Deel dit bericht!  

Leiden Law Park in ontwikkeling, maar voorlopig vooral online

Het Leiden Law Park gaat vooralsnog van start als een online gemeenschap. Dat schrijft wethouder Paul Dirkse aan de Leidse gemeenteraad. Het is de volgende stap op weg naar een nieuwe campus in de binnenstad voor de Rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden in het Kamerlingh Onnes Gebouw (KOG) en de omgeving.

De plannen voor het Law Park werden eind 2019 gelanceerd. In navolging van het Bio Science Park moet ook het Law Park een ontmoetingsplek worden voor onderzoekers en het bedrijfsleven, maar dan als ‘internationaal gezaghebbend platform voor vraagstukken rondom recht, ethiek en technologie’. Bedrijven en onderzoeksinstellingen die zich bezighouden met deze thema’s moeten zich gaan vestigen in het Park, waar ze nauw samenwerken met de rechtenfaculteit.

Voor de universiteit is het een kans om het onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt en onderwijs relevanter te maken voor de samenleving. Voor de stad Leiden biedt het de mogelijkheid om de economie te versterken en de positie als internationale kennisstad te verstevigen. Ook voor de universiteiten van Delft en Rotterdam is er plek in het Law Park: zij kunnen hun specialiteiten in techniek en ethiek meebrengen. Bovendien is het voor Leiden een manier om de rechtenfaculteit aan de stad te binden, nu veel studies gericht op Internationaal Recht verhuisd zijn naar de Campus Den Haag.

Rijksvastgoedbedrijf
Het afgelopen jaar heeft Jan Hendrik Schretlen de mogelijkheden voor het Law Park verkend. Hij onderzocht digitale mogelijkheden, maar keek ook naar een fysieke campus rond het KOG. Die kan volgens hem het beste worden ingericht in het voormalig Rijksmuseum van Natuurlijke Historie aan de Raamsteeg, aan de rand van het Van der Werfpark. Dat pand is eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf, maar dat is nog niet enthousiast over de plannen. Voor de verdere uitwerking van het project is dat pand nog niet opgegeven, maar Schretlen gaat ook onderzoek doen naar andere locaties rondom het KOG.

Ondernemers uit de buurt hopen dat het plan met het Raamsteegpand alsnog slaagt. “Voor de buurt is het heel leuk als dat mooie, historische pand open gaat voor iedereen”, legt boekhandelaar Christiaan van Minnen uit. Hij is bestuurslid van de winkeliersvereniging van de Herenstraat en de Doezastraat. “Als er bijvoorbeeld een horecagelegenheid komt op de begane grond, krijgt het echt een functie voor de buurt.” Op het plan voor een uitgebreide campus reageert Van Minnen afwachtend. “Het moet toegevoegde waarde hebben voor de stad. Het Bio Science Park levert bijvoorbeeld wel werkgelegenheid op, maar de mensen die daar werken zie ik niet in mijn boekhandel. Die wonen helemaal niet in Leiden.”

Van Minnen hoopt dat de juridische bedrijven die zich bij de campus aan gaan sluiten extra klandizie opleveren. “Van de universiteit hoef ik het niet te verwachten: die halen hun boeken liever per post uit het buitenland dan bij mijn winkel om de hoek.” Hij haalt de geschiedenis van de universiteit aan om zijn verontwaardiging kracht bij te zetten: “In 1575 mochten we kiezen tussen tien jaar geen belasting betalen of een eigen universiteit. Met het oog op de lange termijn heeft de stad Leiden toen voor een universiteit gekozen. Inmiddels is die lange termijn toch wel aangebroken zou je zeggen.”

Online niet genoeg
Omdat de coronacrisis fysieke ontmoetingen nagenoeg onmogelijk heeft gemaakt, kiest de universiteit er nu voor om het Law Park alvast online te beginnen. Een digitaal platform moet de eerste projecten mogelijk gaan maken, vooruitlopend op de vestiging van de fysieke campus. Die blijft wel een essentieel onderdeel van het plan, omdat een tastbare ontmoetingsplek belangrijk is om kennis uit te wisselen en snel samen te werken. Daarvoor is alleen een online platform niet genoeg.

Intussen wordt er een bedrijfsplan geschreven en nagedacht over de organisatiestructuur. Nog voor de zomer moet Schretlen zijn hele verkenning hebben afgerond. Op basis daarvan kunnen de Rechtenfaculteit, de gemeenteraad en de provincie Zuid-Holland besluiten of ze het Law Park nog steeds zien zitten.