De 63-jarige Jorge Mendez schaamt zich een beetje dat hij nog steeds niet goed Nederlands spreekt. Hij kwam al in 1978 hier wonen en volgde hier twee opleidingen. “Ik heb niet echt goed gevoel voor taal en heb veel moeite met de uitspraak. Misschien straks als ik met pensioen ben. Mijn kinderen zeggen ook vaak dat ze me niet goed begrijpen.”
Een nieuwe taal leren is niet gemakkelijk. Zeker niet als je wat ouder bent, of weinig sociale contacten hebt. Voor welzijnsorganisatie Buzz Leiden is taal een van de zes aandachtsgebieden. “Heel veel mensen vragen ons ook om taallessen”, zegt ontwikkelmakelaar Tessa den Dulk in de vierde aflevering van de podcastserie De Ladder van Andy Clark en Gerry van Bakel over de mensen van de Buurtontmoetingsplek (BOP) aan de Willem Klooslaan.
In de podcastserie De Ladder volgen podcastmakers Andy Clark en Gerry van Bakel de mensen van de buurtontmoetingplek (BOP) aan de Willem Klooslaan, aflevering #4 gaat over de taalles.
Taal is cruciaal als het gaat om meedoen in een samenleving. Zodat je in een winkel de juiste boodschappen kunt doen, zelf aan je huisarts kan vertellen waar je last van hebt, het schoolrapport van je kind kan lezen, je het nieuws kunt volgen. En makkelijker contact maakt.
Mendez kwam als vijftienjarige naar Nederland. Hij is geboren in Uruguay, zijn vader was daar vakbondsleider en moest vrezen voor zijn leven. Het gezin vlucht naar Argentinië maar daar is de situatie niet beter. In 1978 volgt de oversteek naar Nederland. Mendez had geen flauw benul waar hij terecht kwam. Het werd in een asielzoekerscentrum in Steenwijkerwold, een dorp in Overijssel.
Klompen
Hij herinnert zich nog de kou. “Daar stonden wij in februari met onze zomerkleren, terwijl er hier sneeuw en ijs lag.” En de klompen die iedereen bij de deur uittrok. “Ik snapte er niks van.” Zijn ouders blijven in Steenwijkerwold, hij vertrekt na een paar jaar naar Amsterdam. Hij doet een opleiding tot elektromonteur. Maar werk vinden is lastig, ook vanwege de taal. Later kiest hij voor een opleiding als sociaal maatschappelijk werker. En hij ontwikkelt zich als kunstenaar. “Ik schilder en teken en doe ook aan beeldhouwen.”
De laatste jaren woont hij in Leiden en op een gegeven moment komt hij terecht in de BOP. Sindsdien helpt hij met klusjes. En misschien komt hij nog eens in de verleiding om aan zijn Nederlands te werken. Op vrijdagochtend is er taalles zonder boeken, op verschillende niveaus. Niet allemaal in de BOP zelf, daar kan te weinig afstand worden gehouden, maar in de speeltuin Westerkwartier in de Ten Katestraat. Sinds kort is er ook een speciale mannengroep.
Harde klank
Het verhaal van Jorge Mendez staat niet op zichzelf. Er zijn meer mensen in de wijk die al jarenlang in Nederland wonen zonder de taal goed te beheersen. Omdat er nooit aandacht voor was, omdat ze te druk waren met werk. Vrijwilliger Lisette heeft het afgelopen jaar de beginnersgroep taalles gegeven. “In het Nederlands hebben we heel veel woorden met een harde g-klank. Voor mensen uit het buitenland is die heel lastig. Ik hoor ook wel eens dat mensen zeggen: hoe kan het nou dat iemand hier al zo lang woont en nog steeds geen Nederlands spreekt.”
Tessa den Dulk herkent die opmerkingen ook. “Zomaar jezelf een nieuwe taal aanleren is erg moeilijk. Daar heb je echt wat steun en hulp bij nodig. En als je misschien in je moederland niet of nauwelijks onderwijs hebt gehad is het extra lastig. Daarom bieden wij taallessen aan zonder boeken. Dat was een idee van een wijkbewoner zelf, die zei: ik heb al allerlei cursussen geprobeerd, maar het lukt me gewoon niet.”
Schooljuf
De opzet van de taallessen zonder boeken is informeel en laagdrempelig. Het idee is dat mensen samenkomen, een spelletje doen, een praatje aanknopen en op een gemoedelijk manier verder komen met de Nederlandse taal. Den Dulk wil het aanbod graag uitbreiden om meer te kunnen differentiëren in niveau. “We hebben daar nog meer vrijwilligers voor nodig. En je hoeft geen schooljuf of -meester te zijn om mee te draaien.”
De vrijwilligers van de taalles krijgen een mini-cursus vanuit het Taalhuis van BplusC en leren verder al doende. En dat brengen ze ook over op degene die naar de taalles komen. Mensen aan de praat krijgen en laten spelen met taal. Bijvoorbeeld een bingo met voltooid deelwoorden. En dan is het soms best lastig om ‘geweest’ te koppelen aan ‘zijn’ en ‘gezwommen’ aan zwemmen.
Kapper
Tarik uit Afghanistan spreekt al best een aardig woordje Nederlands. Met zijn huidige werk als taxichauffeur redt hij zich daar wel mee. Maar hij droomt van een andere baan. Het liefst wil hij kapper worden. “Maar dan moet ik eerst beter leren lezen en schrijven.” Ook Imam uit Syrië kan zich redelijk redden, maar streeft naar meer. “Ik moet nog heel veel oefenen. Een keer per week les is eigenlijk niet genoeg. Ik moet met meer mensen praten.”
Voor mensen die al een beetje Nederlands spreken en dat verder willen ontwikkelen in een-op-een contact zijn er ook de taalmaatjes van Gilde Samenspraak. Een landelijke organisatie die ook een afdeling heeft in Leiden. Den Dulk: “Wij proberen altijd zoveel mogelijk andere organisaties erbij te betrekken. Om mee samen te werken, om mensen naar door te kunnen verwijzen. Als ontwikkelmakelaar bemiddel ik tussen vraag en aanbod.”
Dit is deel 4 van de podcastserie De Ladder over de mensen van de BOP in Leiden Zuid-West. Je kunt de De Ladder ook terugvinden in je favoriete podcastapp. Deze serie is tot stand gekomen dankzij een financiële bijdrage van het Leids Mediafonds.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907