De aanleg van de warmteleiding van WarmtelinQ/Gasunie tussen Rijswijk en Leiden bedreigt het leefgebied van een beschermd waterslakje en daarom moet WarmtelinQ deze diertjes met een schepnetje verhuizen. Ook moet zorgvuldig worden omgegaan met andere dieren die in de knel kunnen komen door de bouw van de pijpleiding die industriële restwarmte uit Rotterdam straks naar Leiden brengt voor de verwarming van woningen.
Voor het tracé Rijswijk-Leiden heeft WarmtelinQ bij de Omgevingsdienst Haaglanden een ontheffing voor de Wet natuurbescherming aangevraagd met het oog op de ‘anisus vorticulus’, oftewel de platte schijfhoren. Dat is een heel klein waterslakje met een plat, schijfvormig huisje. Een Europese richtlijn bepaalt dat deze diersoort een beschermde status heeft. “Wettelijk zijn we verplicht om voor deze soort deze ontheffing aan te vragen. Die is inmiddels afgegeven en in september gepubliceerd”, zo laat woordvoerder Frederique Hermie van WarmtelinQ weten.
Het is niet te voorkomen dat de bouwwerkzaamheden het leefgebied van het slakje verstoren. Om de gevolgen voor dit beschermde diertje zoveel mogelijk te beperken stelt de Omgevingsdienst strenge voorwaarden.
Schepnetje
“WarmtelinQ moet tijdens de aanleg van de pijpleiding in de Oostvlietpolder – daar waar werkzaamheden plaatsvinden – de aanwezige platte schijfhorens met een schepnetje uit de sloot halen inclusief de waterplantjes waar ze op zitten”, vertelt Hermie. “En daarna moeten planten verplaatst en de slakjes weer uitgezet worden. Dat gebeurt verderop in de Oostvlietpolder waar niet gewerkt wordt én waar de leefomstandigheden voor waterplanten en de slakjes hetzelfde zijn.”
In het Leidse deel van het WarmtelinQ-tracé Rijswijk-Leiden houden zich ook andere beschermde dieren op, zoals vleermuizen, weidevogels en ringslangen. Voor werkzaamheden waar deze soorten leven, hoeft WarmtelinQ wettelijk geen ontheffing aan te vragen, maar wel geldt er de wettelijke zorgplicht om te voorkomen dat er nadelige gevolgen optreden voor de soorten of voor hun leefomgeving.
Werkprotocol
Hoe dat gebeurt wordt per gebied vastgelegd in een ‘ecologisch werkprotocol’, gebaseerd op de uitkomsten van verplichte onderzoeken. Het beschrijft met welke maatregelen verstoring van flora- en faunasoorten wordt vermeden. “Bijvoorbeeld door voorafgaand aan het broedseizoen maatregelen te treffen die voorkomen dat weidevogels op werkterreinen en werkwegen gaan broeden”, zegt Hermie. “Of door werkzaamheden zo veel mogelijk overdag uit te voeren en – als dat niet kan – anderskleurige bouwverlichting te gebruiken om te voorkomen dat vleermuizen verstoord worden in hun vliegroutes naar gebieden waar zij foerageren.”
Klimaatdoelen
Hermie onderstreept het belang van de warmteleiding: “WarmtelinQ gaat warmte die vrijkomt uit industrieën in de Rotterdamse haven en die nu nog ongebruikt in de lucht of het water terecht komt, naar Den Haag en Leiden transporteren. Met deze warmte kunnen 120.000 woningen in Zuid-Holland duurzaam worden verwarmd en dit energieproject draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelen voor 2050.”
De verwachting is dat WarmtelinQ in de loop van 2025 met de aanleg van het tracé Rijswijk-Leiden kan beginnen en dat het in 2027 wordt opgeleverd.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907