Coalitie sluit rijen; wethouder Steegh mag blijven

Tijdens een urenlang spoeddebat over de rol van GroenLinks wethouder John Steegh in de zogenaamde ‘Warenhuis-affaire’ maakten oppositiepartijen D66, SP, Leefbaar Leiden, de Stadspartij Leidens Ontzet en de ChristenUnie duidelijk dat ze geen vertrouwen meer hebben in Steegh. De wethouder liet eind vorig jaar een onderzoek instellen naar onregelmatigheden bij het regionale kringloopbedrijf. Daarbij werd volgens Steegh ook de rol van de directie en van de wethouder zelf onderzocht. Dat blijkt niet het geval. Conclusie van D66, de partij die ook het spoeddebat aanvroeg: de wethouder heeft de raad misleid. Steegh neemt afstand van die kwalificatie en kreeg steun van coalitiepartijen PvdA, VVD, CDA en zijn eigen partij GroenLinks.

De antwoorden van Steegh overtuigden D66 niet, waarop die partij een motie van wantrouwen tegen Steegh indiende. D66-fractievoorzitter Paul van Meenen: “Leiden kan zich geen wethouder permitteren die in zo’n kwaad daglicht staat. Het komt ook niet meer goed.” De motie werd gesteund door een raadsminderheid van D66, SP, CU, LL en SLO. Een tweede motie van D66, waarin werd opgeroepen om alsnog onderzoek te doen naar de rol van bestuur (Steegh) en directie van de Gevulei, kreeg de steun van dezelfde partijen en werd dus ook verworpen. Dat feitenonderzoek komt er wel, maar wordt nu door de burgemeester ingesteld en niet door een raadscommissie, zoals de oppositie wenste.

Zowel Steegh zelf als de collegepartijen zeggen blij te zijn met een nieuw onderzoek waarin expliciet de rol van Steegh en de Gevulei-directie wordt onderzocht. Steegh: “Ik wil dat dit goed wordt uitgezocht anders zit ik hier als half-integere wethouder en dat wil ik niet zijn”.