Deel dit bericht!  

Nachtraad wil Leidse nacht nieuw leven in blazen

De Leidse Nachtraad heeft een petitie met 2500 handtekeningen overhandigd aan de cultuurwethouder. Daarin wordt de gemeente gevraagd om samen met diverse organisaties de Leidse nachtcultuur naar een hoger niveau te tillen.

Reanne van Kleef sprak met Sebastiaan Schoenmaker en Roel Gielkens over de Leidse Nachtraad.

De Leidse Nachtraad werd half februari opgericht en is een samenwerking tussen diverse organisaties en ondernemers uit het Leidse nachtleven. Er is een manifest opgesteld waarin punten zijn opgenomen om het nachtleven op te laten bloeien. Eén van de zaken waar de Nachtraad zich voor inzet, is het vinden van creatieve locaties waar tegen een lage prijs een feest gegeven kan worden en waar kunstenaars en ondernemers elkaar ontmoeten.

“Dat zie je bijvoorbeeld op het NDSM terrein gebeuren in Amsterdam en in De PIP in Den Haag”, zegt Sebastiaan Schoenmaker van de Leidse Nachtraad. “We denken dat Leiden ook klaar is voor zo’n plek. Leiden heeft De Nobel, een fantastisch mooi poppodium. Maar dat vult niet de behoefte in van al die mensen die hier in en om de stad Leiden wonen.”

Roel Gielkens legt uit waarom de Leidse Nachtraad is opgericht. “We merkten dat verschillende feestorganisatoren in Leiden elkaar kennen en toffe initiatieven met elkaar willen ontwikkelen, maar vaak tegen problemen oplopen zoals het vinden van een geschikte locatie of het aanvragen van vergunningen. Er zijn een aantal organisatoren geweest die het voortouw hebben genomen en iedereen bij elkaar geroepen hebben. Na een stuk of vijf meetings merkten we dat alle neuzen redelijk dezelfde kant op stonden en werd het tijd voor een petitie die ook goed ontvangen werd door het publiek met 2500 handtekeningen.”

Behalve dat de leden van de Leidse Nachtraad elkaar versterken en ondersteunen, hopen ze ook op steun van de gemeente. Schoenmaker: “We hebben het wel de hele tijd over locaties, maar eigenlijk willen we heel de nachtcultuur naar een hoger niveau tillen. Dat betekent niet alleen dat er meer locaties moeten komen, maar dat er bijvoorbeeld ook naar tijdelijke invulling van panden die leeg staan gekeken moet worden. En hoe dat via ons of via andere organisaties ingevuld kan worden op een creatieve manier. Dat zie je in veel steden met pop-up stores of pop-up feestjes gebeuren. Laten we nou een keer samen met de gemeente kijken hoe we zo’n structuur kunnen verzinnen waarin dat allemaal veel soepeler kan gaan.”