Sporten met coronamaatregelen vraagt om creativiteit en vrijwilligersinzet

Buitensportverenigingen heropenden gisteren de deuren voor de jeugdleden. In korte tijd werden er uitgebreide plannen geschreven om rekening te houden met de verplichte coronamaatregelen waardoor de jeugd veilig de velden op kon. De uitvoering vraagt om veel inzet en creativiteit van veelal vrijwilligers die de verenigingen draaiende houden. Hun inzet wordt echter beloond door dolblije kinderen die eindelijk weer hun sport kunnen beoefenen.

De regel is dat jeugd tot en met 12 jaar ‘gewoon’ mag sporten zonder afstand van elkaar te houden. Jeugd van 13 tot en met 18 jaar mag ook weer samen sporten, maar wel met anderhalve meter afstand. De clubhuizen en kleedkamers moeten nog gesloten blijven. Voor verenigingen betekent dat meerdere aanpassingen aan het normale verenigingsleven.

Routes
De maatregelen beginnen al buiten de accommodatie. Veel verenigingen hebben speciale routes aangelegd om te zorgen dat er geen grote groepen bij elkaar komen. Bij voetbalvereniging Lugdunum wordt er gebruik gemaakt van verschillende ingangen en hebben alle teams instructies gekregen waar de kinderen moeten verzamelen, op welk veld ze trainen en hoe ze daar komen. Vrijwilligers zorgen dat de kinderen de juiste route lopen en dat de ouders op de parkeerplaats wachten. “Dat gaat eigenlijk heel goed”, zegt jeugdsecretaris Fred van der Pluijm. “Het terrein is met linten afgezet en we hebben vrijwilligers die alles in goede banen leiden.”

Bij Tennis- en Padelvereniging Unicum is voor het overzicht juist één van de ingangen buiten gebruik om het overzicht te houden. “Nu komt iedereen binnen via de ingang die langs het clubhuis loopt”, vertelt voorzitter Rudy van Zijp. “Zo hebben we goed overzicht op wie er allemaal binnen is.”

Vrijwilligers
Omdat de groepen bij Unicum kleiner zijn dan bijvoorbeeld bij een voetbalvereniging, is er naast de trainers alleen een extra toezichthouder aanwezig. Bij Lugdunum zijn er naast de trainers nog vijf tot zeven extra mensen nodig om alles te organiseren, van het aangeven tot de routes tot het schoonmaken van de materialen. Van der Pluijm: “Het is voor ons echt veel meer werk en het vraagt een hoop tijd. Maar voorlopig gaan we dit zo volhouden zodat de kinderen weer lekker kunnen sporten.”

Trainen op afstand
Voor het trainen op afstand worden af en toe de meest creatieve oplossingen gevonden. Zo is de padelbaan bij Unicum opgedeeld in twee vakken met daartussen anderhalve meter om de spelers van 13 tot en met 18 jaar uit elkaar te houden tijdens het spel. Van Zijp: “Met zuignappen aan de wanden zijn er draden over het veld gespannen. Dat heeft een van onze trainers bedacht en nu heeft zelfs de bond er interesse in. Het is een briljante oplossing.”

Bij Lugdunum is besloten dat teams bestaande uit 12 én 13-jarige spelers, in zijn geheel trainen als 12-plussers. Met pionnen wordt aangegeven hoe ver ze uit elkaar moeten staan en de trainers hebben de oefeningen afgestemd op de maatregelen. “De spelers houden zich er goed aan”, vertelt Van der Pluijm. “We hebben maar een paar keer moeten waarschuwen. Ze missen alleen wel het partijtje aan het eind van de training.”

Materialen
Beide verenigingen hebben ook maatregelen genomen om de materialen corona-vrij te houden. Zo is er bij Lugdunum een heuse wasstraat in gebruik genomen. Trainers geven voor de training aan welke materialen ze nodig hebben en leveren ze ook na de training weer in. Vrijwilligers die normaal in de kantine achter de bar staan, zetten zich nu in om alle materialen te reinigen.

Bij Unicum krijgen de kinderen een handschoen aan waarmee ze de bal mogen pakken. “Ze gaan er goed mee om en vinden het eigenlijk wel grappig”, aldus Van Zijp.

Dolblij
Al het extra werk is het dubbel en dwars waard volgens beide heren. Van der Pluijm: “De kinderen vinden het geweldig dat ze eindelijk het veld weer op kunnen, zeker die kleintjes die lekker alles mogen doen. Daar doen we het uiteindelijk voor. Je ziet wel dat hun conditie hard achteruit is gegaan. Ze waren allemaal hartstikke moe.”

Bij Unicum beginnen de reguliere trainingen volgende week weer. Deze week is er vrij spel en worden er clinics gegeven. “Je ziet dat de leden die nu komen het echt hebben gemist. De trainers zijn ook dik tevreden. Volgende week verwacht ik ook nog meer kinderen, ze moeten er even aan wennen dat het weer mag. Het moet weer in de normale routine komen.”

Aan de oproep van de regering en de gemeente om ook sport aan te bieden voor niet-leden heeft Unicum meteen gehoor gegeven. Er zijn al flyers uitgedeeld in de buurt om ook andere kinderen aan te moedigen te komen tennissen of padellen. De eerste aanmeldingen druppelen inmiddels binnen. Van Zijp sluit af met een oproep: “Komt allen!”

.

Leiden Sport Coronacrisis