In de eerste vier maanden van dit jaar ligt het aantal spoedritten in de Leidse regio dat binnen vijftien minuten na een melding bij een incident arriveert ruim boven de landelijk vastgestelde norm van 95 procent. Voor de ambulanceregio Hollands Midden is het percentage 92 procent. Deze ligt daarmee onder de norm.
Het Regionaal Ambulance Vervoer Hollands Midden is tot mei ruim 16.000 keer ingezet, waarvan ongeveer 8.000 spoedritten. In heel 2019 werd in totaal 53.000 maal een beroep gedaan op de inzet van een ambulance. Hiervan kregen 26.500 ritten de kwalificatie spoed, in jargon A1 mee.
Resultaat in Zoeterwoude stijgt boven de norm uit
De cijfers in de tabel laten de resultaten zien van de gemeenten in de Leidse regio. Het resultaat van Zoeterwoude valt op omdat deze sinds 2017 voorlopig weer boven de norm uitkomt. Het is nog maar de vraag of dit resultaat in de rest van het jaar gehandhaafd blijft daar er geen ‘voorspelling’ van het totaal aantal spoedritten gemaakt kan worden.
Het voorlopige resultaat is gerealiseerd ondanks de langere totale duur van de ritten als gevolg van noodzakelijke extra hygiënemaatregelen door de coranacrisis. Ook de personele bezetting was ondanks het uitlenen van medewerkers aan IC-afdelingen van ziekenhuizen op orde dankzij een lager ziekteverzuim en het uitvallen van scholingsactiviteiten.
Landelijke norm ter discussie
De prestatienorm is ooit ontwikkeld om te bepalen hoeveel ambulances er in een regio nodig zijn. “Een planningsnorm dus, die helaas als norm in de wet terecht gekomen is bij gebrek aan een kwalitatieve wetenschappelijk onderbouwde norm”, vertelt Johan van Rhijn, beleids- en communicatieadviseur RAVHM. “Bij tijdkritische meldingen (verbloeding, verstikking en reanimatie) is een aanrijtijd van 15 minuten te lang. En bij de overige spoedmeldingen is het weinig relevant of de ambulance er 15 of 20 minuten over doet. Dat maakt feitelijk voor de zorg niet zo veel uit”.
Landelijk wordt nagedacht over een andere indeling van de spoed inzetten die meer recht doet aan de noodzaak om binnen een bepaalde tijd op de plaats van een incident te zijn. Van Rhijn: “We gaan dan meer toe naar een systeem waarbij we sneller ter plaatse proberen te zijn waar het moet (de tijdkritische inzet) en meer tijd zullen nemen waar het kan”. De ontwikkeling van wetenschappelijk onderbouwde kwaliteitsnormen vordert en wordt al voorzichtig experimenteel toegepast.
Geopende bruggen en opgebroken wegen
Het RAVHM wordt tijdig geïnformeerd over wegwerkzaamheden en verwerkt deze in het CityGIS, een geografisch coördinatie en informatie systeem. Het CityGIS stuurt na een melding een inzetvoorstel naar de ambulance die volgens de data het snelst bij een incident ter plaatse kan komen. “Dat hoeft niet altijd de ambulance te zijn die het dichtst bij het incident is”, licht Van Rhijn toe. Er is volgens Van Rhijn ook een spanningsveld tussen beleving en realiteit van de aanrijtijd. “Het wachten op de ambulance lijkt dan een ‘eeuwigheid’ te duren, terwijl de feitelijke aanrijtijd anders is”.
Eerste hulp dichtbij
Bij een 112-melding wordt ook automatisch een bericht gestuurd naar burgerhulpverleners in de buurt van het incident. Deze burgerhulpverleners verlenen eerste hulp totdat de professionele hulpverlening het overneemt. In een aantal gemeenten waar de bereikbaarheid van ambulance moeilijker is, is de brandweer speciaal geschoold om eerste hulp bij een incident te verlenen.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907