Bijna vier jaar na de vernietiging van het bestemmingsplan Oostvlietpolder door de Raad van State, in augustus 2001, is het bestemmingsplan Oostvlietpolder woensdag opnieuw bij de Raad van State gesneuveld. Toen de gemeente Leiden dit nieuwe bestemmingsplan begin 2003 met veel tamtam presenteerde, waren de verantwoordelijke wethouders Geertsema en Hillebrand er nog van overtuigd dat het plan deze keer de eindstreep zou halen. De gemeente Leiden had volgens de wethouders haar huiswerk zo goed gedaan dat het vrijwel uitgesloten was dat iemand nog een speld tussen de plannen van de gemeente zou kunnen krijgen. “Natuur, recreatie én bedrijvigheid zijn landschappelijk goed ingepast in de waardevolle Oostvlietpolder en de verschillende belangen zijn in evenwicht”, aldus de wethouders in de nieuwsbrief Oostvlietpolder van januari 2003.
De Vereniging Vrienden Oostvlietpolder (VVO) was (en is) daarvan niet overtuigd en heeft er vanaf het begin op gewezen dat ook het nieuwe bestemmingsplan in strijd is met hogere regelgeving: het Rijksbufferzone- en Groene Hart beleid. In een rapport van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak van 15 december 2003 (ruim een maand vóórdat het bestemmingsplan door de Leidse gemeenteraad werd vastgesteld) werd dit ook overduidelijk bevestigd. De inhoud van dit rapport bereikte de Leidse gemeenteraad pas na de vaststelling van het bestemmingsplan ondanks dat wethouder Hillebrand al vóór de vaststelling op de hoogte was van dit rapport.
Andere bezwaren van de VVO waren dat de gemeente Leiden slecht had onderbouwd waarom er nu eigenlijk een industrieterrein in de Oostvlietpolder nodig was en dat het bestemmingsplan te veel onduidelijkheden bevatte: De ontsluiting van het geplande industrieterrein was niet goed geregeld, de uiteindelijke omvang van het industrieterrein werd opengelaten, de reserveringen voor de natuur waren strijdig met andere reserveringen, zoals die voor de N11-west en de gevolgen voor de luchtkwaliteit waren onvoldoende onderzocht. Kortom, het nieuwe bestemmingsplan getuigde niet van een goede ruimtelijke ordening en daar gaat het bij bestemmingsplannen nou juist om.
“Helaas was de gemeente Leiden er van overtuigd dat hier wél sprake was van een goede ruimtelijke ordening voor de Oostvlietpolder en werden de bezwaren van de VVO wel aangehoord maar niet gehonoreerd,” zo schrijven ‘de vrienden’ in een persverklaring. “Vragen van politieke partijen aan het college werden weggewuifd met sussende woorden; tegen alle adviezen en rapporten in bleef het college volhouden dat dit bestemmingsplan uitgevoerd zou worden en dat de VVO niets te winnen had met haar procedures.”
De Vereniging Vrienden Oostvlietpolder is blij met de uitspraak van de Raad van State met name omdat het beroep geheel gegrond is verklaard. Tegelijkertijd is de VVO ook teleurgesteld dat de gemeente Leiden ondanks alle bezwaren opnieuw een bestemmingsplan heeft gemaakt dat geen recht doet aan de waardevolle Oostvlietpolder. “Dit vernietigde bestemmingsplan heeft heel veel geld gekost (zeer recent is nog tussen de 8 en 9 miljoen euro uitgegeven voor de aankoop van 50 hectare grond) en zorgt er voor dat de onzekerheid voor het gebied en alle betrokkenen steeds maar blijft voortduren.”
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907