Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft nieuwe cijfers bekend gemaakt over de particuliere doorsnee vermogens van huishoudens. Hieruit blijkt dat ondanks een lichte toename van de vermogens bij Leidse huishoudens, het gemiddeld nog ver onder het landelijk, provinciaal en regionaal berekende doorsnee vermogen ligt. Dat komt voornamelijk door de sociale samenstelling van de Leidse bevolking.
In 2018 bedroeg het doorsnee vermogen van Leidse huishoudens 14,3 duizend euro, een stijging van 5,6 duizend euro ten opzichte van 2016. De toename komt vooral door de waardestijging van woningen. Het doorsnee vermogen in Leiden staat in schril contrast met de directe buurgemeenten. Het CBS berekende dat huishoudens in Zoeterwoude een doorsnee vermogen hebben van 169,5 duizend euro. Het landelijke doorsnee vermogen is 38,4 duizend euro. Voor Zuid Holland is dat 24,5 duizend euro.
De vermogensongelijkheid tussen Leiden en de omliggende gemeenten wordt veroorzaakt doordat er relatief veel studenten, jongeren, uitkeringsontvangers en personen met een niet-westerse migratieachtergrond in de stad wonen, met aanzienlijk minder vermogen. In gemeenten waar het doorsnee vermogen relatief hoog is, zoals Zoeterwoude, maar ook Oegstgeest (157,4 duizend euro) en Voorschoten (130,3 duizend euro) is de lokale vermogensongelijkheid veelal betrekkelijk laag. Het zijn gemeenten waarin naar verhouding veel ouderen wonen die gedurende hun leven een vermogen hebben kunnen opbouwen. Het CBS berekende dat huishoudens in Leiderdorp een doorsnee vermogen van 82,4 duizend euro hebben.
Het doorsnee vermogen is gelijk aan het middelste vermogen wanneer de vermogens van alle particuliere huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt. Dat wil zeggen dat de helft van de huishoudens meer en de andere helft minder vermogen bezit.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overige onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Grote verschillen zijn er in het doorsnee vermogen van huishoudens met een eigen woning en huishoudens met een huurwoning. Het landelijk doorsnee vermogen van huishoudens met een eigen woning bedraagt 162,3 duizend euro. Voor huishoudens met een huurhuis is het doorsnee vermogen 2,3 duizend euro. In Leiden is de verhouding doornsnee vermogen van de ongeveer 25.800 huishoudens met eigen huis versus de 39.500 huishoudens met een huurwoning: 199,3 tegenover 1,5 duizend euro.
De cijfers van het CBS laten zien dat het doorsnee vermogen van huishoudens met een huurhuis dalen. In de gemeente Leiden, Oegstgeest en Zoeterwoude daalde het vermogen met gemiddeld vijftien procent ten opzichte van 2016. Een kleine toename van het doorsnee vermogen in Leiderdorp en Voorschoten met ongeveer twee procent.
Huishoudens met een eigen huis zien het doorsnee vermogen fors toenemen. Een belangrijke factor van deze stijging is de waarde (het vermogen) van de eigen woning. Daarnaast merkt het CBS op dat huiseigenaren het vermogen ook zien toenemen bij andere vermogensbestanddelen. Het doorsnee vermogen van huishoudens met een eigen woning is sterk afhankelijk van de woningmarkt. De afgelopen jaren laat de woningmarkt na een flinke dip in 2013, een stijgende lijn zien.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907