Deel dit bericht!  

Internationale architectencombinatie geselecteerd voor restauratie Lakenhal

De commissie die zich de afgelopen periode boog over het selecteren van de architect die de restauratie en de uitbreiding van Stedelijk Museum De Lakenhal gaat uitvoeren, heeft unaniem gekozen voor restauratiearchitect Julian Harrap Architects (JHA) uit Londen in combinatie met het jonge, talentvolle architectenteam HappelCornelisseVerhoeven (HCV) uit Rotterdam. Dat is gisteren bekend gemaakt tijdens een feestelijke bijeenkomst in De Lakenhal. JHA tekent voor het restaureren van de bestaande gebouwen, HCV ontwerpt de nieuwbouw.

Audiofragment: Wethouder De Haan en museumdirecteur Knol over de architectenselectie.

De twee architectenbureaus zijn uitgekozen op basis van reputatie en plan van aanpak. Een echt ontwerp is er nog niet. Dat wordt de komende maanden gemaakt. Nog voor de verkiezingen in maart 2014 hoopt cultuur-wethouder Jan-Jaap de Haan de definitieve plannen aan de gemeenteraad voor te leggen.

Wethouder Jan-Jaap de Haan is verguld met de geselecteerde architecten: “Oude meesters in combinatie met jong talant. Dat past perfect bij De Lakenhal”. Ook museumdirecteur Meta Knol kan haar geluk niet op: “Je hebt van die dagen in je leven die heel belangrijk zijn. En dit is zo’n dag”.

Audiofragment: De architecten Nienke Happel en Julian Harrap tekenen respectievelijk voor de nieuwbouw en de restauratie.

Ook de architecten kunnen niet wachten om aan de slag te gaan. Nienke Happel van HCV Architecten uit Rotterdam heeft er heel veel zin in. Ook Julian Harrap vindt het een eer om in Leiden aan de slag te gaan. De internationaal vermaarde architect vindt De Lakenhal een ‘magical building’.

Harrap ziet veel mogelijkheden voor een zorgvuldige restauratie van De Lakenhal. zowel voor het gebouw als het interieur: “Als het museum in 2017 weer opengaat moet je eigenlijk niet zien dat wij hier geweest zijn, zegt hij. We gaan voor evolutie, niet voor revolutie. Je komt straks niet naar een nieuw museum, je komt naar het oude museum dat opnieuw wordt gepresenteerd.”

Harrap vindt dat veel historische gebouwen in europa tegenwoordig worden ‘overgerestaureerd’. Dat vindt hij zonde: “Je moet kunnen zien dat er in een gebouw honderden jaren is gewoond of gewerkt. There is a tradition in europe to slightly overrestore buildings. There’s a dialoque now: how old do we leave it looking and how new can an old building look when it’s been overrestored.”

Als voorbeelden van zijn werkwijze noemt hij een weefgetouw dat in De Lakenhal staat: “Daarop zie je nog de sporen van de plek waar de enkels van de wever op hebben gerust. Die moet je blijven zien.” Ook aan het gebouw zelf moet je de historie kunnen blijven zien. Harrap: “Veel moderne musea zijn net nachtclubs met lampen over het hele plafond. Je kan de gloeilampen vaak niet ontwijken en je ziet niet de echte kleuren van de collectie. Natuurlijk licht is het beste licht om de voorwerpen in te zien.”

Als het aan Harrap gaat het museum tijdens de verbouwing niet helemaal dicht. Dat is nu nog wel de planning. Liever ziet Harrap dat de werkzaamheden deel voor deel worden afgerond: “Op die manier blijft het museum ook tijdens de werkzaamheden voor de stad behouden en kunnen de mensen blijven komen. Bovendien heeft het nog een voordeel zegt Harrap met een brede glimlach: “Series of openings, means lots of parties”.