'Elektriciteit niet meer vanzelfsprekend: grens is bereikt'

Nederland zucht onder het fenomeen netcongestie en Voorschoten is daarop bepaald geen uitzondering. Vooral voor bedrijfspanden is er niet genoeg elektriciteit en wordt er gekeken naar alternatieven. “Elektriciteit is niet meer vanzelfsprekend”, zeggen de experts. Maar er zijn wel hulpmiddelen. Daarom organiseerde de gemeente dinsdag een informatieavond over zonne-energie op grote daken. De belangstelling was groot.

Nederland moet van het gas af. Elektriciteit opwekken is inmiddels geen probleem meer met onder andere zonnepanelen, zonneweides en windturbines. Pas daarna gaat het fout want die elektriciteit moet getransporteerd worden via kabels en transformatorhuisjes. “En daar is geen ruimte meer”, lieten vertegenwoordigers van netbeheerder Liander weten.

“Zowel bovengronds als ondergronds zit er een grens aan wat er aan elektriciteit doorheen gestuurd wordt. Die grens is eind vorig jaar bereikt.” Uitbreiding van het netwerk gaat niet snel genoeg omdat er simpelweg niet genoeg gespecialiseerd personeel is. En voorlopig blijft dat ook nog zo. “Zeker tot 2032”, zo verwacht Liander. Het bedrijf is ondertussen bezig met het verkrijgen van meer inzicht in het verbruik. Dat gebeurt door het ophalen van data van onder andere slimme meters.

Energyhubs
Een van de oplossingen zou een energy hub kunnen zijn, waarbij duurzame energie lokaal uitgewisseld wordt. Een ondernemer uit Hendrik-Ido-Ambacht heeft daar ervaring mee. De zonnepanelen op zijn metaalbewerkingsbedrijf leveren veel meer elektriciteit op dat hij nodig heeft. “Met mijn buurman die een vleesverwerkingsbedrijf heeft en veel meer elektriciteit gebruikt, ben ik om de tafel gaan zitten. Hoe kunnen we dat onderling oplossen, want ik kan niet zomaar aan hem leveren.” Meerder ondernemers bleken geïnteresseerd en er werd een lokale coöperatieve energiehub opgericht. De deelnemers nemen een abonnement af en een systeem houdt het verbruik bij. De experts vinden wel dat een energyhub vooral een hulpmiddel is en geen oplossing.

Dobbewijk
Voor aannemer Coen den Hollander is het toch een interessante ontwikkeling. Zijn bedrijf is gevestigd op industrieterrein Dobbewijk dat wordt gerund door een BIZ. Dat staat voor Bedrijven Investeringszone. “Wij zijn al een poosje naar een energiehub aan het kijken”, vertelt hij.

“De Dobbewijk is een congestiegebied, nieuwe aansluitingen zijn lastig. We redden het nog wel een paar jaar, maar hoe gaat het over vijf jaar? Daar willen met alle ondernemers en wellicht de bewoners in de wijk naar kijken. De BIZ heeft al een goede overlegstructuur. We hebben een parkmanager en zitten al in een groep. Concrete voorstellen zijn er nog niet, maar onze aanwezigheid hier vanavond is een eerste stap. We gaan er zeker mee door.”

Aannemer Coen den Hollander over de netcongestie in de Dobbewijk.

Meten is weten
Maar eerst en vooral is het belangrijk om te weten waar de pieken zitten in het elektriciteitsverbruik. “Meten is weten”, zegt een vertegenwoordiger van ingenieursbureau Stantec. Het bedrijf geeft ondernemers advies door het verbruik te analyseren. “Wij zien dan dat er grote verschillen zijn in het energiegebruik. Te hoge pieken aan de ene kant en diepe dalen ’s avonds en in het weekend. Waar kunnen we die hoge pieken verminderen. Soms is dat helemaal niet zo moeilijk. Dan is een eenvoudige tijdklok voor een grote afwasmachine voldoende om deze ‘s nachts te laten draaien als het energieverbruik toch al laag is. Het is maar één van de voorbeelden hoe je energieverbruik efficiënter kunt indelen.”

Beresteyn
De netcongestie beperkt zich niet tot bedrijven. Eind vorig jaar bleek nog dat de oplevering van nieuwbouwproject ‘Park Beresteyn’ zes maanden vertraging oploopt omdat er geen elektriciteit geleverd kan worden. Daar is een extra transformatorhuisje voor nodig. “De projectontwikkelaar heeft de vergunning te laat aangevraagd”, zegt de vertegenwoordiger van Liander. “Tot een paar jaar geleden was die periode zes maanden, maar dat is inmiddels opgelopen tot bijna drie jaar. Maar ook hier zijn wellicht oplossingen te bedenken.”

Wethouder Hubert Schokker verwacht dat het uiteindelijk wel goed komt.

Samenwerken
“We hebben echt een probleem”, zegt wethouder Schokker. “Er is te veel vraag en te weinig aanbod. Dat gelijktrekken is geen eenvoudige opgave en we zijn aan het pionieren, want in Nederland hebben we dit nog niet eerder meegemaakt. Tegelijkertijd moeten we ons ook niet laten verlammen. De oplossingen die werden aangedragen, zijn interessant. Maar dat kan je allemaal niet alleen, je hebt steun nodig van de netbeheerder, de gemeente, de banken. Het komt echt goed, maar dat gaat niet vanzelf. Er is werk aan de winkel.”

Nieuws Voorschoten