De Leidse toproeiers Stef Broenink en Boudewijn Röell hebben zich geplaatst voor de Olympische Spelen in Tokio die 24 juli van start gaan. Zij waren samen met oud-Olympiër Yvonne van Dorp en parazwemmer Jonne Moleman te gast in de derde aflevering van Sport071 ‘The Road to Tokyo’.
In het eerste half uur van Sport071 Road to Tokyo zijn presentatoren Maxime Groot en Gerry van Bakel in gesprek met Stef Broenink en Boudewijn Roëll.
Voor Moleman is het bemachtigen van een ticket naar Tokio “een droom die werkelijkheid wordt.” De 21-jarige Moleman vindt het nog wat onwerkelijk, maar kan niet wachten de Spelen mee te maken. “Ik zag laatst een throwback van de Olympische Spelen in Rio,” vertelt Moleman. “Dan begint het toch wel te kriebelen.” Die kriebels zijn voor voormalig topatleet Van Dorp alweer een tijdje geleden. Zij nam in 1988 deel aan de Olympische Spelen en haalde de kwartfinale op de vierhonderd meter. “Ik kreeg nog per faxbericht dat ik de volgende ronde had gehaald.”
In het eerste half uur van Sport071 Road to Tokyo zijn presentatoren Maxime Groot en Gerry van Bakel in gesprek met Jonne Moleman en Yvonne van Dorp.
Tot het gaatje
Eten, trainen en slapen. Het komt de topsporters maar al te bekend voor. “Dat is wel een beetje hoe mijn dagen eruit zien ja”, zegt Moleman. Als Van Dorp een tip mag geven aan Moleman dan is het wel om ook rust te pakken. De oud-atleet weet als geen ander wat topsport van het lichaam vraagt. “Dat je af en toe kotsend langs de lijn staat”, zegt Van Dorp. “Dan weet je dat je iets teveel gevergd hebt van je lichaam. Dat is inherent aan topsport, dat hoort er gewoon bij.”
De pijlen van Moleman zijn gericht op Tokio en ze gaat voor goud, het liefst op alle vijf de afstanden die zij gaat zwemmen. “Ik heb een progressieve handicap,” legt Moleman uit, “dus mijn gezondheid gaat alleen maar achteruit. Ik weet niet wat de toekomst zal brengen, of ik Parijs nog ga halen. We gaan eerst voor Tokio.” Veel anders dan haar banen hier gaat het volgens de nuchtere Moleman niet worden. “Vijftig meter blijft vijftig meter. Het maakt niet uit of je dat hier zwemt of in Tokio.”
Genieten
Van Dorp was, net zoals Moleman, pas 21 toen zij naar de Spelen afreisde. “Je leeft dan echt in een bubbel, zoals dat nu gezegd wordt.” Toch is er volgens Van Dorp in de tussentijd ook veel veranderd. Het valt haar op dat er in de afgelopen jaren veel sprinttalent is opgestaan. “Dat is denk ik begonnen door alles intern te houden op Papendal. Ze worden gewoon heel goed begeleid.”
Dat sporters naar elkaars wedstrijden kijken tijdens de Spelen is volgens Van Dorp ook iets van de laatste jaren. Deze zomer kruipt ze zeker voor de buis om naar de race van Moleman te kijken, maar daar blijft het niet bij. “Ik kijk bijna alles”, aldus de topsprinter van weleer. Van Dorp geeft toe dat ze misschien iets te weinig heeft genoten van de Spelen. “Blijf niet teveel focussen op je prestaties,” zegt ze tegen Moleman. “Geniet ervan.”
Dat is iets wat toproeier Broenink wel kan beamen. “Je moet wel een beetje plezier erin houden. Het wordt vrij snel serieus,” vertelt Broenink lachend. Vanaf een berg in Oostenrijk, waar hij net zoals Röell op trainingskamp is, videobelt hij naar de studio. De roeiers slapen en eten op de berg, maar dat is niet de enige reden voor hun bijzondere verblijf. “Het enige doel daarvan is zoveel mogelijk op hoogte te zijn, waardoor je wat meer rode bloedlichamen aanmaakt. Dus het is eigenlijk een vorm van EPO”, grapt Broenink. “We gaan elke ochtend met de lift naar beneden, dat is ons woonwerkverkeer.”
Excelleren
Eenmaal beneden in de roeiboot is er niets wat de Leidse toproeiers ervan weerhoudt om vol te focussen op de training. Ook over het wel of niet doorgaan van de Zomerspelen wordt niet nagedacht. “Je bent bezig met trainen, daar moet je honderd procent focus voor hebben”, zegt Röell. “Op het moment dat je gaat trainen met twijfel of dat je je daardoor laat afleiden, dan maakt het niet uit of het doorgaat of niet. Dan ben je gewoon niet op je best.” Dus gaat Röell er maar vanuit dat de Spelen gewoon doorgaan en zet hij zijn beste beentje voor. “Ik heb altijd met die instelling getraind.”
Eenmaal op de spelen is volgens Röell alles mogelijk. Toch gaat het hem niet álleen maar om winnen. Hij wil vooral het beste uit zichzelf halen. “Ik ben tevreden als we de beste race varen die we kunnen varen.” Hij sluit niet uit dat hij ooit in de ‘acht’ stapt, maar heeft voorlopig veel plezier in de vier zonder stuurman. “Ik heb het gevoel dat de invloed die ik heb twee keer zo groot is, dat vind ik wel wat hebben.” Broenink stapt in de dubbeltwee, met als hoogste prioriteit om te excelleren in Tokio. Ook hij ziet kansen op een Olympische medaille. “Als je kijkt naar het veld, hoe dicht iedereen bij elkaar ligt, dan is het zeker mogelijk.”
De Leidse Röell kan bijna van alle sporten op de Olympische Spelen genieten. “Ik vind sowieso de Spelen vet”, zegt hij glunderend. “Het zijn allerlei mensen die excelleren in hun sport. Dat vind ik mooi om te zien, als mensen echt heel goed iets kunnen.” Ook al is daar volgens Broenink een flinke investering van minimaal zes jaar voor nodig, is de sport het meer dan waard. “Waar Kiki Bertens tijdens corona besefte dat ze tennis niet zo miste, had ik een omgekeerde ervaring”, concludeert Broenink. “Ik mis roeien best wel als ik het niet doe.”
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907