Brug open, brug dicht: zomerse drukte bij Leidse haven

Voor fietsers en automobilisten kan het ergerlijk zijn, maar voor bootbezitters is een brug die omhoog gaat uiteraard een zegen. Het is een tafereel dat bij de Leidse zomer hoort als het mooi weer is en pleziervaarders massaal het water opgaan.

Het lijkt deze dagen wel of om de haverklap een Leidse brug omhoog staat. Bij de Schrijversbrug vlakbij de Zijlpoort klopt die inschatting aardig. “Tussen negen uur en half twaalf vanochtend hebben we de brug al 22 keer opengezet zodat het scheepsverkeer erdoorheen kan”, vertelt brugwachter Jan-Paul Kager zaterdag.

Hij zit in het kantoor op de Schrijversbrug vanwaar hij, met zicht op grote schermen, vijf bruggen op afstand kan bedienen. Dat zijn de Stevensbrug, de Haagsche Schouwbrug, de Sumatrabrug, de genoemde Schrijversbrug en de Loviumbrug (voor voetgangers). De laatste drie liggen direct op een rijtje op de vaarverbinding naar de haven van Leiden, oftewel ‘de passantenhaven’.

Is het weleens kielekiele dat een wat lagere boot net niet of net wel onder een brug doorkomt? Jan-Paul Kager: “Wij doen de brug altijd wel op tijd omhoog als het moet. Dat is een kwestie van ervaring.”

Koekeloeren
Er staan enkele fietsers voor de brug te wachten. Wat vinden zij ervan dat de bruggen in Leiden zo vaak opengaan en dat je een tijdje moet wachten totdat je weer verder kunt?

“Het komt voor dat ik op een dag een paar keer voor een brug sta te koekeloeren, heel irritant”, zegt er een. Een ander relativeert het ongemak: “Kom op, er is veel verkeer en we wonen in Nederland. Hier kruisen straten en water elkaar nu eenmaal op veel plaatsen, dus vooral als het mooi weer is, dan heb je dit.”

“Het is heel druk momenteel”, laat Jordy Janssen weten, een van de vier havenmeesters van de Leidse haven deze zomer. Zaterdag liggen er een stuk of vijftig boten in de haven en op de omliggende locaties, zoals het Ankerpark, de Zijlsingel en de Oude Herengracht.

Doerak
“De meeste zijn motorboten en er zijn veel zogenoemde doeraks. Dat zijn een soort varende campers van een meter of tien”, legt hij uit. “Er komen hier zelfs ook schippers uit België en Duitsland en ook Amerikanen.”

De telefoon rinkelt en Janssen neemt op. Of er straks plek is in de haven? “Wat voor boot heeft u? Een sloep? Ja, hoor, we hebben plaats”, zegt hij tegen de schipper over de andere kant van de lijn. “Dan zie ik u vanmiddag”.

Volgens het reglement mogen boten drie nachten in de Leidse passantenhaven liggen.

Leiden Maatschappij Regio Sport