Leids bedrijf in frontlinie van wereldwijde jacht op coronavaccin

Het is momenteel de heilige graal van de bio-medische wetenschap: een vaccin tegen het gevreesde coronavirus dat wereldwijd al bijna veertigduizend doden heeft geëist. De Amerikaanse farmaceutische reus Johnson & Johnson lijkt de beste papieren te hebben met een veelbelovende kandidaat die het bedrijf aan het ontwikkelen is, onder andere in samenwerking met het Janssen Nederland dat in het Leidse BioSciencepark gehuisvest is. Een financiële injectie van één miljard dollar moet het mogelijk maken het ontwikkelproces van vijf tot zeven jaar te versnellen naar evenzoveel maanden.

Het Amerikaanse bedrijf verwacht dat in september begonnen kan worden met zogenaamde klinische testen bij mensen en dat begin 2021 een vaccin beschikbaar zou kunnen zijn. Johnson & Johnson zegt alles op alles te zetten om zo snel mogelijk een vaccin te hebben dat wereldwijd ingezet kan worden om deze ernstige crisis te bezweren. Daartoe investeert Johnson & Johnson ook alvast voor eigen rekening in het opschroeven van de productiecapaciteit om straks ook het vaccin snel te kunnen leveren.

Eerder succes
Het onderzoek naar een vaccin begon in januari van dit jaar zodra bekend was wat voor soort virus in China de eerste slachtoffers eiste. In talloze laboratoria gingen wetenschappers aan de gang. Zo ook bij Janssen in Leiden, een dochterbedrijf van Johnson & Johnson dat in het verleden al successen behaalde bij onderzoek naar vaccins tegen onder ander HIV, influenza, Ebola en Zika. Een vaccin-kandidaat wordt nu verder onderzocht. Daarnaast heeft het onderzoeksbedrijf nog twee andere mogelijke kandidaten achter de hand.

Naast de jacht op een vaccin, wordt ook onderzoek gedaan naar medicatie die al besmette en zieke personen zou kunnen genezen van corona, ook daaraan doet Janssen Nederland volop mee. Onderzoekslaboratoria overal ter wereld hebben databanken met chemische samenstelling waarin door Janssen naarstig gespeurd wordt naar een stofje dat COVID-19 kan verslaan.

Economie Leiden Maatschappij Science Coronacrisis