuwe kazerne aan de Schipholweg in Leiden, waar het beroepsbrandweerkorps Leiden-Noord 24/7 paraat is. De opening van deze kazerne betekende het einde van de eigen vrijwillige brandweerkorpsen van Leiderdorp en Oegstgeest. Oegstgeest kende 303 jaar vrijwillige brandweer en Leiderdorp 125 jaar.

De veiligheidsregio Hollands Midden besloot de kazernes in Leiderdorp en Oegstgeest af te stoten omdat ze met de opening van de Schipholweg-kazerne overbodig zouden zijn geworden en sluiting een flinke kostenbesparing zou opleveren. De vrijwillige Oegstgeester en Leiderdorpse brandweermensen die dat wilden, konden hun werk voortzetten vanuit de Leidse kazerne, al werd hun inzet qua uren verminderd.

In een serie van drie artikelen kijken we hoe de nieuwe werkwijze is uitgepakt. Zijn de verwachte voordelen op gebied van efficiency en kosten behaald? Merken de inwoners van Leiderdorp en Oegstgeest verschil? Hoe heeft de sluiting van de twee lokale kazernes hun veiligheidsbeleving beïnvloed? En wat vinden de vrijwilligers van hun nieuwe situatie?
In deze tweede aflevering delen we de resultaten van de enquête ‘Eén jaar één brandweer’ die we in januari dit jaar hielden onder de Leiderdorpse en Oegstgeester bevolking, gaan we in op de effecten van de sluiting van de Oegstgeester en Leiderdorpse kazerne op de opkomsttijden van de brandweer en werpen we een blik op financiële kant van het verhaal.

Gevoelens, feiten en cijfers
Leiderdorp en Oegstgeest hebben inmiddels al anderhalf jaar geen eigen brandweerkorps meer binnen hun gemeentegrenzen. Om inzicht te krijgen of het verdwijnen van de eigen brandweer de inwoners heeft beziggehouden en of ze verschil in de brandweerzorg merken, is begin dit jaar via de websites van het Leiderdorps Weekblad en de Oegstgeester Courant een opiniepeiling gedaan.

Via een korte vragenlijst konden de inwoners onder meer aangeven of ze ‘hun’ brandweer missen, of ze vinden dat hun gemeente een eigen brandweer zou moeten hebben en of ze het gevoel hebben dat de brandweerzorg is veranderd sinds het sluiten van de lokale kazernes. Ook werd de inwoners van Leiderdorp en Oegstgeest gevraagd of ze zich zorgen maken over de aanrijtijden nu de brandweer uit Leiden moet komen.

De enquête werd ingevuld door 343 mensen, waarvan 296 uit Leiderdorp en 47 uit Oegstgeest. Het verdwijnen van de lokale brandweer houdt Leiderdorpers blijkbaar meer bezig dan Oegstgeestenaren. Ook het antwoord op de vraag ‘Mist u de lokale brandweer?’ wijst daarop. Veertig procent van de Oegstgeester respondenten kruiste daar ‘ja’ aan. Bij de Leiderdorpse respondenten was dit 65 procent. De redenen die daarbij genoemd werden, hebben vooral te maken met een verminderd gevoel van veiligheid nu de brandweer van verder moet komen.
Degenen die de brandweer nìet missen, wat gold voor ruim de helft van de respondenten in Oegstgeest en ruim een kwart in Leiderdorp, zijn van mening dat de brandweerzorg nu uitstekend geregeld is, met een deskundige beroepsbrandweer die 24/7 paraat is.

Uit de peiling komt duidelijk naar voren dat het verlies van de lokale brandweer in Leiderdorp en Oegstgeest anders wordt beleefd.

Zorgen
Maar liefst zeventig procent van de Leiderdorpse respondenten maakt zich zorgen om de aanrijtijden van de brandweer, nu deze vanaf de kazerne aan de Leidse Schipholweg moet komen. Zeker honderd van hen namen de moeite hun antwoord ook toe te lichten. De zorgen blijken vooral te komen door de verkeersdrukte op de Willem de Zwijgerlaan, die de meest directe route vormt tussen de Schipholweg en Leiderdorp. Daarnaast wordt de Zijlbrug op de grens van Leiden en Leiderdorp vaak genoemd als potentieel knelpunt. “Probeer zelf eens in de spits uit Leiden naar Leiderdorp te komen” en “Als de Zijlbrug in storing staat, zijn we de sjaak”, zo valt te lezen in de toelichtingen.

Ook wijst een aantal respondenten erop dat in de Leiderdorpse wijken die het verst van de kazerne Leiden Noord liggen – de Oranjewijk, het Doeskwartier, Achthoven en ’t Heerlijk Recht – de brandweerwagens uit Leiden echt wat langzamer zijn dan de vrijwillige Leiderdorpse brandweer was. Verder wordt een aantal maal genoemd dat de kans op gelijktijdigheid – de situatie waarin meerdere incidenten tegelijk plaatsvinden – nu groter is. Als de brandweer Leiden-Noord uitgerukt is en er komt een melding uit Leiderdorp binnen, dan moet er een wagen van elders komen en dat betekent een langere aanrijtijd, zo is de vrees.

Bijna tweederde (64,5 procent) van de Leiderdorpse respondenten vindt dat hun gemeente eigenlijk een eigen brandweer zou moeten hebben. Zij wijzen, behalve op potentiële problemen met aanrijtijden, ook op de aanwezigheid van het Alrijne Ziekenhuis, verpleeghuis Leythenrode en de verdiepte A4, waarvoor zij een brandweer ‘om de hoek’ noodzakelijk achten. Daar staat tegenover dat ruim een kwart (27,1%) een ‘eigen’ brandweer absoluut niet nodig vindt. ‘Welke gemeentenaam op de brandweerauto staat is niet relevant, het gaat erom dat de brandweer goed en snel is’, zo wordt opgemerkt.

Leidse brandweer sneller
In Oegstgeest is slechts 37,5 procent van de respondenten van mening dat de gemeente een lokale brandweer zou moeten hebben terwijl ruim de helft (55,2 procent) dat overbodig vindt. Wat betreft de aanrijtijden ziet zo’n zeventig procent van de Oegstgeester respondenten geen probleem. Integendeel, opvallend vaak wordt opgemerkt dat de Leidse brandweer sneller is. Een van de respondenten schrijft: “De uitruktijd, dus de tijd tussen de melding en het moment dat de brandweerwagen wegrijdt uit de kazerne, was bij de vrijwillige brandweer rond de vijf minuten. In die tijd staat de Leidse brandweer al bijna op de stoep.”

Bijna de helft van de Oegstgeester respondenten vindt dat de brandweerzorg veranderd is sinds die geleverd wordt vanuit de kazerne aan de Schipholweg. Gezien het voorgaande is het niet verrassend dat die verandering in hun ogen vaak een verbetering is. “Sneller, professioneler en 24/7 paraat” zijn kwalificaties die in de toelichtingen veel gebruikt worden.

Verschillende beleving
Uit de peiling komt duidelijk naar voren dat het verlies van de lokale brandweer in Leiderdorp en Oegstgeest verschillend wordt beleefd. In Oegstgeest lijkt vooral tevredenheid te bestaan over de nieuwe situatie waarbij de beroepsbrandweer van de buurgemeente 24/7 klaar staat. In Leiderdorp is veel meer ongerustheid over de brandweerzorg in de nieuwe situatie. Die wordt vooral veroorzaakt door mogelijke obstakels in de aanrijroute van de kazerne aan de Schipholweg naar het dorp: de drukke spits op de Willem de Zwijgerlaan en de beweegbare brug op de grens van Leiden en Leiderdorp.

De Leiderdorpse brandweer in actie bij een schoorsteenbrand in 2018. (Foto: AS Media)

Deze zorgen van bewoners geven alle reden om nader te kijken naar de effecten van het sluiten van de lokale kazernes op de opkomsttijd van de brandweer.

Snel genoeg?
De opkomsttijd, de tijd tussen de melding van een incident en het moment dat een brandweerauto ter plaatse is, was ook een bron van zorg in 2014, toen Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM) bekend maakte dat het de bedoeling was de brandweerkazernes van Leiderdorp en Oegstgeest te sluiten zodra het nieuwe onderkomen voor de Leidse  beroepsbrandweer aan de Schipholweg operationeel zou worden. “Hoe zeker is het dat de Leidse brandweer vanuit de nieuwe kazerne bij een noodgeval minstens net zo snel ter plaatse is als onze eigen vrijwillige brandweer?”, wilden de besturen van de twee buurgemeenten toen weten.

VRHM had berekend dat brandweer Leiden Noord in grote delen van Leiderdorp en Oegstgeest sneller aanwezig kon zijn dan de lokale brandweer, een verschil dat kon oplopen tot zo’n vijf minuten. En in de delen waar de lokale tankautospuit de snelste was – in Leiderdorp het deel van de gemeente ten zuidoosten van de A4 (oude dorp, Heerlijk Recht) en in Oegstgeest het noordoostelijk deel van de gemeente (Haaswijk/ Morsebel) – zou de brandweerwagen van Leiden-Noord maximaal een minuut later zijn.

De toenmalige burgemeesters van Leiderdorp en Oegstgeest lieten onderzoeksbureau Antea die berekeningen controleren. De second opinion toonde aan dat de VRHM weliswaar iets te somber was geweest over de prestaties van de Leiderdorpse brandweer – het lokale korps zat als regel een minuut sneller in de brandweerwagen dan de tijd die de VRHM hanteerde – maar dat de opkomsttijden naar locaties in Leiderdorp en Oegstgeest vanuit de kazerne Leiden Noord keurig binnen de norm bleven en de brandweerzorg verantwoord bleef. Voor beide burgemeesters was dat reden om in het najaar van 2014 hun verzet tegen het sluiten van de dorpskazernes op te geven.

Nieuwe prestatieprognose
Het duurde na 2014 uiteindelijk nog acht jaar voordat de kazernes aan de Simon Smitweg in Leiderdorp en de Dorpsstraat in Oegstgeest daadwerkelijk de deuren sloten. In het Dekkingsplan Brandweer Hollands Midden 2022-2025, vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de VRHM in juni 2022, werd op grond van meer recente gegevens en met vernieuwde rekenmodellen nogmaals gekeken naar de verwachte effecten van die sluiting op de brandweerzorg. Voor de Leidse binnenstad waren die zonder meer positief; het gebied waar binnen acht minuten een brandweerwagen op de stoep kan staan zou een stuk groter worden.

Ook het zuidelijk deel van Oegstgeest zou erop vooruitgaan. Hier zou de brandweer in de meeste buurten binnen negen minuten aanwezig zijn. In de rest van Oegstgeest zouden de opkomsttijden ongeveer gelijk blijven. In Leiderdorp zou alleen in het uiterste noorden (de Boterhuispolder) en in het gedeelte ten zuidoosten van de A4 een licht negatief effect te zien zijn op de brandweerprestaties, die wel ruim voldoende zouden blijven.

De Brandweer Hollands Midden concludeerde: “Netto houdt het dus in dat de prestatie in het dichtbevolkte en risicovolle gebied van de binnenstad van Leiden verbetert ten opzichte van een verminderde, maar nog steeds voldoende prestatie in een agrarisch en minder dicht bevolkt gebied.”

Tweederde van de Leiderdorpers die de peiling ‘Eén brandweer’ invulden, gaf aan dat ze de Leiderdorpse brandweer missen. Tien van hen prezen in de toelichting de zichtbaarheid en betrokkenheid van de lokale brandweer. Hierbij werd een paar keer de tweejaarlijkse brandweerdag genoemd. “Het spuitevenement sprak altijd tot de verbeelding van onze kids en maakte hen enthousiast voor het beroep”, schreef een respondent. Op de foto de open dag van de Leiderdorpse brandweer in 2018. (Foto: J.P. Kranenburg)

En nu de realiteit
Maar hoe is het in de realiteit uitgepakt? Is de brandweerzorg in de praktijk adequaat gebleven nu Leiderdorp en Oegstgeest geen eigen kazerne meer hebben? Hoe snel is de brandweer op dit moment daadwerkelijk ter plaatse in deze twee gemeenten? Daarvoor kijken we in eerste instantie naar de cijfers over 2023.

De brandweer Leiden-Noord rukte vorig jaar 90 maal uit naar Leiderdorp en 73 maal naar Oegstgeest voor een incident met de allerhoogste status (een zogeheten Prio 1 melding, waarbij haast geboden is). In Leiderdorp ging het in 13 gevallen om brand in een gebouw, in Oegstgeest in 11 gevallen. Bij de gebouwbranden in Oegstgeest was de brandweer in alle gevallen binnen 9 minuten aanwezig, 8 keer zelfs binnen 8 minuten. In Leiderdorp lag de opkomsttijd 10 van de 13 keer tussen de 6 en 8 minuten. De overige 3 keer werd tussen de 9 en 10 minuten geklokt. In beide gemeenten gold dat de brandweer in verreweg de meeste gevallen sneller was dan de vooraf ingeschatte tijd.

Als de opkomsttijden van de brandweer Leiden-Noord worden vergeleken met die van de lokale brandweerkorpsen van Oegstgeest en Leiderdorp in de 5 jaar voordat ze opgeheven werden, is te zien dat de tankautospuiten vanuit de nieuwe kazerne aan de Schipholweg als regel wat sneller ter plaatse zijn. Natuurlijk is het vergelijkingsmateriaal voor deze conclusie vooralsnog vrij summier, simpelweg omdat er in één jaar maar een beperkt aantal meldingen is waar de brandweer met loeiende sirenes heen moet. Maar de resultaten indiceren toch dat de brandweerzorg zeker niet verslechterd is sinds die geleverd wordt vanuit de nieuwe kazerne Leiden-Noord.

Van twee kanten
Peter Kessels, directeur brandweerzorg VRHM, reageert op de gebleken zorg van de Leiderdorpers. De brandweer heeft maatregelen genomen om er voor te zorgen dat er snel hulp is, ook als er een file op de Willem de Zwijgerlaan staat of als de Zijlbrug geopend is, vertelt hij. “Bij incidenten als een gebouwbrand rukken we nooit met maar één tankautospuit uit. Er gaan altijd minimaal twee tankautospuiten en een autoladder rijden vanuit de kazernes die de snelste opkomsttijd hebben, dus we komen altijd vanaf twee kanten. En op onze vaste aanrijroutes is het nu al een paar jaar zo dat de provincie automatisch een seintje krijgt bij een brandmelding, zodat bruggen op de route dicht blijven. Heeft de brug een storing of is hij net opengegaan op het moment dat de melding kwam, dan hebben we alternatieve routes en is er altijd nog de brandweerauto die vanaf de andere kant komt.”

“Bovendien”, benadrukt Kessels, “wordt momenteel gewerkt aan een nieuw verkeers-beïnvloeding systeem. Nu is er een detectiesysteem in de weg dat reageert op de brandweerwagen. Maar straks creëren we hier onze eigen groene golf. Op het moment dat wij hier uitrukken, gaan zowel richting Oegstgeest als richting Leiderdorp alle lichten op groen. Dat betekent dat het verkeer gaat rijden en de weg vrijmaakt. Dat maakt het nog makkelijker, sneller en veiliger voor ons.” Ook als er gelijktijdig meerdere meldingen zijn waarbij spoed geboden is, kan de brandweer dat aan, verzekert Kessels. “Met onze 45 VRHM-kazernes hebben we in de regio een fijnmazig stelsel. Dus als een kazerne niet beschikbaar is, dan is de volgende eigenlijk altijd wel redelijk dichtbij.”

Ook dit is een brandweerklus: een kat uit de boom halen. (Foto Rob Maljers)

Jammer
Blijft het feit dat in het deel van Leiderdorp ten zuidoosten van de A4 de opkomsttijden van de brandweer iets minder snel zijn dan toen de lokale brandweer nog actief was. De laatste ploegchef van de vrijwillige Leiderdorpse brandweer, Arno Sormani, vindt het nog altijd jammer dat er niet voor gekozen is om de grote kazerne aan de Simon Smitweg in te ruilen voor een kleine brandweerpost met ruimte voor één of twee wagens aan de zuidkant van de gemeente. “Daar was best een plek voor te vinden. Bijvoorbeeld op het hondenuitlaatveldje aan het eind van de Gallaslaan. Dan had de Leiderdorpse vrijwillige brandweer kunnen blijven bestaan en zeker nog zo’n honderd keer per jaar kunnen uitrukken.”

Berekening van opkomsttijden
De opkomsttijd, de tijd tussen het moment dat iemand 112 belt en het moment dat een brandweerwagen op de incidentplaats arriveert, is opgebouwd uit drie onderdelen: de verwerkingstijd van de meldkamer (de tijd tussen het moment dat een 112 melding binnenkomt en het moment dat een brandweerkazerne gealarmeerd wordt), de uitruktijd (de tijd tussen het moment dat de kazerne gealarmeerd wordt en het moment dat de brandweerauto wegrijdt) en de aanrijtijd (de tijd die de brandweerauto nodig heeft om op de plek van de melding te komen).

In de veiligheidsregio Hollands Midden wordt gewerkt met een centrale meldkamer zodat de verwerkingstijd voor alle kazernes even groot is. De uitruktijd verschilt wel behoorlijk per kazerne. In een beroepskazerne zijn de brandweermensen dag en nacht aanwezig en kunnen ze in anderhalve minuut weg zijn. Bij vrijwillige kazernes, zoals Leiderdorp en Oegstgeest die hadden, moeten de vrijwilligers eerst nog naar de kazerne komen. En dat kost tijd. Leiderdorp had in 2014 een gemiddelde uitruktijd van vierenhalve minuut, in Oegstgeest duurde het gemiddeld vijfenhalve minuut voordat de tankautospuit weg kon rijden.

De aanrijtijd wordt berekend aan de hand van een rijroutemodel dat steeds de snelste route als uitgangspunt neemt. In de tijd toen Leiderdorp en Oegstgeest nog hun eigen kazernes hadden, waren bij brand in het eigen dorp de rijtijden voor de lokale brandweerwagens logischerwijze vaak – maar niet altijd – korter dan voor de tankautospuit uit Leiden Noord.

Volgende week het laatste deel van dit drieluik, waarin we focussen op de gevolgen van het verdwijnen van de kazernes in Leiderdorp en Oegstgeest voor de brandweervrijwilligers.

Een centenkwestie?
De veiligheidsregio Hollands Midden besloot in 2014 de kazernes in Leiderdorp en Oegstgeest af te stoten omdat ze met de opening van de Schipholweg-kazerne overbodig zouden worden. Daarnaast zou deze sluiting een flinke kostenbesparing opleveren. Een aantal betrokkenen is er nog steeds van overtuigd dat die kostenbesparing de belangrijkste reden was voor de sluiting van de twee dorpskazernes. Hoe zit het eigenlijk met de financiële kant van de zaak?

Voor een helder begrip over de financiën moeten we terug naar 2009. 24 van de 25 gemeenten van waaruit veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM) toen bestond (Katwijk sloot pas aan in 2013), besloten begin dat jaar om alle brandweerkorpsen onder één bestuurlijke paraplu te brengen. Daaraan koppelden ze meteen een voorwaarde: het budget voor de regionale brandweer moest binnen de zogeheten Cebeon-norm blijven. (Deze norm is het bedrag binnen de algemene uitkering van het gemeentefonds dat gemeenten volgens de berekeningen van onderzoeksbureau Cebeon kunnen gebruiken voor de bekostiging van de brandweerzorg. Dat bedrag verschilt per gemeente, want het is gebaseerd op onder andere de risico’s in een gemeente.)

Probleem was dat in die tijd 21 van de 24 gemeenten meer uitgaven aan hun lokale brandweer dan de Cebeon-norm. Een aantal zelfs veel meer; 12 van de gemeenten overschreden die norm met meer dan 25 procent. Als je alle gemeentelijke brandweeruitgaven over 2009 bij elkaar optelde, kwam daar een bedrag van bijna 43,5 miljoen euro uit, terwijl dat volgens de Cebeon-norm zo’n 37 miljoen euro zou moeten zijn. Gevolg was dat de regionale brandweer een stevige bezuinigingsopdracht kreeg: er moest structureel 16,6 procent aan uitgaven geschrapt worden, wat neerkwam op 6,2 miljoen euro. Deze moeilijke klus moest in 2018 geklaard zijn.

Besparing
In 2014 werd becijferd dat sluiting van de kazernes in Leiderdorp en Oegstgeest een besparing van 436.000 euro per jaar zou opleveren, dankzij het wegvallen van de huurlasten van de kazernes, minder vrijwilligersvergoedingen vanwege een verwachte terugloop van in het aantal vrijwilligers en het afdanken van twee brandweervoertuigen. Dat was in de hele bezuinigingsoperatie natuurlijk mooi meegenomen. De regionale brandweer hoopte die besparing met ingang van 2018 te kunnen inboeken, maar door het uitstel van de bouw van de kazerne aan de Schipholweg kon dat pas in 2023. Evengoed is de volledige bezuiniging gerealiseerd, vertelt Peter Kessels, directeur brandweerzorg van de VRHM, met name door te snijden in het kantoorpersoneel en door bij een aantal kazernes de tweede tankautospuit te schrappen.

Cebeon-min gemeenten
Hoe sterk de potentiële bezuiniging meespeelde bij het besluit om de kazernes in Leiderdorp en Oegstgeest te sluiten, is moeilijk te zeggen. Evenwel is het ironisch om te bedenken dat als alle gemeenten in Hollands Midden voorafgaand aan de regionalisering hun brandweerbegroting net zo goed op orde hadden gehad als Leiderdorp en Oegstgeest, de hele bezuinigingsoperatie niet nodig was geweest. Leiderdorp en Oegstgeest behoorden namelijk tot de kleine minderheid van gemeenten die juist minder aan brandweerzorg uitgaven dan de Cebeon-norm. Leiderdorp zat daar in 2009 14 procent onder (ruim 180.000 euro), Oegstgeest 11 procent (ruim 130.000 euro). De derde zogenoemde Cebeon-min gemeente was Voorschoten (- 5 procent).

Bijplussen
Aangezien iedere gemeente geacht werd het bedrag dat Cebeon voor hen berekende af te dragen aan de regionale brandweer, moesten met name Leiderdorp en Oegstgeest flink bijplussen in de jaren na de regionalisering. De Cebeon-norm steeg ook nog eens stevig in de loop der jaren. Het gevolg was dat Leiderdorp in 2018, het jaar dat de bezuinigingsoperatie afgerond werd, ruim 350.000 euro meer aan brandweerkosten betaalde dan in 2009. Voor Oegstgeest was het verschil bijna 270.000 euro.

Vrijwel alle andere gemeenten gingen na de regionalisering juist minder betalen. Zo lag het prijskaartje voor Noordwijk in 2018 73.000 euro lager dan in 2009, en de bijdrage van Lisse aan de regionale brandweer was in 2018 zelfs bijna 270.000 euro minder dan wat de gemeente in 2009 kwijt was aan de eigen brandweer.

Zuur
Dat juist Leiderdorp en Oegstgeest, gemeenten met relatief lage brandweerkosten, werden aangewezen om hun lokale kazernes te sluiten, maakte het proces voor hen wel extra zuur.

Deze serie wordt mogelijk gemaakt dankzij een subsidie van het Leids Mediafonds.

Advertentie

Leiden Leiderdorp Maatschappij Oegstgeest


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×