Ondernemend Leiden wil tienduizend extra banen in de stad

Leidse ondernemers krijgen te weinig ruimte van de gemeente. Dat vindt Ondernemend Leiden, de belangenvereniging voor ondernemers in de stad. Manager Erwin Roodhart legt uit: “De gemeente wil tienduizend huizen bouwen, dan moeten er ook tienduizend banen bijkomen.”

Ondernemend Leiden vreest dat bedrijven in Leiden in de verdrukking komen. “In de Lammenschansdriehoek hebben bedrijven plaats moeten maken voor woningen, zonder dat ze een andere plek aangeboden kregen.” Dat botst met een andere ambitie van de gemeente. “Als we de auto moeten laten staan en met de fiets naar ons werk willen, is het belangrijk dat we in de buurt van ons huis kunnen werken. Het zou zonde zijn als Leiden een grote woonwijk werd, waaruit iedereen elke dag met de auto naar zijn werk vertrekt.”

Ondernemend Leiden voert in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen gesprekken met de verschillende partijen uit de Leidse gemeenteraad. “Alle partijen hebben commissies die druk bezig zijn met het partijprogramma. Na de zomer willen ze die programma’s presenteren, dus we moeten nu met ze in gesprek gaan.” Hij heeft de indruk dat de partijen serieus willen luisteren. “Wat ze er precies mee gaan doen, is natuurlijk aan henzelf. In ieder geval staan ze open voor onze argumenten.”

Roodhart heeft twee grote wensen. “Als eerste willen we fysieke ruimte voor bedrijvigheid.” Hoe noodzakelijk dat is, schetst hij met een rekensom: “Er komen de komende jaren tienduizend woningen bij. Als elke woning twee of drie bewoners krijgt, groeit de stadsbevolking met tien tot vijftien procent. Dan moeten er dus ook tien tot vijftien procent meer banen bij, en dat moet in de stad.” Hij vindt dat de Oostvlietpolder en de Vlietzone langs de Voorschoterweg heroverwogen moet worden als bedrijfslocaties.

De tweede wens is een nieuwe ‘cluster’. “De Leidse economie staat op twee poten: de toeristeneconomie in de binnenstad en de hightec-economie op het Bio Science Park. Dat gaat heel goed, maar maakt ons ook kwetsbaar. Dat zagen we tijdens de coronapandemie, toen het toerisme stil kwam te liggen. Daarom zou het goed zijn als we een derde poot kregen om op te staan.” Hij haalt een historische parallel aan om zijn argument kracht bij te zetten. “Toen de lakenindustrie uit de stad vertrok, was er nog maar weinig van de stad over. Zo’n scenario moeten we voorkomen.”

Wat dat derde cluster zou moeten worden, weet Roodhart niet precies. “Je zou kunnen denken aan kunstmatige intelligentie en robotisering. Of we kunnen ons volledig in gaan zetten op duurzaamheid. We zijn een stad met veel mogelijkheden en veel kennis, dus we allerlei kanten op.”

Economie Leiden Maatschappij