Misschien verwacht u het niet, en misschien ook wel. Vakbond FNV houdt geregeld discussie- en voorlichtingsavonden over onderwerpen die verder reiken dan ‘de vakbond en de vakbondsstrijd’. Afgelopen woensdagavond bijvoorbeeld kwamen zo’n vijfentwintig mensen bijeen aan de Rooseveltstraat 55a voor een discussie over het basisinkomen. Daarover moet in 2022 een advies worden uitgebracht aan het FNV-congres van 2022. Het gaat om “een beleidsvoorstel dat breed wordt gedragen”. Als er iets is wat de avond in Leiden duidelijk maakte, is het wel dat zoiets als een basisinkomen ongelooflijk veel facetten en vooral implicaties heeft.
Definitie
Het is heel wel mogelijk de conclusie te trekken dat de discussie over het basisinkomen een rommeltje was. Inleider Yde van der Burghs betoog werd geregeld onderbroken door vragen en opmerkingen. Niet omdat hij zo onduidelijk was of zijn verhaal enorm controversieel. Zijn werkdefinitie van basisinkomen is helder: periodiek uitgekeerd, je moet er sóber van kunnen leven, hij moet generiek zijn, individueel, onvoorwaardelijk en zonder gespecificeerd doel worden uitbetaald. Daar begonnen de vragen meteen al. Wat is sober? Wat als je bijzondere omstandigheden kent die dit inkomen te laag maken? Van der Burgh stelde dat voor de FNV “geen doel op zich is, maar een instrument om werk, inkomen en kapitaal eerlijker te verdelen”. Overigens ligt er nu ook een voorstel van FNV Uitkeringsgerechtigden waarin een analogie met de AOW wordt gevolgd – meerpersoonshuishoudens krijgen minder – en een nadrukkelijker in stand houden van sociale zekerheidsaspecten.
Omwenteling
Dat was wat de hele avond speelde. Het basisinkomen kun je feitelijk niet geïsoleerd bekijken. Eén van de aanwezigen concludeert dat eveneens “de oplossing ligt niet alleen bij een basisinkomen. Er is veel meer”. Voor hem zijn dat bijvoorbeeld de effecten van de virtuele (beurs)economie op de reële. De race naar ‘meer, meer, groei, groei’ en de prikkel om met beursgeld méér geld te maken en bedrijfsinvesteringen te verslonzen. Anderen wijzen andere mogelijke effecten. Dat kan gaan over verdringing, maar ook over de vraag wie dan uiteindelijk tegen welk salaris het ‘vieze en ongewenste werk’ gaat doen. Het gaat ook zeer zeker over mensbeelden: hoe denk je dat ‘de mens’ in elkaar zit en reageert.
Gedrag
Van der Burgh wijst op de overeenkomsten met de emancipatiediscussie uit de jaren zestig en zeventig. Ook nu “een felle, onoplosbare discussie over wat mensen dan gaan doen”. Dat bleek woensdagavond ook. Een gedachte-experiment over tijdbesteding uitgaand van een basisinkomen, blijkt moeilijk; er komen ook meteen een hele hoop vragen over het hoe en wat. Waar de een vrijwilligerswerk zal gaan doen, de ander mínder wil gaan werken, zijn er ook mensen die echt helemaal níets willen gaan doen (na een intensieve mantelzorgperiode overigens) of meer actie zullen voeren (“om dat basisinkomen véilig gesteld te houden én te verhogen”). Terecht stelt Van der Burgh vast dat de meeste mensen kiezen voor een oplossing die zal leiden tot minder spanning, minder stress. Een richting die eigenlijk alle onderzoeken naar basisinkomen-experimenten aangeven. Ook in de zaal valt dat terug te horen: lagere kosten voor de zorg, lagere kosten voor criminaliteitsbestrijding.
Gevolgen
Alles duidt er op dat met basisinkomen een veel ingrijpender maatschappelijk discussie wordt gevoerd. Niet voor niets komen er vragen voorbij over de hoogte, over de individualisering, over hypotheken en de wurggreep van banken, over eerlijk verdelen en progressieve belastingtarieven. Wie begint te denken over een basisinkomen, is binnen de kortste keren bezig de samenleving te herontwerpen; zal althans ook in aanraking komen met veel meer aspecten dan die ene vraag: wat als iedereen persoonlijk een gegarandeerd sober inkomen krijgt? John van Oostrom – die later op de avond aandacht vroeg voor het Leids armoedebeleid – wees er bijvoorbeeld dat “verwacht zou kunnen worden dat vervuiling afneemt, omdat het smerig werk dat daarbij hoort veel duurder zal worden”. Ook kunnen gevolgen worden verwacht in de samenlevingsvormen: samenleven wordt niet per sé afgestraft door kortingen. Wat ook voorbij kwam is de vraag naar het financiële systeem. Zou daar niet ook een en ander moeten veranderen? Sterker, moet het niet worden vervangen door een (weer) op ruil gebaseerd systeem? Het zal duidelijk zijn: op dat moment ruiken tegenstanders hun kans om te beweren dat het véél te veel is om voor elkaar te krijgen.
Lastig
Het gáát ook ver. Geld is zó verweven met de samenleving dat een wijziging meteen ook een hele her-oriëntatie op dat weefsel dat samenleving heet, inhoudt. Zo bekeken is (de discussie over) het basisinkomen niets anders dan een effect van een nieuwe maatschappij-inrichting. Dat zou meteen verklaren waarom de experimenten tot nu klein, voortijdig gestopt en vooral vaak onvolkomen zijn. In Nederland wordt bijvoorbeeld wel geëxperimenteerd met andere regimes in de Participatiewet, maar zónder aanpassing van alle andere factoren buiten bereik van die wet. Dat zal evaluatie bemoeilijken. Een evaluatie die al complex wordt omdat verschillende onderzoeksinstituten de experimenten onderzoeken, vertelt Van der Burgh.
Maatschappijvisie
Het zal lastig worden voor de FNV. Het is een ‘poe, poe’-discussie-avond, vanwege de weidsheid. Maar zoals gezegd: misschien is júist die weidsheid wel het belangrijkste signaal en de interesse voor het basisinkomen eveneens een indicatie voor andere maatschappijvisies. Want zoals één van de aanwezigen halverwege de discussie al opmerkte: “we hebben deze (bestaande, JvdS) structuur zelf gewild door deze politieke partijen aan de macht te helpen”. Maar, werd óók opgemerkt, “de invoering van de AOW is ook gelukt. Die was ook zo omstreden (op het punt van effecten op het gedrag van mensen, JvdS) en is toch in heel korte tijd ingevoerd”.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907