Vroeger reden er trams in de straten van Leiden. Je kon met de tram via de Breestraat naar de Hoge Rijndijk, naar Den Haag via Wassenaar of Voorschoten en van Leiden naar Katwijk en Noordwijk. Een nieuw boek, De Nieuwe Blauwe Tram: Deel 4-Stadstrams in en om Leiden, uitgegeven in een reeks door Stichting De Nieuwe Blauwe Tram, vertelt beknopt het verhaal van de stadstrams in Leiden met mooie foto’s.
Stichting De Nieuwe Blauwe Tram hoopt in totaal elf boekjes uit te brengen. Het boek over Leiden wordt vooraf gegaan door twee delen over trammateriaal en één over de Haarlemse stadstrams. De tramlijn Leiden-Den Haag en de Bollenlijn Haarlem-Leiden komen in latere delen aan bod. Het eerstvolgende deel gaat over de beroemdste Blauwe Tram: Amsterdam-Haarlem-Zandvoort. De opbrengst van de boekjes komt ten goede aan de herbouw van een nieuwe Blauwe Tram, het tweelingtramstel A619/A620.
Paarden
De geschiedenis van de tram in Leiden begon met de komst van de paardentram in 1879. Er werden twee lijnen aangelegd: van het station naar de Haven en van het station naar de Hoge Rijndijk. Een rit van het station naar de Haven duurde tien minuten en een rit van het station naar de Plantage duurde twaalf minuten. Voor de gewone man was een rit onbetaalbaar. De tram was er voor de elite. Ruim dertig jaar bepaalde de paardentram het straatbeeld, maar op 31 augustus 1911 viel het doek voor de paarden.
De tramlijn van het station naar de Haven was toen al opgeheven. Er maakte te weinig mensen gebruik van. De tramlijn van het station naar de Plantage werd gelijktijdig met de stoomtramlijnen naar Katwijk en Noordwijk geëlektrificeerd. Er kwam ook een nieuwe eigenaar: de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij, de NZH. En er kwamen nieuwe, zwaardere elektrische trams. Wat er met de paarden is gebeurd, vermeldt het boek niet.
Verandering
De komst van de elektrische tram betekende dat het straatbeeld van Leiden moest veranderden. Het Kort Rapenburg werd overkluisd zodat de tram daarover heen kon. Woningen aan de Paardensteeg werden gesloopt om plaats te maken voor de Prinsessekade zodat daar dubbelspoor kon worden aangelegd. Oude foto’s van de verdwenen Paardensteeg laten mooie huizen zien aan het Galgewater. Je vraagt je af wat de bewoners vonden om afstand te doen van hun mooi gelegen woningen.
Vroeger reed de tram door de Hogewoerd. Dat werd een krappe aangelegenheid tussen de geparkeerde auto’s. Het plan om het spoor te verleggen naar het Levendaal werd nooit uitgevoerd. In de jaren vijftig wilde de gemeente Leiden van de tram af en de NZH wilde een modern busbedrijf worden. Op 7 oktober 1960 reed de laatste blauwe stadstram in Leiden. Zoals burgemeester Lenferink in zijn voorwoord opmerkt, nooit meer klonk de afscheidsgroet: “Tot ziens! Pas je wel op voor de Blauwe Tram?”
Oppassen
De grootste tekortkoming van Stadstrams in en om Leiden is het gebrek aan persoonlijke verhalen. Voor sommige details zal de lezer andere boeken moeten raadplegen. Zo komen de zienswijze van de Leidenaar over de komst van de tram en de reiservaring van Leidenaren in het boek zelden aan bod. Daar staat tegenover: het boek geeft in 44 bladzijdes de belangrijkste informatie over de Leidse stadstrams en het tramnet mooi weer, het heeft mooie foto’s en het is binnen een uurtje of twee makkelijk uit te lezen.
Overigens is het niet zo dat het niet meer mogelijk is om gebruik te maken van een Leidse stadstram. In Den Haag zijn bij de Scheveningen Tramweg-Stichting meerdere exemplaren in meer of minder originele staat bewaard gebleven en te huren voor een rondrit op het Haagse tramnet. Dus een beetje oppassen voor “De Blauwe” is nog steeds wenselijk!
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907