Jos van den Broek vierde zijn 66e verjaardag met een educatieve voorstelling in de Leidse Schouwburg. (Foto: PR).

Hakketak, Francine sprak... emeritus hoogleraar Jos van den Broek

Jos van den Broek (1951) vroeg op zijn zevende aan zijn ouders hoe die stokoude Sinterklaas er ieder jaar opnieuw in slaagde om van de hemel op aarde terug te komen. In een eeuwenoude heilige kon Jos gewoon niet geloven. Het antwoord dat de Sint niemand anders was dan oom Piet en dat zwarte Piet werd gespeeld door tante Riet, deed hem over de grond rollen van het lachen. Sindsdien is het nooit meer goed gekomen met hem.

Vragen stellen werd een tweede natuur. Bij gebrek aan Montessori-onderwijs in zijn jeugd, volgt hij dit maar nu in de praktijk. ‘Playful’ is his middle name. Dit alles vind je op zijn eigen website. Ik moest er erg om lachen want zo ken ik Jos inderdaad. We raakten via de social media ‘bevriend’, Facebook om precies te zijn.

Wie het vriendschapsverzoek stuurde, hij of ik, weten we beiden niet meer, wel dat het enorm goed klikte toen Jos met zijn Loes mijn toenmalige barokke winkel aan de Hooigracht binnenstapten waar mijn Hans en ik voor de zoveelste maal meubels van links naar rechts sjouwden om er nog omzet uit te kunnen genereren. “Ik vind ze hartstikke leuk,” zei Jos terwijl hij voorzichtig op een stoeltje met een engeltje in de rug ging zitten. “Maar ik kan me voorstellen dat je er in deze tijden van schaarste geen mensen meer voor in de rij hebt staan.”

Realist, humorist en enorm lief. Een brein dat alle kanten op stuitert, handen die geen rust kennen, waardoor er met regelmaat nieuwe onderzoeken op wetenschapsgebied gestart worden en kunst met zijn initialen erop die door Leiden rondgaat. Kennis verspreiden, dus onderwijs, is nog steeds zijn liefste bezigheid, pensionado of niet. Altijd druk, vol met ideeën. Het werd tijd om hem eens antwoorden op mijn Hakketak-vragen te laten geven.

Wat vindt Jos van Leiden?

Leiden, stad van mijn hart, dat gaat voor mij op, ja. Echt wel! Als iemand me zegt dat ik geen echte Leidenaar ben omdat ik hier niet ben geboren, dan antwoord ik: “Juh, rot op! Ken ik dat helpen dan?” Ik ben hier dan niet geboren, maar wel hérboren, in 1970. Dat is alweer 47 jaar geleden. Een hele tijd. Ik weet niet beter meer. Heb ook overal en nergens gewoond: Groenhovenstraat, Herengracht, Van Swietenstraat, Boerhaavelaan, Soembastraat in de Kooi, Veenbes in de Merenwijk, Pieterskerkhof in het centrum. En nu in de Coebel, alweer zo’n twintig jaar.

Met Loes, een Leids meisje dat ook niet hier is geboren maar wel getogen: kleuterschool, lagere school – de Pacelli – en middelbare school – het Agnes. Ik heb haar uit Amsterdam terug naar Leiden gehaald, want hier hoort ze thuis. Vindt ze zelf ook.

Ja, ik heb hier gestudeerd: scheikunde, eigenlijk biochemie. Daarna in 1981 gepromoveerd bij professor Douwe Breimer, de latere rector-magnificus. Ik zie hem nog steeds. Fijne vent. Zeer geliefd bij de studenten. Ben op zijn advies wetenschapsjournalist geworden, niet omdat wetenschap niets voor mij was maar omdat ik uitleggen zo vreselijk leuk vind. Heb overal gewerkt – Nijmegen, Rotterdam, Den Haag, Rijswijk, Diemen, Amsterdam, Utrecht – maar ben steeds in Leiden blijven wonen. Op een jaartje Amerika na.

Zijn Alma Mater

Een jaar of vijftien geleden heb ik besloten terug te gaan naar de universiteit: eerst de VU maar dat beviel niet zo, en negen maanden later naar Leiden. Dat is toch mijn universiteit, mijn Alma Mater, zoals dat deftig heet. Ik vind het heerlijk dat dit zo’n brede universiteit is, van Archeologie tot Zoölogie, zeg maar. Fijn om met mensen van allerlei pluimage te kunnen samenwerken. Op een gegeven moment kreeg ik de vraag of ik buitengewoon hoogleraar biomedische wetenschapscommunicatie wilde worden. Een hele eer. Iets waarvan ik eigenlijk nooit van mijn leven had durven dromen. Als je me vroeger had gevraagd of ik professor wilde worden, had ik je vast lachend aangekeken. Kunstenaar had ik misschien willen worden, of poppenspeler. Maar professor…?

Pensioen hahaha…

Nu ben ik met pensioen. Ja, dat vind ik best moeilijk. Ik moest, maar wilde eigenlijk niet. Gelukkig kan ik nog een heleboel leuke dingen doen: samen met leuke en slimme studenten en promovendi onderzoek doen. Bijvoorbeeld hoe je beter gezondheidsproblemen kunt uitleggen aan mensen die slecht kunnen lezen. Onderwijs geef ik erg graag, ook aan kinderen. En ik geniet van schrijven en dingen uitzoeken. Heb er inmiddels een heleboel boeken op zitten, waaronder drie boeken met kindervragen. En er volgen er vast meer. Veel meer, als ik de tijd krijg!

Wat ik verder doe? Bestuurslidmaatschappen bijvoorbeeld, van stichting Peen & Ui en de Veenfabriek. Ik ben voorzitter van de straatnamencommissie van de gemeente Leiden. Met een paar vrienden proberen we in Leiden de Rembrandt Experience van de grond te krijgen. Want de grootste Leidenaar mag best wel meer aandacht, vind je niet?

Het leukste aan Leiden

Het leukst aan Leiden vind ik de Leidenaar. Lekker geen kapsones: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Een beetje een grote bek mag best, moet zelfs een beetje. Want je moet tegen een gebbetje kunnen. Niet dan?! Een te grote broek past niemand in Leiden, en dat vind ik prettig; daarom voel ik me thuis. Als mijn nichtjes met me in de stad lopen, zeggen ze dat ik iedereen ken omdat ik iedereen goedendag zeg. Haha! Ik ben nog net geen Aad van der Luit, maar het scheelt niet veel! Neen ik wil hier echt nooit meer weg.

Het fijnste plekje

Wat ik het fijnste plekje vind van Leiden? Poeh, da’s moeilijk! Ik vind de Coebel het best bewaarde geheim van Leiden: het is er heerlijk en rustig wonen. Het Pieterskerkhof met Old School is heerlijk toeven. Ook – meestal – zo’n oase van rust. De Pieterskerk zelf uiteraard, met het mooiste orgel van de wereld. Met alle prachtige kleine monumenten waar ik graag over vertel. Met de zon door de ramen op de geboende grafstenen. Zo mooi! Ik zit graag bij Vooraf & Toe aan de Botermarkt. En als we niet thuis eten, prik ik graag een bordje leeg bij Wolf en Wilma van Catootje aan de Markt, op de Kaasmarkt. Wolf heeft er altijd een heerlijk glas Duitse wijn bij. Zelf geïmporteerd.

Wat zou je doen als Leiden niet meer zou bestaan?

Als Leiden niet meer zou bestaan, zou ik naar de Achterhoek verhuizen, dichtbij Duitsland. Of naar Münster – de stad van Jantje van Leiden. Hoewel die daar gruwelijk aan zijn eind is gekomen…

Thuis is rust met Bach en kunst

En thuis, niet te vergeten. Fijn om thuis te zijn, en mijn lievelingsmuziek te draaien. Veel Bach. En genieten van Leidse kunst aan de muur. Want dat is ook heerlijk: we hebben veel uitstekende kunstenaars in onze stad. Helaas hebben we geen plekje meer vrij aan de muur, want anders zou ik het wel weten! Er zijn nog heel wat kunstenaars die we eigenlijk een plekje zouden gunnen.

Het gekste dat ik ooit heb meegemaakt in Leiden? Ach, wat is gek. Ik vond het wel bijzonder dat we een paar jaar geleden Kofi Annan naar Leiden hebben kunnen halen voor de Hope XXL conferentie. Heel erg aardige man. Daar kan ik heel erg van genieten als dat lukt.

Olifant!

Haha, je vraagt met wat ik van vrouwen op hoge hakken vind. Grappige vraag! Wil je het echt weten?! Ik vertel kinderen weleens dat vrouwen op hakken op een olifant lijken. Ja, heus! Geloof je me niet? Olifanten lopen net als hogehakkendames op hun tenen, met een soort van kussentje onder hun voeten, eh poten. Kijk je me nou nooit meer aan? Geloof ik niks van! (Grijns).

Jos van den Broek op LinkedIn: nl.linkedin.com/in/josmvandenbroek
Jos van den Broek live: www.youtube.com/watch?v=bPDJ_Sysrxs
De boeken van Jos: www.uitgeverijmicromys.nl/boeken

Hakketak Leiden Hakketak


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×