Slavernijverleden herdacht in museum Volkenkunde

Dit jaar is het 150 jaar geleden dat Nederland de slavernij in de koloniën afschafte. Geschat wordt dat er op dat moment zo’n 45.000 tot slaaf gemaakten, vrij man of vrouw werden. Met Keti Koti (Verbroken ketenen) wordt elk jaar de slavernij herdacht en de afschaffing ervan gevierd.

Ook in Leiden, in Museum Volkenkunde, is er op 30 juni een speciaal programma en wordt tijdens een herdenking in de museumtuin onder andere een zogenaamd plengoffer gebracht. Een onderdeel van de traditionele Surinaamse Winti-religie. Bij een plengoffer wordt er water uit een kom gesprenkeld en gegoten terwijl gebeden en liederen klinken.

Twee generaties
Denussa Frijde brengt samen met haar oom Sylvester Aboikoni het plengoffer. Zij is afstammeling van de marrons, die in de tijd van de slavernij de Surinaamse plantages ontvluchtten en in het binnenland hun eigen dorpen vormden. Haar overgrootvader Agbago Aboikoni was tot 1989 opperhoofd van de Saamaka, een van de marrongemeenschappen in Suriname. De aanwezigheid van twee generaties zien we ook terug bij de minilezing die cultureel antropoloog Thomas Polimé samen met zijn zoon houdt.

Op het programma staan verder zang door de Surinaamse seniorengroep Voor Elkaar, een gedicht door stadsdichter Zoë van de Kerkhof en speeches door museumdirecteur Marieke van Bommel en burgemeester Henri Lenferink. Het programma wordt afgesloten met de kranslegging. De herdenking in de museumtuin duurt van 15.00 tot 16.30 uur.

Leiden Maatschappij