Het is oktober 2017. Simon maakt zich klaar om naar zijn studie Informatica te gaan. Tijdens het ontbijt vragen zijn ouders hoe zijn recente tentamens zijn gegaan. Hij reageert afstandelijk: “De resultaten zijn nog niet binnen.” Simon vertrekt van huis, maar in plaats van naar de hogeschool te fietsen, neemt hij een andere afslag en gaat naar een café. Hij pakt zijn laptop en kijkt filmpjes op YouTube.
Door Linda van Mil, Sander van Vliet en Roel van der Maas
In 2015 begint Simon* aan een bachelor Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. “Dat ging niet zo goed. Ik heb gewoon vwo gedaan zonder al te veel poespas, maar ik ben op mijn bek gegaan op de universiteit. De discipline zat er niet in en mijn niveau is denk ik niet hoog genoeg om daarvoor te compenseren. Daar ben ik op een gegeven moment open over geweest: ik heb tegen mijn ouders en omgeving gezegd dat ik ging stoppen met die studie. Dat was prima. Ik heb toen een bijbaantje gezocht en heb me georiënteerd op een volgende studie.”
Een jaar later begint Simon aan een studie Informatica op de Hogeschool Leiden. Even lijkt dat beter te gaan, maar door gebrek aan motivatie loopt Simon weer vast. “Het is niet zo dat ik mijn best heb gedaan en dat het niet is gelukt. Nee, ik heb er gewoon met de pet naar gegooid.”
Vanaf dat moment gaat het steeds minder goed, totdat Simon niet meer naar school gaat. Niemand uit zijn omgeving weet hiervan. “Je verzwijgt een college waar je niet heen bent geweest en vervolgens het tentamen dat je niet hebt gehaald. Dat escaleert. Ik heb een half jaar mijn studie volledig verwaarloosd en daarna ben ik gewoon andere vormen van tijdverdrijf gaan zoeken. Lange fietstochten maken, beetje wandelen, door de stad zwerven.”
Op een gegeven moment loopt ook de inschrijving van zijn tweede studie af. “Dat was voor mij heel moeilijk. Je hebt niks. Je kan wel eerlijk zijn tegenover de rest van de wereld, maar dat durf je niet. Ik presenteer mezelf graag als iemand die georganiseerd is en dingen goed regelt, maar dat was niet zo.”
Kop boven het maaiveld
Simon was tot voor kort een pretend student. Hij studeerde niet meer, maar deed voor zijn omgeving alsof hij dat wel deed: “Het kan behoorlijk eenzaam zijn. De helft van de dag zie je niemand omdat je zogenaamd studeert en de andere helft van de dag spreek je wel mensen, maar lieg je tegen ze.” Er zijn meer pretend studenten die net als Simon jarenlang in een web van leugens leven. Ze lopen vast in hun studie, maar komen daar niet eerlijk over uit tegen hun omgeving. Exacte aantallen ontbreken, omdat de meeste pretend studenten er met niemand over praten.
Volgens Jolien Dopmeijer, onderzoeker bij het Trimbos Instituut en de Hogeschool Windesheim, heeft dit voor een groot deel te maken met prestatiedruk. “We weten dat meer dan de helft van de studenten angst- en somberheidsklachten heeft. Ook ervaren veel studenten stressklachten. Dat lijkt allemaal te maken te hebben met die prestatiedruk”, zegt ze.
Studenten zijn veel bezig met het ontwikkelen van hun identiteit en die fase is al vrij kwetsbaar en stressvol op zichzelf. “Daarbovenop moeten ze zich staande houden in een prestatiegerichte maatschappij. Dat merk je ook duidelijk in het onderwijs: volle programma’s en veel maatregelen die gericht zijn op zo snel mogelijk die eindstreep te halen. Je moet heel wat uit de kast trekken om te laten zien dat jij met je kop boven het maaiveld uitsteekt”, aldus Dopmeijer. “Studenten blijven dan doorrennen om aan al die verwachtingen te voldoen. Tot ze er dus letterlijk bij neervallen.”
Ik ga er vanuit dat jullie allemaal naar de universiteit gaan
Simon vertelt dat hij het idee had dat de universiteit het hoogst haalbare was. “Ik keek neer op hbo en mbo. Het helpt ook niet als je een studieloopbaanbegeleider hebt die op de middelbare school zegt: ‘ik ga er vanuit dat jullie allemaal naar de universiteit gaan’. Het idee dat je van het vwo gelijk doorstroomt naar de universiteit is begrijpelijk, maar niet per se het juiste pad voor iedereen.” Ook ligt het volgens hem deels aan slechte studiekeuzes. “Als je een goede studiekeuze maakt, ben je meer gemotiveerd voor je studie. Dat was nu niet het geval.”
Helft afgevallen
Volgens Dopmeijer ligt het dan ook niet aan Simon, maar aan een tendens die in de gehele maatschappij te zien is. “Je kunt je afvragen of het een verkeerde keuze is, of dat je met de kennis die je toen had een juiste keuze gemaakt hebt maar dat je erachter komt dat het toch niet bij je past. Fouten maken is gewoon toegestaan, je leert immers altijd door fouten te maken. Maar studenten hebben vaak het gevoel dat dat niet mag, omdat het geld gaat kosten of dat het vreselijk is om een verkeerde studiekeuze te maken. Maar het moet oké zijn en niet een enorme financiële achterstand opleveren.”
Op de hogeschool viel het niet op dat Simon op een gegeven moment niet meer bij colleges verscheen. “In mijn werkgroep is de helft afgevallen in die anderhalf jaar. Dan word je minder gemist. Er werd ook in mijn eerste jaar gezegd: “Kijk links en rechts van je. Een van jullie zit er niet meer komend jaar”, zegt Simon. Dopmeijer kijkt daar van op: “Dat is natuurlijk echt het slechtste wat je kunt doen. Want dan zet je gelijk die druk neer en mensen durven niet eens meer af te haken.”
Er zijn nu mensen die af en toe achter mijn bureau langs lopen, waardoor ik gefocust blijf op mijn werk
De last van de leugen weegt zwaar op Simon. In het zogenaamde derde jaar van Informatica vindt hij het tijd voor een nieuwe start, maar eerlijk zijn is geen optie. “Ik had voor mezelf het idee dat als het dan uit zou komen, ik er in ieder geval iets tegenover moest stellen. Dat ik kon zeggen: mijn studie is niet gelukt, maar ik heb wel iets anders gedaan.” Van het geld dat eigenlijk voor collegegeld bestemd was, besluit hij een administratieve cursus op mbo-niveau te doen.
Omdat mensen in zijn omgeving op een gegeven moment vroegen of hij niet eens aan een stage moest gaan beginnen, zocht hij vanuit die mbo-opleiding ook een stageplek. Die stage verliep succesvol en inmiddels heeft hij een jaarcontract bij dit bedrijf. “Je hebt mensen die af en toe achter mijn bureau langs lopen, waardoor ik gefocust blijf op mijn werk en geen andere dingen doe. Dat deed ik bij mijn studie wel, omdat daar niemand is die op je let.”
Bestaansrecht
Ondanks zijn leuke nieuwe baan, wist tot voor kort niemand in Simons omgeving van zijn leugen. Hij realiseerde zich echter dat dit niet houdbaar was, zeker niet op het moment dat mensen hem begonnen te vragen naar zijn afstudeerscriptie. “Toen heb ik het aan mijn vriendin verteld, die was natuurlijk volledig gechoqueerd. Ze vond dat ik niet tegen haar had hoeven liegen.”
Het weekend erop vertelde Simon het aan zijn ouders. “Zij pakten het heel goed op. Echt, echt ontzettend goed. Je creëert zelf een angstbeeld, dat iedereen het ontzettend erg zal vinden en niemand meer met je wil omgaan als ze dit weten.” En dat komt Dopmeijer vaker tegen. “Ik zie veel jonge mensen die op zoek zijn naar bestaansrecht. Ze denken: als ik dit doe, dan voldoe ik. Maar er is geen ‘als dit’. Je voldoet gewoon per definitie omdat je geboren bent en je bestaansrecht hebt. Je bent er, punt.”
Ik heb geprobeerd hem te bellen, maar ik had geen nummer. Toen heb ik zijn ouders gebeld. Die wisten van niks.
De Universiteit Leiden kent het probleem van pretend studenten, maar kan niet altijd wat doen, zegt woordvoerder Caroline van Overbeeke. “Onze studieadviseurs hebben de taak om problemen van studenten op het gebied van bijvoorbeeld studievoortgang te signaleren en te helpen oplossen. Onze studenten kunnen ook met dit soort problemen bij hen terecht. Daarnaast hebben we diverse andere hulpmogelijkheden, tot en met studentenpsychologen aan toe. Maar voor de studieadviseur of de universiteit is het wel heel lastig om hulp te bieden als studenten echt ‘van de radar’ zijn en nergens op reageren.”
Titia Bouma werkte ruim 15 jaar als studieadviseur voor de universiteit en kreeg zelf te maken met een aantal gevallen van pretend studenten. “Er zijn geen protocollen voor, maar je moet alert blijven en er menselijk mee omgaan. En je moet proberen studenten te blijven mailen.” Eén keer heeft ze misschien zelfs een geval kunnen voorkomen. “Ik werkte toen als studieadviseur bij Russische studies. Op een gegeven moment was er een eerstejaars student die niet meer van zich liet horen. Ik heb geprobeerd hem te bellen, maar ik had geen nummer. Toen heb ik zijn ouders gebeld. Die wisten van niks. Ik heb ze aangeraden contact op te nemen met hun zoon.”
Geen schaamte
De hulp die de universiteit biedt bij mentale problemen gaat vaak niet ver genoeg, zegt onderzoeker Dopmeijer: “De wachtlijsten bij studentenpsychologen zijn heel lang. Dat kan veranderd worden door meer preventief te handelen.” Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat het bij studenten vaak aan mentale gezondheidsvaardigheden lijkt te ontbreken, stelt de onderzoeker. “Dat wil zeggen dat ze onvoldoende kennis hebben ontwikkeld over wat psychisch gezond is en wat niet. Dat is niet hun schuld, maar daardoor zijn ze niet altijd in staat om te herkennen wanneer er risico is. Daarvoor moet je wel een stukje veiligheid creëren op zo’n hogeschool of universiteit, zodat studenten erover durven te praten. Want dat is vaak de reden waarom ze weinig open zijn en geen hulp zoeken.”
Simon merkt dat hij zichzelf tekort heeft gedaan. “Ik heb mezelf de kans ontnomen om tijdens de periode dat ik eenzaam was, goed sociaal contact te hebben met mensen. Als ik gewoon open was geweest dan was het allemaal een stuk simpeler geweest.” Hij is uiteindelijk naar de huisarts gestapt om erover te praten. Dat is dan ook zijn advies aan mensen in een soortgelijke situatie. “Zorg vooral dat je er met iemand over praat want je hoeft voor niemand te liegen.”
Alhoewel Simon zijn verhaal nog niet met zijn echte naam wil doen omdat niet iedereen in zijn omgeving er vanaf weet, schaamt hij zich niet meer voor zijn situatie. “Ik ben terechtgekomen op een plek waar ik het leuk vind en waar ik voldoening haal uit mijn leven. Ik had twee jaar geleden niet gedacht dat ik daar nu zou zijn. Het is niet te laat om een grote zwaai aan het wiel te geven. Elke dag waarop je eerder open bent naar de buitenwereld is mooi meegenomen.”
*Simon is een fictieve naam. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.
Dit artikel is onder begeleiding van de redactie van Sleutelstad geschreven door studenten van de masteropleiding Journalistiek en Nieuwe media van de Universiteit Leiden.
Leiden MaatschappijSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907