Deel dit bericht!  

Wethouder Van Delft zoekt draagvlak voor uitbreiding weekmarkt

Het blijft rommelen rondom de Leidse weekmarkt. De gemeente benadrukt dat markt, horeca en winkels belangrijk zijn voor de stad. Maar het blijkt lastig alle ondernemers tegemoet te komen in tijden van corona. En dan zijn er ook groepen bewoners die de ontwikkelingen met argusogen volgen en vrezen voor overlast.

Na de gedwongen verhuizing naar de Lammermarkt en de Beestenmarkt en de inperking van het aantal kramen waren het vooral de marktkraamhouders die protesteerden. Ze waren bang dat klanten zouden wegblijven op de nieuwe locatie en wilden dat er meer kramen zouden worden neergezet. Nu de gemeente kijkt naar uitbreidingsmogelijkheden elders in de binnenstad, klimmen de wijkverenigingen in de pen. Zij vinden de Hooglandse Kerkgracht en de Kaasmarkt niet geschikt. Het zou teveel mensen naar een te klein gebied trekken en waar moeten alle auto’s blijven? Aan wethouder Yvonne van Delft de schone taak om alle belangen in de stad met elkaar te verenigen.

Van Delft heeft begrip voor het standpunt van de buurtverenigingen. “Ik kan me voorstellen dat als je iets nu niet voor de deur hebt, dat je zegt ik heb liever niet dat de markt hier komt. Maar aan de andere kant is de Hooglandse Kerkgracht vroeger een marktplaats geweest. En tijdens ons overleg met de marktcommissie kwamen de marktkooplieden met een hartstochtelijk pleidooi voor meer ruimte voor de markt, omdat ze anders vrezen dat veel ondernemers het niet gaan redden. En wat ons betreft passen markt, horeca en winkels bij de structuur van de binnenstad.”

Nieuws071-presentator Gerry van Bakel in gesprek met wethouder Yvonne van Delft over uitbreiding weekmarkt.

“We hebben als college nog geen besluit genomen, maar dat zijn we wel van plan”, vervolgt Van Delft haar verhaal. “We gaan nu eerst in overleg met de bewoners. Wat betreft de Koppenhinksteeg zou je kunnen kiezen voor eenrichtingsverkeer. En voor de auto’s zijn er twee parkeergarages dichtbij. Verder kijken of we genoeg alternatieven kunnen bieden.”

Op het verwijt van de wijkverenigingen dat de gemeente met het openen van meer marktlocaties teveel mensen naar de binnenstad zou lokken, antwoordt Van Delft dat zij niet het idee heeft dat de gemeente dat doet. “Veel mensen willen graag boodschappen doen op de markt en voelen zich daar ook beter bij dat te kunnen doen in de open lucht in plaats van de supermarkt.”

Deze week gaat wethouder Van Delft in gesprek met voorzitter Arthur Elias van buurtvereniging Maredorp-de Camp en zijn collega Foppe van Rees Vellinga van wijkvereniging Pancras-West.