Het stoffelijk overschot van de gewurgde Nataschja uit Epe werd op 30 juli 2018 gevonden in een sloot aan de Stevenshofsdreef bij het spoor in Leiden. Ze lag er toen al 2,5 week. Het lijk was bedekt met modder en kroos. De C. tipte de politie nadat zijn geweten begon te knagen. Zijn vriend, de partner van de vermoorde vrouw, werd toen aangehouden voor de wurging van de vrouw. In zijn cel maakte hij een eind aan zijn leven.
De C. werd aangeklaagd omdat hij zijn vriend zou hebben geholpen bij het wegmaken van het lichaam. De officier van justitie meende dat de Leidenaar daarbij een belangrijke rol had. Hij zou niet alleen het hek hebben opengehouden, maar daarvoor ook hebben meegedacht over een verstopplaats. Hij zou bovendien een dag nadat het lijk was gedumpt, er nog een keer in hebben geprikt, toen het boven kwam drijven. De officier van justitie eiste tijdens de strafzitting zes maanden cel, waarvan twee maanden voorwaardelijk.
Achtervolgd door zaak
De rechtbank vindt alleen bewezen dat De C. het hek heeft opengehouden en op de uitkijk stond. ‘Hij was ook niet betrokken bij haar dood’, zei de rechter donderdag bij de uitspraak. Toch zou De C. nog achtervolgd worden door de zaak. Hij wordt nageroepen als moordenaar en bedreigd. De rechtbank heeft daar, bij de vaststelling van de straf, ook rekening mee gehouden.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907