Gemeenteraad bespreekt plannen van particulier museum aan Pieterskerkhof

De Leidse raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling buigt zich donderdagavond over de plannen die de Stichting Huis van Leyden (HvL) heeft met de panden aan het Rapenburg 48,  Pieterskerkhof 4a en Pieterskerkhof 4b. De stichting is eigenaar van de panden en wil er een museum voor ‘Joods-Christelijke kunst’ vestigen. De kunstcollectie is eigendom van de oprichters van het Huis van Leyden.

De stichting wil de kunststukken presenteren in combinatie met muziek, literatuur, educatie, bezinning (rust en stilte), natuur en andere vormen van kunstexpressie. “Behalve ruimte voor de kunst zal het ruimte bieden aan educatie en onderzoek”, staat in de toelichting bij de aanvraag van HvL aan de gemeente Leiden die een omgevingsvergunning moet verlenen om het gebruik van de panden als museum mogelijk te maken. “Om alle kunstzinnige activiteiten in twee woorden te vatten, wordt het Huis van Leyden een ‘museaal instituut’ genoemd.”

‘Het Huis van Leyden wil een verrijkende en inspirerende ervaring bieden die de bezoeker raakt, kennis delen over de schoonheid van de christelijke kunst en de verhalen die zij vertelt, evenals haar blijvende betekenis voor de samenleving van vandaag. Het Huis van Leyden heeft de ambitie om een prominente rol te spelen in Leiden, niet als traditioneel museum, niet als kerk en niet op evangeliserende wijze, maar als een instituut dat zich richt op kennisoverdracht, onderzoek, educatie en caritas.’

Omgevingsvergunning
Het is de eerste keer dat de Leidse gemeenteraad een advies moet uitbrengen over een omgevingsvergunning. Het gaat om een zogenoemd pré-advies waarbij de raad gevraagd wordt of men van plan is om in te stemmen met dit initiatief, wanneer de formele aanvraag wordt ingediend. Ter voorbereiding hebben de raadsleden begin deze maand een presentatie over het plan van de initiatiefnemers van het Huis van Leyden gekregen.

De kunstcollectie van HvL komt uit de middeleeuwen en renaissanceperiode. Het gaat daarbij om de dertiende tot het begin van de zeventiende eeuw en bestaat voornamelijk uit schilderijen en beelden. daarnaast zijn er ook glazen, zilveren en ivoren kunstwerken en boeken.

Restauratie
Voordat het museum in de panden kan trekken, is een grote renovatie noodzakelijk. Naast het restaureren van de karakteristieke, gemeentelijke en Rijksmonumentale panden, wordt er bebouwing toegevoegd, zoals is te zien op onderstaande impressies. Ook komen er een groen voorhof, binnentuinen, -patio’s en twee daktuinen. Na de verbouwing bestaat het complex uit een tuin(kamer), een educatieruimte, een bibliotheek, een kunst- tentoonstellingsruimte, een muziekzaal voor lezingen en uitvoeringen, en stilteruimte en een eetzaal. Ook komen er werkruimtes.

Er is volgens de aanvragers sprake van ‘een zeer hoog ambitieniveau’. Zowel voor de museale functie als voor de architectuur. “Er wordt samengewerkt met verschillende professionele lokale, landelijke en internationale bureaus en organisaties om dit plan tot een succes te maken.”

Sloop
Er wordt niet alleen gerestaureerd en bijgebouwd. Een deel van de bestaande bebouwing wordt gesloopt. De monumentale gymzaal kan niet behouden blijven zonder dat het plan er slechter van wordt. Dat vinden niet de initiatiefnemers, maar ook de stedenbouwkundigen van de gemeente. Op de plek van de gymzaal komt een voortuin aan het Pieterskerkhof met ervoor een tuinmuur. De bestaande gevelopbouw van de gymzaal wordt daarvoor als basis genomen. De tuinmuur moet verder een open karakter krijgen.

 

Cultuur Leiden Maatschappij Huis van Leyden