Alice van Zandwijk op de trap naar de kostuumkelder van het Bonaventuracollege. (Foto's: Roeland van Wely).

Na 50 jaar verlaat Alice van Zandwijk haar middelbare school

Na vijftig jaar verlaat Alice van Zandwijk haar middelbare school, het Bonaventuracollege aan de Mariënpoelstraat in Leiden. Ze begon er ooit als leerling in de brugklas. Ze liep er vervolgens stage tijdens haar studie. Daarna kreeg ze er een baan aangeboden. Ze is haar hele werkende leven op het ‘BONA’ gebleven. Nu gaat ze afscheid nemen.

“Ik durf het haast niet te zeggen, maar ik ben hier begonnen als leerling in de brugklas”, vertelt Van Zandwijk. “Mijn docent Lichamelijke Opvoeding op de middelbare school moedigde me aan om na mijn schooltijd naar de sportacademie te gaan. Ik wilde dat zelf ook heel graag. Ik werd vervolgens op de academie aangenomen. Dat was al heel bijzonder in die tijd. Ik ging natuurlijk stage lopen bij mijn oude gymdocent.”

“Toen ik examen deed aan de sportacademie was er natuurlijk geen baan te krijgen. Er waren maar twee mensen van mijn examenjaar die een vaste baan kregen. En ik hoefde niet eens te solliciteren. Ik werd meteen gebeld: we hebben een baan voor je op het ‘BONA’. In die tijd dacht je er niet over na om een tussenjaar te nemen. Je was echt blij dat je werk had en dat je met je vak aan de slag kon.”

Paterschool
“Ik heb nu 42 jaar voor de klas gestaan, plus zes jaar als leerling, en ik heb hier een beetje stage gelopen. Dus ik loop bijna vijftig jaar rond op het ‘BONA’. Dat is best lang. Wat ik zelf heel fijn vind, is dat het karakter van het schoolgebouw van vroeger bewaard is gebleven. Maar er is wel veel veranderd. Toen ik hier als leerling kwam, was het pas het tweede jaar dat op deze school ook meisjes toegelaten werden. Het was altijd een katholieke jongensschool geweest, een ‘paterschool’.

Tekst loopt door onder foto

Alice van Zandwijk wijst naar de ‘paters’ op de muurschildering van de geschiedenis van de school

“Ik zat eigenlijk in een jongensklas met twee of drie meisjes. Er gebeurde in die tijd hier niet veel op school. Het ging altijd over sport, over voetbal. Met de komst van de meiden is dat veranderd. We gingen leuke avonden organiseren. Er kwam creativiteit op school: dansen en toneelspelen. In het begin hadden we nog les van de paters. Dat was soms hilarisch. De jongens kregen altijd tikken als ze iets fout deden, maar de meisjes lieten ze gaan. Elke vrijdag zaten we in de kapel, nu het muzieklokaal, om te bidden.”

Eigen inbreng
“Ik ben eigenlijk niet weggegaan, omdat ik toen ik hier op school zat al zag hoeveel je op het ‘BONA’ kon doen als leerling. De school groeide in mijn begintijd als kool. We hebben in het verleden verschillende bijgebouwen gehad. Daar waren de leerlingen eigenlijk een beetje de baas. Het hoofdbestuur zetelde op de Mariënpoelstraat. De directie had niet zoveel zicht op ons. De leerlingen konden daardoor heel veel activiteiten zelf ontwikkelen.”

“Op de vrijdagmiddag gingen we altijd lekker sporten of andere leuke dingen doen. Het was altijd wel gezellig. Dat sprak me aan. Als leerling kon je iets doen wat je leuk vond of waar je goed in was. Ik heb echt een leuke schooltijd gehad. En dat heb ik meegenomen toen ik hier weer terugkwam als docent. Ik wil dat leerlingen het leuk hebben op school. Dat kon ik onder meer bewerkstelligen via mijn lessen. De gymlessen vinden de meeste kinderen toch leuk. Die mogen ook leuk zijn.”

“Natuurlijk gingen de lessen ook over dingen leren, over beter worden. Maar het was niet zoals bij de paters: tien keer omhoog in de touwen, zo niet, dan kreeg je een drie op je rapport. Dat was echt heel streng. Dus via mijn vak heb ik de gezelligheid er echt in kunnen brengen. Maar ik ben me ook meteen gaan bemoeien met de musicals en de excursies van de school. Ik deed eigenlijk alle leuke dingen hier op school. Het lesgeven was ook leuk, maar daar omheen kon je zoveel extra’s doen.”

Musicals
“We zijn bijvoorbeeld tien jaar lang gaan fietsen met de vierdeklassers in Frankrijk. In de jaren tachtig mochten leerlingen nog niet op vakantie zonder ouders. Maar als je in de vierde klas zit, wil je ook weleens zonder je ouders weg. Ik heb toen tegen collega’s gezegd: wij nemen ze mee op de vakantie. En zo gingen we soms met veertig tot zestig kinderen op vakantie, fietsen in Bourgondië. Dat schept een band.”

“Per jaar doen honderdtwintig leerlingen mee aan de schoolmusicals. Er is dan van alles: orkest, dans, de kleding en het decor wordt zelf gemaakt. Iedereen is erbij betrokken. Of je nu in de brugklas zit of in de zesde, het is allemaal samenwerken en de plezier ervan hebben. En dan nog een stuk of tien docenten die het leuk vinden om dat allemaal te begeleiden. Ik heb in de afgelopen veertig jaar hier op school een enorme toneelkelder aangelegd met allemaal attributen en kleding.

Tekst loopt door onder foto

Alice ‘Hoppezak’. Haar bijnaam is een verwijzing naar de naam van de Leidse kledingwinkel die kleding verhuurd voor toneel en film.

“Ze noemen me wel Alice Hoppezak. Als leerlingen hier iets willen lenen voor een presentatie, dan mogen ze in de kelder iets uitzoeken. Van al die musicals liggen de kostuums beneden opgeslagen. Die wil ik eigenlijk blijven gebruiken als ik straks met pensioen ben. Bijvoorbeeld voor ouderen die met een Zonnebloemboot meegaan. Het is een droom van mij om dan de spullen hier op te halen en een feestje te bouwen op die boot.”

Hanekam
“De kinderen zijn wel veranderd. Toen ik op school kwam was iedereen nog heel braaf. Op een gegeven moment ging iedereen zich anders kleden. De Beatles waren invloedrijk. Dat zag je echt aan de haardracht en de kleding van de kinderen. Op een gegeven moment had je ook zo’n punkperiode. Dat was in de jaren tachtig. Toen begon ik net als docent. Ik was toen nog heel jong. En dan sta je ineens voor een groep kinderen, die bijna even oud zijn als jezelf, maar die niet volgens de regels wilden sporten.”

“Die punkers hadden allemaal veiligheidsspelden in hun oren en een hanekam. Prima, maar in de gymlessen mocht dat natuurlijk niet, want dan zijn al die scherpe dingen in je oren gewoon gevaarlijk. Dat vond ik een vrij lastige periode. Daarna kreeg je de ‘Greasetijd’. Alles werd weer wat vrolijker en gezelliger. Er kwam ook veel meer muziek. Al die muziekstromingen zag je ook terug op het schoolplein, bijvoorbeeld hiphop. Daarbij werd ook gedanst. Het is hier nooit saai geweest. Elke dag is op deze school anders.”

Vertrek
“Ik ga nu met pensioen. Ik zou nog wel een paar jaar door kunnen gaan. Maar ik vind eigenlijk dat jonge mensen voor de klas moeten staan. Er zijn veel werkloze jongeren binnen mijn vakgebied. Ik heb het ruim veertig jaar gedaan en het superleuk gehad. Maar je wil als leerling soms ook wel een leuke, vlotte docent voor je hebben staan. Eentje die zelf nog in de ringen kan hangen. Ik heb in de loop der jaren wat blessuren opgelopen. Ik kan dat niet meer.”

“Ik heb nog tijd om andere dingen te doen. Ik weet nog niet wat. Dat wordt wel een dingetje voor mij, het afscheid nemen. Deze school was wel mijn hele leven bijna. Het was mijn werkzame leven, maar er zat ook veel hobby in. Ik ga eens nadenken wat ik nu allemaal kan gaan doen.”

Leiden Maatschappij Onderwijs


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×