“Toen ik hier acht jaar geleden net kwam werken, hadden we nog een kledinghoekje. Op een dag kwam er een gezin binnen en een jongetje van hooguit vier, vijf jaar vroeg toen aan zijn moeder: mag ik een nieuwe jas uitzoeken? Daar krijg ik kippenvel van.” Zegt Paula van Kesteren, bestuurslid Stichting Voedselbank Leiden en Leiderdorp.
In de podcastserie Geen rooie cent – het vervolg praten Andy Clark en Gerry van Bakel met mensen over armoede, in deze aflevering Paula van Kesteren van de Leidse voedselbank.
De Voedselbank is al vijftien jaar een begrip in Leiden en omstreken. Voor velen de personificatie van armoede. Een voorziening die eigenlijk niet past in een welvarend land als Nederland. “De Voedselbank is noodhulp, maar ik zie daar wel verandering in komen,” zegt Paula. “We zien steeds vaker mensen die wel werk hebben, of een uitkering met allerlei toeslagen en toch onder de armoedegrens vallen. Daar schrik ik wel van.”
Strijkstok
Samen met andere vrijwilligers zorgt Paula ervoor dat elke week 460 huishoudens een voedselpakket kunnen komen ophalen. Dat zijn zo’n 1100 mensen waarvan veertig procent kinderen zijn. Die vrijwilligers doen dat geheel belangeloos, ze krijgen er geen rooie cent voor. “Zelfs als we met het bestuur gaan eten, betaalt iedereen zijn eigen lunch. Er blijft bij ons niks aan de strijkstok hangen.”
En in Leiden worden er allang geen pakketten meer samengesteld en uitgedeeld. De Voedselbank is bijna een gewone supermarkt, waar klanten met een winkelwagentje langs de schappen lopen. Verschil is wel dat er overal medewerkers staan die het gewenste artikel aanreiken. “Wij vinden dat mensen zelf mogen uitkiezen wat ze mee willen nemen. Het moet natuurlijk wel binnen de marge blijven. Niet dat iemand tien pakken koffie meeneemt. Maar het gaat altijd heel goed. We willen mensen wel een echt winkelgevoel meegeven.”
Zonder reden
Ook bij de Voedselbank zijn regels en normen wie in aanmerking komt voor hulp. Die worden landelijk vastgesteld, maar lokale afdelingen hebben wel wat bewegingsvrijheid hoe ze dat invullen. “We kijken naar wat iemand te besteden heeft,” zegt Paula. “Dat doen we tijdens een intakegesprek. Iedereen die hier binnenkomt, krijgt een pakket mee die eerste keer. We gaan er vanuit dat niemand hier zonder reden komt.”
Tijdens de coronapandemie keerden de vooraf ingepakte tassen met artikelen wel even terug. En ook de ontvangstruimte waar iedereen met koffie en thee werd ontvangen is toen gesloten. Er werd ook een paar keer een ‘drive thru’ georganiseerd en een stadsbus geregeld om donaties in wijken op te gaan halen. “Dat maakt het zo leuk om hier te werken,” zegt Paula, “we zijn een hele flexibele organisatie. We proberen steeds op nieuwe ontwikkelingen in te spelen.”
Maar langzamerhand keert de gewone gang van zaken terug aan de Willem Barentszstraat. En een terugkerend punt dat je hoort van mensen die bij de Voedselbank lopen, is dat ze zich schamen. Volgens Paula zou dat echt niet hoeven. “Ik kan het me wel voorstellen, want het is toch een stigma. Maar het kan echt iedereen overkomen. De mensen die bij de voedselbank aankloppen komen uit alle lagen van de samenleving. Ook mensen met een hogere opleiding”.
Rotleven
Voor de medewerkers van de Voedselbank is iedereen gelijk. “We hebben heel veel leuke klanten en ook zij maken het werk hier leuk. Maar ik heb geen favorieten. Daar let ik heel scherp op. Iedereen die hier komt heeft recht op hulp. Ook als ze chagrijnig zijn of boos. Daar hebben ze vaak ook alle reden toe. Ze hebben vaak een rotleven. En ze krijgen hier wel wat, maar dat is natuurlijk ook niet altijd topkwaliteit.”
Vervelende ervaringen met boze klanten staan niet op Paula’s netvlies. “Ik moet het misschien afkloppen, maar we maken dat niet mee. Mensen worden direct aangesproken op ongewenst gedrag. Gebeurt ook onderling.”
Als het gaat om het armoedebeleid van de gemeente, vindt Paula het wel jammer dat de declaratieregeling is afgeschaft. “Die 210 euro was natuurlijk niet veel, maar voor veel mensen toch iets om een gat mee te dichten. Over het maatwerkbudget horen we eigenlijk nooit iets van onze klanten. Of ze daar bekend mee zijn.” De gemeente heeft natuurlijk beperkte reikwijdte als het gaat om bestrijden van armoede, denkt Paula. “Wij hebben een kort linkje. Wethouders komen hier ook wel eens meehelpen. De gemeente heeft geholpen met levering van mondkapjes en zelftesten. Maar over het algemeen denk ik dat mensen niet goed doorhebben wat het is om arm te zijn.”
Schamen
En dan komt Paula’s persoonlijk missie naar voren. “Ik doe veel aan de ‘pr’ van de Voedselbank. We hebben onlangs een open dag gehad en die werd heel goed bezocht. Ik wil de Voedselbank voor iedereen laagdrempelig maken. Dat het makkelijk is om donaties te komen brengen. Dat je je niet hoeft te schamen dat je tijdelijk de Voedselbank nodig hebt. Het moet normaal worden. Het liefst zou ik met de Voedselbank midden in de Haarlemmerstraat zitten.”
Dit was de vierde aflevering van Geen rooie cent – het vervolg, aflevering #1 werd gepubliceerd op maandag 10 januari en is hier terug te lezen en luisteren. Aflevering #2 werd gepubliceerd op dinsdag 25 januari en is hier terug te lezen en te luisteren. Aflevering #3 werd gepubliceerd op 8 februari en is hier terug te lezen en te luisteren.
De podcastserie ‘Geen rooie cent – het vervolg’ is mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van het Leids Mediafonds.
Leiden Leiderdorp Maatschappij armoede armoedebeleid Geen rooie cent podcast
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907