Een jaar lang geen kleding kopen: 'Ik maakte elke drie maanden nieuwe setjes'

Leidenaren Hester Tuinhof en Inge Roest-Wissen hebben een jaar lang geen kleding gekocht. En tot op de dag van vandaag kopen ze alleen kleding wanneer ze echt iets nodig hebben. Ook checken ze of de kleding op een duurzame en eerlijke manier is geproduceerd. Lastig? Volgens hen niet: “Ook als je eigenlijk heel erg van kleding houdt, is het helemaal geen probleem om te minderen.”

Door de coronacrisis kopen consumenten nu minder kleding. Ook in Leiden, blijkt uit cijfers van het CBS. Eén van de redenen daarvoor is dat we veel meer thuis zitten. Hierdoor is de noodzaak minder groot om voortdurend een nieuwe outfit te scoren. Daarnaast spelen de gesloten winkels een rol. Het gevolg is dat kledingwinkels en -fabrikanten met bergen kleding blijven zitten.

Deze kledingoverschotten worden veroorzaakt door de fast fashion-industrie. Fast omdat kleding aan de lopende band wordt geproduceerd. En omdat consumenten voortdurend nieuwe kledingstukken aanschaffen. Kan dit niet anders? Ja, vertellen Tuinhof en Roest-Wissen, door meer aan slow fashion te doen.

Opwelling
“Het is begonnen als een soort challenge. Ik wilde proberen om een half jaar geen kleding te kopen. Ik had namelijk genoeg kleding en wat ik had, was ook nog eens hartstikke leuk”, vertelt Roest-Wissen. Ze werkt bij de gemeente Leiden. “Mijn collega Hester wilde met me meedoen als we er een jaar van zouden maken.” Zo gezegd, zo gedaan.

Tuinhof is altijd al bewust bezig geweest met waar de kleding die ze koopt vandaan komt. Ook is ze van mening dat je niet veel spullen nodig hebt: “Het is beter om wat je hebt te koesteren in plaats van dat je spullen om je heen verzamelt die je in een opwelling koopt, omdat je dénkt dat ze je gelukkig maken.”

Het kost ongeveer tien liter water om één broek te produceren, maar deze broeken worden geproduceerd met één liter water

Voor Roest-Wissen is het belangrijkste dat je weet wat je in de kast hebt liggen en daar op een andere manier naar kunt kijken. “Na acht maanden zeiden mensen bijvoorbeeld tegen mij: ‘je hebt een nieuwe trui!’, maar dat was niet het geval. Ik combineerde de trui dan bijvoorbeeld opeens met een rok in plaats van altijd met dezelfde broek’’, vertelt ze. Volgens Lia Zwaan, eigenaresse van kledingwinkel Zwaan en De Gelaarsde Kat in Leiden, is dit precies waar het om draait. “We moeten met z’n allen wat minder en beter kopen en goed voor de planeet zorgen.”

Zwaan verkoopt in haar winkels alleen duurzame kleding. De kleding wordt geproduceerd in Europa en er komt geen kinderarbeid aan te pas. Ze verkoopt diverse merken; allemaal biologisch en zonder pesticiden. Eén van deze merken is Knowledge. Deze kledingstukken zijn volledig CO2-neutraal en er wordt veel minder water bij het productieproces gebruikt. “Het kost ongeveer tien liter water om één broek te produceren, maar deze broeken worden geproduceerd met één liter water’’, aldus Zwaan.

Nagels lakken
Wanneer je bezig bent met slow fashion betekent dit volgens Zwaan absoluut niet dat je er niet modieus uitziet. Alles draait om combineren en variëren. “Het ene jaar is het mode om je shirt over je broek te dragen en het andere jaar in je broek. Daar heb je in principe geen nieuwe broek en nieuw shirt voor nodig. Het is gewoon een andere stijl”, legt Tuinhof uit. Roest-Wissen vult aan: “Het draait ook niet allemaal om kleding. Wij zijn bijvoorbeeld onze nagels gaan lakken en verschillende kapsel gaan dragen.”

Minder kleding kopen, gaat de dames verrassend goed af. “Het helpt om capsule wardrobes te maken. Ik kies bijvoorbeeld dertig items uit en maak daar setjes mee. Dit draag ik dan drie maanden en dan begin ik weer opnieuw. Hierdoor heb ik altijd wel iets anders om aan te trekken”, vertelt Tuinhof.

Ik hoop dat mensen door de coronacrisis beseffen dat ze prima de hele week in dezelfde broek kunnen werken

Eigen stijl
Als je graag aan slow fashion wilt doen, begint het volgens Roest-Wissen met tevreden zijn met minder. Ze benadrukt dat je niet per se niets meer hoeft te kopen. Je kunt bijvoorbeeld met jezelf afspreken dat je zes items per jaar mag kopen. Maar de echte start van een slow fashion-kledingkast begint volgens Roest-Wissen en Tuinhof door te dragen wat je hebt.

“Ik heb met mezelf afgesproken dat ik alleen kleding mag vervangen. Hierdoor ben ik bewuster bezig met mijn kleding en koop ik minder snel iets nieuws”, zegt Roest-wissen. Tuinhof vult nog aan dat het helpt om erachter te komen wat je eigen stijl is. Hierdoor kun je bij elk kledingstuk afvragen wat het aanvult en of het bij je past. Roest-Wissen besluit: “Het beste is om tijdloze kleding van goede kwaliteit te kopen die je de aankomende jaren nog aan wil trekken.”

Tuinhof hoopt dat mensen door de coronacrisis beseffen dat ze prima de hele week in dezelfde broek kunnen werken. En dat de behoefte om te kopen minder is geworden. Zwaan is stiekem zelfs een beetje blij met de crisis: “Mensen kijken nu anders naar kleding. Ik wil niet meer terug naar hoe het was. Ik zou het fijn vinden als mensen wat bewuster bezig zijn met wat ze kopen. We moeten ons veel meer focussen op slow fashion“, benadrukt Zwaan.

Duurzaamheid Leiden Maatschappij