Vier maanden cel wegens hulp bij verbergen lichaam vermoorde vrouw

Een 51-jarige man uit Leiden gaat als het aan de officier van justitie ligt vier maanden de cel in voor zijn aandeel in het verbergen van het lichaam van een 44-jarige vrouw uit Epe. De vrouw werd in juli 2018 vermoord door een vriend van de man die gisteren bij de rechtbank in Den Haag voor het hekje stond. Na de moord verborgen de twee mannen het lichaam in een sloot langs de Stevenshofdreef. De dader van de moord pleegde zo’n twee maanden nadat hij werd opgepakt zelfmoord in zijn cel. Hij had zijn daad toen al bekend.

De politie kwam de moord op het spoor toen de verdachte Leidenaar zich op 30 juli 2018 bij de politie meldde. Hij vertelde dat een vriend diens vriendin om het leven had gebracht en wees vervolgens aan waar het lichaam was verstopt. Hij verklaarde destijds tegenover de politie dat hij had geholpen om het lichaam te verbergen. Enkele uren later werd in de betreffende sloot inderdaad het stoffelijk overschot van de vrouw aangetroffen. Het ging om een 44-jarige vrouw uit Epe die toen al enige tijd werd vermist.

De man die gisteren voor de rechter stond wegens hulp bij het verbergen van het lichaam heeft zijn verhaal inmiddels flink afgezwakt. Hij zou slechts een hekje hebben opengehouden toen zijn vriend het lichaam van de vermoorde vrouw in een kruiwagen naar de sloot reed. Daar gelooft het Openbaar Ministerie niks van. De dader van de moord heeft eerder verklaard dat het juist de verdachte was die met het initiatief was gekomen om het lichaam te verstoppen. Inclusief de plek om dat te doen. Uit onderzoek is gebleken dat de telefoon van de verdachte meerdere in de buurt van de sloot was. Dat ondersteunt de verklaring van de vriend, dat verdachte ook later nog heeft geholpen om het lichaam verborgen te houden. Ze dekten het meerdere keren opnieuw af met kroos, klei en takken. Ook zou de verdachte erin hebben geprikt met een mes, om te voorkomen dat het lichaam kwam bovendrijven.

“Wat deze verdachte heeft gedaan, is vreselijk,” zei de officier van justitie gisteren in de rechtszaal. “Hij heeft zijn vriend geholpen het lichaam weg te werken, op een zeer respectloze manier. Hij heeft haar in een vieze sloot gegooid en bedekt met nog meer viezigheid. En alsof dat niet genoeg was, heeft hij haar lek geprikt alsof ze een ballon was, en geen mens.” De verdachte kreeg ook het verwijt dat hij pas tweeënhalve week na de moord naar de politie is gegaan. “U hield daardoor de nabestaanden langer dan nodig in onzekerheid.” De verdachte zette die stap pas nadat zijn reclasseringswerker erop aan had gedrongen.

Als verzachtende omstandigheid geldt dat zonder de melding van de verdachte het lichaam van de vrouw waarschijnlijk nooit gevonden zou zijn. “Ze was namelijk heel goed verstopt,” aldus de officier van justitie. Toch vond ze dat de verdachte op meerdere momenten kwalijke handelingen heeft verricht. “Daarvoor is een gevangenisstraf op zijn plaats.” Ze vroeg de rechters een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van zes maanden, waarvan twee voorwaardelijk. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.

112 Sleutelstad Leiden Moord Stevenshofdreef