In de aanloop naar de coronacrisis is veel mis gegaan, “maar daarna heeft het kabinet-Rutte de crisis behoorlijk goed aangepakt”. Dat zegt Roel Bekker, oud-topambtenaar bij het ministerie van Volksgezondheid (VWS) en emeritus hoogleraar bestuurskunde bij de Leidse universiteit. Maar het moeilijkste stuk komt volgens hem nog.
“Dat had niet zo gemoeten.” Die uitspraak moeten politici nogal eens doen. En het is ook de titel van een lijvig boekwerk dat Bekker in maart uitbracht. Hij nam negen jaar geleden afscheid van de overheid en ging in 2014 met pensioen als hoogleraar, maar het onderwerp blijft hem boeien. Dus bespreekt hij een lange rij voorbeelden van overheidsfouten, blunders en –mislukkingen en laat zien hoe het zo vaak mis kan gaan: tunnelvisie, slechte samenwerking tussen ministeries, blinde vlekken.
De coronacrisis komt in het boek niet voor; die begon pas toen het boek al klaar was. Maar ook als het boek nú naar de drukker zou gaan, was het nog niet zeker of Bekker deze crisis als voorbeeld zou opnemen. Want eigenlijk vindt hij dat het team van Mark Rutte het tot nu toe best goed gedaan heeft. Of dat zo blijft, is een ander verhaal.
Snel optreden
Bekker is niet verbaasd dat er tot nu toe veel steun is voor de aanpak van dit kabinet. “Zodra de ernst van de pandemie duidelijk was, is er slagvaardig opgetreden, met een goede taakverdeling. En het beleid is steeds helder uitgelegd.” Het valt hem op dat er veel is gewerkt met experts van buiten de overheid: virologen, epidemiologen en intensive care specialisten. Die hadden direct contact met Rutte en De Jong. Topambtenaren speelden geen hoofdrol en misschien verklaart dat wel het snelle optreden van de overheid.
“Ergens is de beginfase van zo’n crisis ook makkelijk”, weet Bekker. Er is geen tijd voor discussie want de brand moet nú geblust. “Maar die fase is voorbij. Er is geen uitbraak meer, dus heb je nu ook minder aan een Outbreak Management Team.”
Moeilijkste komt nog
Nu moet de maatschappij stapsgewijs van het slot. Tegelijk blijft het nodig om het virus scherp in de gaten te houden. “Er zijn nu veel meer lastige keuzes te maken. Dus krijg je discussie en kritiek. Daar moet Rutte naar luisteren, maar hij kan de teugels niet loslaten.” Want er mag geen hevige tweede golf komen, én de economische schade moet beperkt blijven. Dat vraagt om nog scherper stuurmanschap dan de afgelopen maanden.
“Dit wordt het moeilijkste stuk”, vindt Bekker. “Het gaat alleen lukken als het kabinet blijft uitleggen waaróm bepaalde maatregelen gekozen worden, zowel op gezondheids- als op economisch vlak.” Dat verhaal moet helder en overzichtelijk blijven. “Want als je allerlei nuances aanbrengt, is het eind al gauw zoek.”
Onduidelijkheid ligt op de loer
De dilemma’s liggen voor het oprapen. Als uit onderzoek bijvoorbeeld blijkt dat in de buitenlucht ook 75 centimeter afstand al veilig is, en in een goed geventileerd huis één meter, zullen veel mensen vinden dat de regels verfijnd moeten worden. Maar Bekker vreest verwarring en onduidelijkheid, bij burgers en BOA’s. Het beleid is dan niet te handhaven. “Dus ik zou het op anderhalve meter houden: één duidelijke regel.” Met die regel kan je in de handhaving altijd nog verstandig omgaan.
Ook bij het economisch noodpakket is volgens Bekker een gevaar dat de politiek de regeling te ingewikkeld gaat maken. Dat werkt vertragend op de uitvoering en zal de stroom bezwaren ook niet kleiner maken. Want hoe meer detailregels, hoe meer kans dat er tegenstrijdigheden ontstaan. Die fout maakt de overheid al veel te vaak. Maar tegelijk zijn de miljarden niet oneindig beschikbaar. Bekker verwacht nog veel pijnlijke keuzes die niet makkelijk te verkopen zullen zijn.
Het vervolg van de coronacrisis biedt dus nog alle ruimte voor overheidsfouten en –blunders. Misschien wijdt Bekker er toch nog eens een hoofdstuk van een boek aan. In dat geval zal hij zeker nog ingaan op een belangrijke les die nu al uit deze crisis valt te trekken. Die gaat over de lange aanloopperiode naar de coronacrisis.
Aandacht verslapt
“We hadden ons veel beter kunnen voorbereiden”, vindt hij. Erger nog: Nederland wás jarenlang goed voorbereid. “Na de SARS-uitbraak in 2004 hebben we een Centrum voor Infectieziekten opgericht. We lieten scenario’s van de volgende pandemie maken. De ernst was dus duidelijk, maar daarna is het toch uit de aandacht verdwenen.” Er is bezuinigd op virologisch onderzoek en op vaccinontwikkeling en nog veel meer.
In veel andere westerse landen en bij de WHO gebeurde hetzelfde. De verklaring is volgens Bekker helaas simpel: “In de slag om aandacht verliest preventiebeleid en het opsporen van infecties het van de ‘harde’ geneeskunde. Die spreekt meer tot de verbeelding. Dat zie je aan alle TV-series die spelen in ziekenhuizen. Dokters zijn de helden. Vind maar een serie met GGD-medewerkers in een heldenrol.”
Hetzelfde geldt volgens hem voor de verpleeghuizen. Terwijl de politiek en de experts zich bezighielden met de situatie in de ziekenhuizen, bleven daar zwakke ouderen besmet raken. “Daar zijn we in het begin te weinig alert op geweest. En ook dat zie je in veel landen.”
Lessen
Er valt dus al een heel rijtje lessen te trekken uit de coronacrisis. Meer onderzoek naar infecties, meer aandacht voor ontwikkeling van vaccins, en meer capaciteit voor het ‘testen en traceren’ van (mogelijk) besmette personen. Bekker: “Je ziet dat hier nu honderden extra mensen voor worden aangetrokken. Het is toch van de gekke dat dat jarenlang vergeten is en nú ineens kan?” Wat hem betreft krijgen de GGD’s dus een flinke reservecapaciteit voor de eerstvolgende pandemie.
Natuurlijk moeten er vaste voorraden mondkapjes, beschermende kleding en testmateriaal komen. Ook al duurt het misschien weer vijftien jaar totdat de volgende pandemie zich aandient.
De research voor deze rubriek over de Leidse regio en het coronavirus wordt mogelijk gemaakt door het Leids Mediafonds
Leiden Coronacrisis De virus-estafetteSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907