Het nieuws over milieu- en klimaatproblemen kan soms best deprimerend zijn. Want als er in Glasgow geen harde afspraken gemaakt zijn, wat kunnen we dan zelf nog doen? Toch wel iets, is het antwoord. Neem zoiets simpels als de inzameling van oud papier. Dat helpt tegen ontbossing en verlaagt de CO2-uitstoot van de papierindustrie. Logisch dus dat scheiding van oud papier én karton (codewoord: OPK) al jaren een speerpunt is van de gemeente. Maar is dat beleid ook een succes?
Als het aan de overheid ligt, moet Nederland In 2050 een volledig circulaire economie zijn, waarin ‘afval’ eigenlijk niet meer bestaat. En die ambitie heeft ook Leiden, met zijn groene gemeentebestuur.
Het ‘waarom’ lees je op de website www.gagoed.nl: we gebruiken ‘bijna driemaal meer grondstoffen dan waar de aarde in kan voorzien. Dat kunnen we niet langer zo volhouden’. Dus werkt Leiden hard aan hergebruik van materialen. Een bekend voorbeeld is het inzamelen van oud papier en karton. Sleutelstad zocht uit of de stad met dat OPK vooruitgang boekt.
De bakfiets
Al sinds de jaren zestig is oud papier het bekendste succesverhaal van de Nederlandse recycling. In die tijd ging dat simpel. Mensen lazen nog kranten. En wie milieubewust was, zette elke maand een stapel oude kranten aan de stoeprand.
Sportclubs, andere verenigingen en ook scholen kwamen met de bakfiets langs. En met wat subsidie van de gemeente verdienden ze daar een leuke zakcent mee. Zo was Nederland juist met papier al aardig circulair.
Grotere containers
Maar tijden veranderen. Kranten maakten plaats voor dozenkarton van webwinkels. Oud-papierprijzen kelderden toen China en India geen trek meer in onze troep hadden. En in 2016 stopte Leiden met de steun aan verenigingen die papier ophaalden. Volgens de gemeente had hun inzet ook weinig effect meer op de oogst aan oud papier.
Intussen stonden overal in de stad papiercontainers. En toen bleek dat die snel vol raakten, verving Leiden de bovengrondse containers die door grotere, ondergrondse exemplaren. Die nemen minder plek in en er past geen 3,5 maar 5 kuub papier en karton in.
Met 161 grote ondergrondse containers kon de Leidenaar dus wekelijks duizenden kilo’s extra papier kwijt. Maar hielp het ook? Dat moet te zien zijn aan de officiële afvalcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Achterstand?
Op het eerste gezicht vallen die cijfers tegen. In 2013 haalde Leiden nog 39 kilo oud papier en karton per inwoner op, maar dat daalde in drie jaar tijd naar 31 kilo. Sindsdien blijft het rond dat niveau schommelen. In 2019, het laatste jaar waarover Leidse cijfers bekend zijn, ging het om 30,7 kilo per inwoner, een kwart minder dan zes jaar daarvoor.
Elders in het land wordt veel meer oud papier opgehaald. Ook daar daalde de hoeveelheid per inwoner wel (van 55 naar 48 kilo), omdat mensen nu minder van papier en meer online lezen. Maar de Leidse papieroogst daalde harder. In 2013 haalde de stad per inwoner 30 procent minder papier op dan de gemiddelde gemeente. Zes jaar later was die achterstand opgelopen tot 36 procent.
Veel hoogbouw
Ook met de scheiding van ander afval scoort Leiden in landelijk verband matig. Als excuus voert de gemeente aan dat de stad tot de meest verstedelijkte plaatsen van Nederland behoort. Veel hoogbouw en krappe behuizing in het oude centrum: daar lukt het scheiden van afval minder goed. Weinig plek voor containers, en ook bewoners die daar minder mee bezig zijn.
In milieuplannen vergelijkt Leiden zich daarom met de grote steden. En dan is die 31 kilo papier per inwoner inderdaad zo slecht nog niet. Amsterdam, Rotterdam en Den Haag komen niet verder dan 20 kilo. Alleen Utrecht met 27 kilo komt in de buurt van de Leidse papieroogst.
Wroeten in restafval
Voor een stad met groene ambities is het onbevredigend om samen met vier grote steden tot de achterhoede van de papierinzamelaars te behoren. Maar is zo’n dalende papierstroom eigenlijk wel zulk slecht nieuws, of zijn we in Leiden gewoon zuiniger met papier geworden?
Inderdaad is het ophalen van tonnen oud papier geen doel op zichzelf. Waar het om gaat, is zorgen dat er minder papier verdwijnt in het restafval van het gewone vuilnis. De enige manier om te weten of dat lukt, is wroeten in het restafval.
En dat wroeten gebeurt dan ook regelmatig, in opdracht van de gemeente. Elke twee à drie jaar doet een gespecialiseerd afvalbedrijf een sorteeranalyse van grote hoeveelheden Leids afval. De resultaten daarvan zijn leerzaam.
Dalend succes
In 2014 leverde die sorteeranalyse een aardig resultaat op: de hoeveelheid oud papier in het restafval was duidelijk kleiner dan wat apart werd opgehaald. De conclusie was dat de stad toen al 58% van alle oud papier en karton wist te scheiden.
Drie jaar later, in 2017, was Leiden enkele milieuplannen en een boel ondergrondse containers rijker. Toch was het apart opgehaalde papier toen nog maar 53% van het totaal. Maar voor die daling heeft de gemeente een verklaring: in 2014 werd ook papier van winkels en kleine bedrijven bij het huishoudelijk afval meegeteld. Daardoor waren de cijfers van dat jaar eigenlijk te mooi.
Vier miljoen kilo
Een nieuwe sorteeranalyse moest in 2019 aantonen of Leiden toch vooruitgang boekt op het OPK-front. Helaas blijkt dat niet zo: in twee jaar tijd was de totale hoeveelheid papier in het afval gegroeid van 57 naar 61 kilo per inwoner. Van die vier kilo extra kwam er maar één in de papierbakken. In het restafval kwam er drie kilo papier bij.
Het scheidingpercentage daalde zo van 53 naar 51 procent. Geen dramatische daling misschien, maar zeker ook geen vooruitgang. En het blijft zonde dat de helft van alle papier en karton in het restafval verdwijnt.
Tussen hier en de circulaire economie gaapt nog een gat van bijna vier miljoen kilo papier en karton. Dat gaat naar de verbrandingsovens, want achteraf papier scheiden werkt niet: dat is te vervuild voor gebruik in papierfabrieken.
Minicontainers
Maar intussen heeft Leiden met haar milieubeleid een tandje bijgeschakeld. Al over twee jaar zou van al het huishoudelijk afval 60 procent gescheiden ingezameld moeten worden. En als dat op één terrein mogelijk moet zijn, is dat natuurlijk oud papier en karton. Met 51 procent papierscheiding neemt de stad dus geen genoegen.
Dus kregen wijken met laagbouw aparte minicontainers, om thuis het afval al te kunnen scheiden. Papier en GFT worden apart opgehaald en in sommige wijken moet je met je vuilniszak een eind naar een straatcontainer lopen. Sommige bewoners mopperen over deze ‘omgekeerde wereld’, maar in andere steden zorgde deze aanpak wel voor succes.
Lichtpuntjes
Of die minicontainers ook in Leiden een succes worden, moet te zien zijn aan de officiële CBS-cijfers over het afval in 2020 en 2021. Alleen zijn die cijfers er nog niet.
Wel heeft de gemeente voorlopige cijfers, en die zijn hoopgevend. Volgens een woordvoerder worden nu duizenden kilo’s extra papier en karton opgehaald. Als dat zo blijft, komt de oogst dit jaar 800.000 hoger uit dan in 2019. Dat is 6,5 kilo extra per inwoner.
Die groeiende papier- en kartonstroom is nog geen hard bewijs voor betere afvalscheiding. Door corona zijn we namelijk meer online gaan bestellen en dat levert veel dozen op. Maar voorlopig ziet de gemeente die extra opgehaalde kilo’s toch als een lichtpuntje.
Voor een tweede lichtpuntje moet de JA-sticker op brievenbussen zorgen, die is ingevoerd om de stroom reclamedrukwerk in te dammen. Verwijzend naar andere gemeenten verwacht Leiden dat die ingreep de totale papierstroom met zeker drie à vier kilo per inwoner kan verkleinen.
Weggegooid geld
Een krimpende hoeveelheid gebruikt papier en toch meer kilo’s opgehaald? Als dat waar is, boekt Leiden eindelijk vooruitgang met het scheiden van papier en karton.
Maar dat mag ook wel, als je bedenkt dat er tot nu toe vier miljoen kilo per jaar in het restafval verdween. Dat is niet alleen slecht voor milieu en klimaat, dit jaar blijkt deze verspilling ook nog eens weggegooid geld.
Want sinds de zomer kampt Europa met een tekort aan papier. Sommige boeken verschijnen met maanden vertraging. En voor oud papier wordt nu geen 2,5 cent per kilo betaald, maar vijftien tot twintig cent. Dat betekent dat de vier miljoen kilo die Leiden in 2019 nog weggooide, meer dan een half miljoen euro waard is.
De bakfiets terug?
Is die gestegen marktprijs dan geen reden om clubs en scholen opnieuw subsidie te geven voor het ophalen van oude papier? En rijden straks de bakfietsen of bestelbusjes weer rond?
Daar moet wethouder Yvonne van Delft niet aan denken. “Papierprijzen vliegen alle kanten op”, laat ze via haar woordvoerder weten. Vandaag zijn ze hoog, maar morgen krijg je er weer geen cent voor. Een stad die steeds voor vier jaar een afvalbeleid bepaalt, kan daar niks mee. Dus nee, de gemeente eist geen rol op in een nieuwe goldrush om het verspilde oud papier.
Maar als je bedenkt dat de inhoud van een ondergrondse container nu 500 tot 1000 euro aan kostbaar papier waard kan zijn, moet je misschien niet verbaasd zijn als er straks vreemde bedrijven stiekem die containers gaan legen. Of slaat de fantasie van Sleutelstad nu op hol?
Dit was de 20e en voorlopig laatste aflevering van “Even Narekenen”. De research voor deze rubriek werd ondersteund door het Leids Mediafonds
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907