Er is de afgelopen maanden in de Leidse gemeenteraad veel gediscussieerd over de bestrijding van (on)kruid. Meer onkruid zorgt voor meer biodiversiteit, maar een slechter straatbeeld. Het college van burgemeester en wethouders vindt dat zij genoeg doet voor biodiversiteit om het onkruid te mogen bestrijden. Ecoloog Marco Roos ziet dit als een onjuiste en schadelijke benadering.
“Het gaat al fout als we spreken van ‘onkruid'”, zegt Roos, die zich langer hard maakt over dit onderwerp. “Net als ‘ongedierte’ is ‘onkruid’ een verkeerd kader, waardoor het een enorm imagoprobleem krijgt. Het zijn gewoon kruiden waarvoor groeiomstandigheden zijn. Ze maken er gebruik van en dragen op hun manier bij aan de biodiversiteit. Daarbij zijn stoepplanten en -mossen essentieel voor de bodemfauna en het microklimaat.”
De discussie in de gemeenteraad gaat over heel iets anders; namelijk het verlagen van de beeldkwaliteit. Elke Nederlandse gemeente houdt zich aan de richtlijnen van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW). Op het gebied van onkruid hanteren zij, en dus ook de gemeente Leide, beeldkwaliteitniveaus van A+, A, B, C en D, waarbij A+ helemaal onkruidvrij is, en D zoveel mogelijk vrije groei. Gemeente Leiden hanteert niveau B.
De verschillende niveaus van beeldkwaliteit volgens het CROW. (Foto: via CROW).
Klinisch dood
Door het gebruik van deze gedetailleerde maatstaf ligt de nadruk op hoe de straat eruit ziet. Volgens Roos is dit compleet de verkeerde aanvliegroute. “De CROW-richtlijnen zijn de boosdoener, want je krijgt strafpunten voor biodiversiteit. Een gazon met niveau A+ is klinisch dood”, zegt hij. “Hoe klinischer en leger het straatbeeld, hoe beter het zou zijn. Zelfs voor een gazon krijg je een lagere categorie als er madeliefjes groeien. Als dat de norm is, is kunstgras onvermijdelijk. Dat is het meest groene en stabiele wat je kunt hebben.”
De CROW hanteert richtlijnen op basis van beeldkwaliteit, waarbij ecologie en biodiversiteit slechts enkele argumenten zijn. “De gemeente is doodsbang om er tegenin te gaan”, vertelt Roos, die vaker met wethouder North heeft gesproken over dergelijke problemen. “De invalshoek van ‘beeldkwaliteit’ is heel subjectief. Wat de één mooi vindt, vindt de ander lelijk. Mensen vinden het moeilijk om met rommeligheid om te gaan. Als de gemeente dat ook blijft uitdragen, verandert de publieke opinie ook niet. Daarbij bevorder je door bestrijding datgene wat je bestrijdt en creëer je een verstoring van het milieu.”
100.000 euro
Het Leidse college besloot de beeldkwaliteit niet te verlagen naar niveau C. Wethouder North beargumenteert in een brief naar de raadscommissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid dat de biodiverse en financiële voordelen (ongeveer 100.000 euro besparing) niet opwegen tegen de nadelen voor de beeldkwaliteit van de stad. Ook zou het de stad voor bijvoorbeeld rolstoelgebruikers minder toegankelijk maken.
“Dat is dus een heel zwak argument”, vindt Roos. “De plekken waar niemand komt, daar groeit het. Maar juist op de plekken waar veel mensen komen, zal er weinig onkruid groeien. Op het Stationsplein wordt er bijvoorbeeld niet actief onkruid geweerd, want door de drukte is het er ook niet.”
Daarbij is spontane groei , wat volgens Roos de juiste benaming voor onkruid is, niet alleen goed voor de biodiversiteit. Het zorgt ook voor beter bodemonderhoud. “De slogan van de gemeente ‘Tegel eruit, plant erin’ klopt niet helemaal”, vertelt Roos. “Mensen zetten er dan iets in wat ze toevallig bij de Intratuin tegenkwamen. Je kan de tegel eruit halen, maar de planten komen vanzelf wel, ongeacht of er een tegel ligt. Idealiter worden doorlaattegels geïnstalleerd, waar er ruimte is voor allerlei soorten organismen. Onkruid zorgt zelf ook voor afstroommogelijkheden.”
De oplossing
Aangezien wethouder North niet op basis van geografie wil bepalen waar wel en niet onkruid bestreden wordt, geldt het beeldkwaliteitsniveau voor heel de stad. Juist dit zou wel een oplossing zijn volgens Roos. “Als er plekken zijn waar spontane groei echt een belemmering is, is het prima om te controleren, maar dat zal weinig nodig zijn”, zegt hij. “Het is eigenlijk best simpel. Onkruid groeit alleen daar waar weinig mensen komen, het onderhoudt de bodem, het is goed voor de biodiversiteit en minder bestrijding zorgt voor minder kosten.”
Zolang de CROW de richtlijnen niet aanpast naar een focus op biodiversiteit, komt er nergens verandering in beleid. In een recentelijke conferentie gaf de CROW aan bezig te zijn met het inbrengen van ecologie richtlijnen, wat echter alleen aangeeft dat er tot nu toe precies nul keer is nagedacht over de gevolgen voor biodiversiteit.
Hortus Botanicus
Gelukkig zijn er ook positieve geluiden op het gebied van onkruid. De Hortus Botanicus is recentelijk een project gestart over stoepplantjes. Door een poster te maken met de verschillende soorten is het mogelijk om deze te herkennen en waarderen. “Als er in de politiek gepraat wordt over biodiversiteit, gaat het nooit over planten”, zegt Roos. “Spontante groei levert prachtige plantjes op. Mijn tuin staat er vol mee. Ik hoop dat deze waardering stap voor stap in heel Leiden terug te zien is.”
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907