Virus of rivierkreeft oorzaak van dood karpers

De dode karpers in het water van het Leidse polderpark Cronesteyn leiden tot consternatie. Naast dat het een naar gezicht is, zorgt het op sommige plekken ook voor een penetrante lucht van dode vis. Volgens de Leidse stadsduiker en onderwaterkenner Aaf Verkade is er een schuldige aan te wijzen voor de plotselinge vissterfte, namelijk de Amerikaanse rivierkreeft. Het Hoogheemraadschap denkt echter aan een karpervirus.

“Wij denken dat deze rakkers de oorzaak zijn”, zegt Verkade stellig terwijl ze een Amerikaanse rivierkreeft omhoog houdt. “Ze knippen alle waterplanten af die nog enigszins zuurstof kunnen produceren. En ik denk dat het een beetje de druppel was die de emmer deed overlopen dat er nu in 24 uur meer dan 25 dode karpers zijn gevonden.”

Als Verkade even later in het water ligt, haalt ze een dode karper uit het water om verder te onderzoeken. “Kijk, dit is een schubkarper”, vertelt ze. “Die open bek die hij heeft laat ook zien dat hij zuurstofgebrek heeft gehad.”

Buurtbewoner Rob van Royen woont al 22 jaar in de buurt van polderpark Cronesteyn. Hij trok eerder deze week aan de bel over de vissterfte. Ook hij denkt zeker te weten wat de oorzaak is van de plotselinge, massale vissterfte. “Als er geen waterplanten zijn, dan is er ook geen zuurstof”, legt hij uit. “En het zijn vooral grote vissen die veel zuurstof nodig hebben, die kleinere vissen kunnen wel met wat minder toe.”

“Ik denk dus dat ze door verstikking om het leven gekomen zijn’, aldus Van Royen. “Dat blijkt ook uit de bevindingen van Aaf, al is er natuurlijk altijd de mogelijkheid dat er toch nog iets anders aan de hand is.”

Karpervirus
Het Hoogheemraadschap van Rijnland wil deze conclusie echter niet trekken. Experts van het waterschap denken eerder aan een karpervirus, al moet daar nog verder onderzoek naar worden gedaan. “De rivierkreeft komt eigenlijk overal in ons gebied voor, in behoorlijke aantallen ook”, zegt Mike Dijkstra van het hoogheemraadschap. “Maar zij zijn zeker niet per se verantwoordelijk voor de vissterfte, zeker niet als we nog een aantal dingen niet hebben uitgezocht.”

Leiden Maatschappij