Deel dit bericht!  

Ruimte voor vrouwen!: Vrouwen nemen de Senaatskamer over

In de Senaatskamer in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden hangt normaal maar één portret van een vrouwelijke hooggeleerde. In het kader van de Internationale vrouwendag opende de deuren naar een Senaatskamer met 99 portretten van vrouwelijke hooggeleerde van de Universiteit Leiden. De portretten zijn nog de komende maand te zien in de Senaatskamer aan het Rapenburg.

Maaike Lek was aanwezig bij de opening van ‘Ruimte voor vrouwen!’ en sprak met Judi Mesman,onderdeel van Athena’s Angels en hooggeleerde aan de faculteit van Sociale Wetenschappen, Ingrid van Biezen, hoogleraar aan de faculteit van Sociale Wetenschappen, Wille Otterspeer, hoogleraar Universiteitsgeschiedenis en beheerder van het Universiteits Museum, en Speer Bentall, van het ontwerpbureau Bentall_Bommeltjé.

Het project ‘Ruimte voor vrouwen!’ is opgezet door Athena’s Angels, een organisatie die op komt voor de vrouwen in de wetenschap. “We hoorde dat bij Oxford University en Hartford College iets was gedaan met portretten van vrouwelijke hooggeleerde,” vertelt Judi Mesman, onderdeel van Athena’s Angels en hooggeleerde aan de faculteit van Sociale Wetenschappen. “In de grote hal, de plek waar iedereen eet, hadden ze portretten opgehangen. Dat heeft ons geïnspireerd.”

Genoeg ruimte
Op de 99 portretten in de Senaatskamer zijn (oud)hoogleraren te zien van alle faculteiten van de Universiteit Leiden. “Het zijn 99 vrouwen, dit is ongeveer 95% van de vrouwelijke hoogleraren van de Universiteit,” aldus Judi Mesman. Tussen de portretten zijn ook foto’s te vinden van een lege stoel. Op deze manier willen de ‘Angel’s’ duidelijk maken dat er nog genoeg ruimte is voor vrouwelijke hoogleraren.

In 1735 werd het eerste portret opgehangen in de Senaatskamer. Het schilderij van Desiderius Erasmus startte een traditie. Sindsdien zijn hoogleraren met bijzondere wetenschappelijke carrières te zien aan de muren van de kamer. Sophia Antoniades, de enige vrouw die normaal in de Senaatskamer te vinden is, was in 1929 de eerste vrouwelijke hoogleraar.

Overleden hoogleraren
Om in de Senaatskamer van de Universiteit te komen moet een hoogleraar voldoen aan drie criteria. Ten eerste moet de hoogleraar hoogstaand wetenschappelijk werk hebben verricht, ten tweede is het belangrijk welke kunstenaar het portret heeft gemaakt en de hoogleraar moet overleden zijn. Om er voor te zorgen dat meer vrouwen op de muur van de Senaatskamer komen te hangen wordt het laatste criteria binnenkort afgeschaft. “Het college heeft besloten om ook levende hoogleraren toe te laten,” vertelt Willem Otterspeer, hoogleraar Universiteitsgeschiedenis en beheerder van het Universiteits Museum. “Dus in de komende maanden zullen waarschijnlijk een tiental vrouwelijke hoogleraren portretten bijkomen in de Senaatskamer.”

De portretten blijven een maand lang hangen in de Senaatskamer. “Na deze maand is het de bedoeling dat de individuele portretten een meer permanente plek krijgen door de hele Universiteit,” vertelt Judi Mesman. “We willen permanent aandacht houden voor het feit dat vrouwen ook hoogleraar kunnen zijn.”