Deel dit bericht!  

Stadsdichter eert vloot Leidse Rederij met gedicht 'Waterlanders'

De Leidse Rederij had zich voor de start van het vaarseizoen geen beter weer kunnen wensen. In Leiden schoot in het weekend het kwik omhoog tot bijna 20 graden Celsius en de zon scheen uitbundig. Maar ook voor dit feestje moesten alle uitnodigingen worden ingetrokken. Stadsdichter Marianne van Velzen schreef daarom het troostgedicht ‘Waterlanders’ waarin alle namen van de schepen van de Rederij voorbijkwamen.

Het eerste weekend van april is traditiegetrouw het moment dat alle boten en schepen de trossen losgooien en het water in Leiden en omgeving opzoeken. Maar het zonovergoten water bleef dit weekend leeg. De rondvaartboten van de Leidse Rederij liggen aan de ketting. Van Velzen houdt in haar gedicht de moed er nog in dat er wellicht binnen afzienbare tijd toch weer gevaren kan worden. ‘Cocosmacronen op zeebenen houd vertrouwen’, zo luidt de laatste regel van de een-na-laatste alinea, ‘over 1,5 maand ligt het water er nog.’ Staand op de Sodeju bracht Van Velzen haar ode ten gehore.