Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) is de bekendste Leidse Islamgeleerde. Minder bekend is dat juist hij de methode bedacht waarmee rond 1900 de koloniale oorlog in Atjeh zowat gewonnen werd. Dit was de bloedigste oorlog uit de Nederlandse geschiedenis. Schrijfster en onderzoekster Vilan van de Loo duikt diep de archieven in en publiceert op Sleutelstad.nl twaalf weken achter elkaar een column.
Chris de Waard in gesprek met onderzoekster Vilan van de Loo over de manier waarop Christiaan Snouck Hurgronje in Leiden nog zichtbaar in in het dagelijks leven.
Bewonderen zonder kennis is gemakkelijk. Je sluit je aan bij de massa die onder de indruk is van een titel, van een stapel gepubliceerde boeken of van een naam die overal in de stad aanwezig is. Wie niet verder nadenkt, moet wel voelen dat Leiden vol bewondering is voor Christiaan Snouck Hurgronje.
Ga maar na. Je loopt over het Rapenburg en ja hoor, daar staat een massief miljoenenpand met gouden letters boven de voordeur: Snouck Hurgronje. Letter voor letter in het steen gebeiteld, aanwezig voor de eeuwigheid. Serieus, niet elke Leidse geleerde heeft zo’n pand op een A-locatie. Daar woonde hij. Na zijn dood ging het Snouck Hurgronje huis naar het LUF (Leids Universiteits Fonds) dat het later weer verkocht. De moderne tijd is vol wisselingen. Nu zetelen er organisaties in, maar die gouden letters glanzen nog steeds. Dat je voelt: die Snouck, dat wás iemand. Zeker. Maar wat voor iemand? Hou die vraag vast.
Ontdek hier de mythe over Christiaan Snouck Hurgronje. (Video: Kleef & Koop).
Het LUF heeft eind 2018 een Snouck Hurgronje prijs ingesteld, voor zoals Mare schreef: “onderzoekers met een goed plan voor interfacultair en interdisciplinair onderzoek. De Snouck Hurgronjeprijs is een bedrag van €5000, en wordt uitgereikt aan het beste studenteninitiatief dat zich richt op samenwerking tussen verenigingen, faculteiten of tussen de Leidse en Haagse campus.”
Ja, zo krijgt die naam nog meer glans. En dan is er de aanwezigheid van de Snouck Hurgronjestraat in de Professorenwijk en dan ook nog dat andere. Die prachtige ramen in het Groot Auditorium van de Leidse universiteit. Glas in lood. Daarin staat zijn portret met mannen als Willem van Oranje, Janus Dousa, Johan Huizinga en Cornelis van Vollenhove. Wanneer de zon op het raam staat, zie je halve heiligen.
Zo werd de roem die Christiaan Snouck Hurgronje vergaarde als vanzelf vergroot, herhaald en vastgelegd. Waarom was hij ook alweer beroemd?
Atjeh. Daar zat het begin en de kern van zijn Leidse roem. Tijdens de Atjeh-oorlog is hij in dienst van de Nederlandse overheid, die Atjeh, evenals de rest van Nederlands-Indië, onder het koloniale bewind wilde brengen. Militaire exepdities kregen pas succces toen Snouck Hurgronje, undercover als moslim opererend, cruciale informatie verkreeg en doorgaf. Nota’s, adviezen, rapporten, zodat de oorlog gewonnen kon worden, vooral dankzij het optreden van de toenmalige topmilitair J.B. van Heutsz. Een opportunistische vriendschap onderhielden ze, die snel op de klippen liep toen de een de ander niet meer nodig had, en de ander de een niet meer kon commanderen.
Nu denken we anders over een koloniale oorlog. We voelen er ook anders over. Vooral op social media, vaak de onderbuik van de samenleving, wijzen gemakkelijk beschuldigende vingers naar militairen uit het verleden. Zij krijgen alle schuld en verantwoordelijkheid toegeschoven. Net of er verder niemand was. Net of er geen koloniale samenleving bestond, waarin the modest and the mighty in Nederland profiteerden van de kolonie overzee. Winkels te over die linnengoed en kleding verkochten. Boeken en lezingen. Opleidingen voor ambtenaren in de Oost; Leiden kende zelfs een instituut voor de hogere PTT rangen in Indië.
Binnen die koloniale samenleving, nog maar enkele generaties geleden, nam Snouck Hurgronje een uitzonderlijke plaats in. Door zijn kennis, gedeeld met ambtenaren en militairen, werd de oorlog harder en meedogenlozer. Atjeh moest verslagen worden, koste wat het kostte aan mensenlevens. En Atjeh wèrd verslagen.
Dus Leiden, wat doen we nu met al dat eerbetoon aan deze Leidse professor? We kunnen het verleden niet uitgummen. Een kwastje verf over de gouden letters, een andere straatnaam, een aanpassing van de ramen, zulke zaken zijn zinloos. Wat we niet zien, dat vergeten we in onze beeldmaatschappij. Het zijn de zaken waar we ons aan ergeren, die vragen oproepen over het koloniale verleden, die ons dwingen tot nadenken en die van elk van ons, in deze Netflixtijd, eisen dat we historisch inzicht ontwikkelen. Omdat we Leidenaren zijn, met een koloniaal verleden in de stad.
Dit was de laatste aflevering in de serie over Christiaan Snouck Hurgronje.
Deze productie is tot stand gekomen met steun van het Leids Mediafonds.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907