Mentor bij JAS: een extra buur voor een statushouder

Gevlucht voor de oorlog in Syrië en dan in Leiden terechtkomen. Waar kun je wonen, hoe vindt je werk en hoe leer je het beste Nederlands? Na de grote instroom van vluchtelingen in 2015 en 2016 is er een speciaal programma opgezet voor statushouders: De Leidse inburgering. Een belangrijke schakel hierin zijn de mentoren van JA Statushouder (JAS). Vrijwilligers uit Leiden die een extra buurman of buurvrouw zijn voor de nieuwe stadsbewoner.

Een van die Syrische vluchtelingen is Malek Anas. Drieënhalf jaar geleden ontvluchtte hij de oorlog en kwam naar Nederland. Een land waar hij niets van wist behalve dat een tante van hem er al woonde. Maar Leiden voelde voor Anas meteen goed. “Mooie natuur, vriendelijke mensen. Alles beter dan in mijn eigen land.” In Syrië was hij boekhouder en dat wil hij graag in Leiden weer oppakken. Belangrijk is het leren van de Nederlandse taal en zijn diploma’s laten waarderen.

Bij beide zaken kan zijn mentor Willem ten Teije goed helpen. “Ik heb samen met Malek de formulieren gelezen en ingevuld voor de erkenning van zijn diploma’s. Dat zijn vaak lange zinnen en lastige woorden. Ik ben nu zes maanden zijn mentor, maar inmiddels zijn we meer vrienden. We hebben allebei een gezin met twee jonge kinderen.”

Voetbal kijken
Verder draait Anas ook mee in de vriendenapp-groep van Willem. “We kijken samen voetbal, mijn vrienden zijn heel open, ze vinden het juist leuk als Malek ook meekomt.” Daarnaast heeft Anas contact met zijn buren en met andere ouders op school. “Ook met de andere buitenlandse ouders praat ik zoveel mogelijk Nederlands.”

Het leuke van mentor zijn is voor Ten Teije dat je je eigen stad en land met nieuwe ogen bekijkt. “Wij hebben in Nederland allerlei gewoontes die voor ons heel vanzelfsprekend zijn, maar het zijn natuurlijk ook maar gewoontes. Het kan ook anders. Een van mijn vrienden denkt er inmiddels over na om zelf ook mentor te worden van een statushouder.”

Mentor Willem ten Teije en Malek Anas in gesprek met verslaggeefster Gerry van Bakel.

Via het gemeentelijk project JA Statushouder (JAS) worden statushouders en vrijwillige mentoren aan elkaar gekoppeld. Er wordt gekeken wie het beste bij wie past. Voor statushouders is het inburgeringstraject verplicht. De meeste zijn blij met een mentor die een helpende hand en een luisterend oor kan bieden bij alledaagse zaken.

Nederlands praten
Taken van een mentor zijn vooral de sociale inburgering in de stad. Een (eerste) contact buiten de officiële instanties om. Iemand om mee te praten, aan wie je vragen kunt stellen, een kop koffie mee kunt gaan drinken of die je wegwijs kan maken in bijvoorbeeld de bibliotheek en andere plekken in de stad. Samen Nederlands praten helpt ook. Eigenlijk zoals een soort buurman of buurvrouw. Hoe het mentorschap precies wordt ingevuld, hangt van de mentor en de statushouder zelf af.

Het mentorschap kost gemiddeld twee tot drie uur per week en je moet je minimaal voor zes maanden verbinden aan het mentorschap. JA Statushouders (JAS) zoekt op korte termijn dertig mentoren, mannen, vrouwen, studenten, jonge ouders en gepensioneerden iedereen kan een mentor worden. Ook mensen die zelf een niet-Nederlandse achtergrond hebben kunnen mentor worden, mits hun kennis van de Nederlandse taal voldoende is. Heb je interesse om mentor te worden? Meld je aan op de website van JAS.

Leiden Maatschappij