In het gebied rond station Leiden Centraal staan de komende jaren talloze ontwikkelingen op het programma. Zo komen er duizenden woningen in het gebied bij en worden er vele tienduizenden vierkante meters kantoorruimte toegevoegd.
Ook auto’s, bussen, fietsen en voetgangers moeten elk hun plek in het gebied krijgen en naast al die ontwikkelingen wordt het stationsgebied ook flink vergroend en verduurzaamd, zodat het ook een prettig verblijfsgebied wordt. De serie ‘de knoop ontrafeld‘ gaat uitgebreid in op al die ontwikkelingen rond het Knooppunt Leiden Centraal. In deze aflevering gaat alle aandacht uit naar de afwikkeling van het openbaar vervoer in het gebied. De bus staat daarbij centraal, evenals de opties voor de locatie van een nieuw busstation.
“Een nieuw busstation als het ware op spoorhoogte tegen het bestaande treinstation aanplakken, klinkt misschien wel ideaal, maar de voordelen zijn een stuk kleiner dan veel mensen denken”, zegt voormalig regiodirecteur Boudewijn Leeuwenburgh van NZH en ZWN. Hij had ruim achttien jaar zijn werkplek op het stationsplein. De NZH en ZWN waren in de jaren ’80 en ’90 de openbaarvervoerbedrijven in onze regio. In 1999 werd Connexxion de nieuwe naam.
Martin Verwoest is stedenbouwkundig supervisor bij de gemeente Leiden. Hij is al jaren betrokken bij de plannen om het stationsgebied klaar te maken voor de toekomst.
Omhoog tillen
Het huidige busstation met de perrons op een groot plein is niet heel efficiënt. Dat zegt Martin Verwoest van de gemeente Leiden. “De bussen passeren vaak voetgangersstromen. Dat zit elkaar in de weg.” Er zijn nu drie kansrijke oplossingen in onderzoek en daarbij is de plek waar de bussen nu staan niet meer in beeld. De bussen omhoog tillen, zodat de voetgangers er onderdoor het station in kunnen is een van de opties die nu wordt onderzocht. Het busstation komt dan op de hoogte van de huidige treinperrons. De bussen rijden vanaf daar richting Schuttersveld en Rijnsburgerweg en ook via de Dellaertweg naar de Plesmanlaan.
Spoor oversteken
“Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het wel een mooie oplossing”, vindt Leeuwenburgh. “Misschien kan je op dat ‘plus één niveau’ ook wat meer ruimte creëren. Bedenk alleen wel; het klinkt heel mooi om de bussen op hetzelfde niveau te hebben als het treinspoor, maar je kunt het spoor niet oversteken. Reizigers zullen dan dus altijd eerst weer de trap af moeten en dan via een andere trap weer naar boven. Het lijkt mooier dan het is.”
Taxi’s
De tweede oplossing is een nieuw busstation op de plek waar nu de taxi’s staan. Ook dan verdwijnen alle busstromen van de huidige locatie en de Bargelaan. Voetgangers kunnen dan vanuit de Stationsweg of de LUMC-zijde ongestoord naar het treinstation lopen. De bussen rijden ook in deze optie direct via het Schuttersveld naar de Langegracht of onder het Achmeagebouw door voor alle andere richtingen.
In de verkenning van deze locatie zit ook de mogelijke sloop van het gebouw van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Als er door de reizigersgroei veel busperrons nodig zijn, zou dan nodig kunnen zijn. “Maar dat gaat nog niet zo snel gebeuren”, zegt Verwoest. “Er is geen serieus gesprek over sloop gaande.” De taxi’s zijn volgens de stedenbouwkundig supervisor van de gemeente vrij makkelijk op een andere plek in te passen. “Ze zijn in elk geval niet leidend voor de ontwerpen.”
Ook Boudewijn Leeuwenburgh denkt dat de plek van het taxipalet zou kunnen. “Het is groot genoeg, maar er moet wel veel busverkeer worden afgewikkeld. Dat onderschatten mensen nog weleens. De bussen moeten op elkaar wachten en ook kunnen keren, want ze gaan er dezelfde kant er weer uit. Al die busbewegingen dat betekent nogal iets.”
Huidige plek
Een nieuw busstation met daarbovenop een woontoren was eerder ook in beeld als optie voor een nieuw busstation op de huidige plek. Bouwen op het nieuwe busstation kan niet bij de twee opties aan de stadszijde die nu worden onderzocht. “Dat klopt”, beaamt Verwoest. “Maar het nadeel van de huidige locatie is het doorkruisen van bus- en voetgangersstromen. Dat zit de verdere groei in de weg. Dan kan je beter een los gebouw op die plek zetten met woon-, werk- of commerciële functies. Alles wat bij een station aantrekkelijk kan zijn.”
Dat de bussen via de Joop Walenkamptunnel en de Bargelaan blijven rijden is ook een fors nadeel van een nieuw busstation op de huidige locatie. Uit de cijfers blijkt dat er aan de voor- en achterzijde van het station ongeveer evenveel reizigers lopen. “Omdat niet alleen het aantal treinreizigers nog sterk gaat toenemen, maar ook de groei van het aantal buspassagiers nog doorgaat, moeten er in dat geval veel meer bussen via die route gaan rijden. Met alle overlast en problemen op het gebied van de verkeersveiligheid als gevolg.”
Dat de huidige plek al is afgevallen, noemt Leeuwenburgh voorbarig. “Die zou ik voorlopig nog maar even achter de hand houden. Uiteindelijk zou het zomaar zo kunnen zijn dat die beter uitvalt dan de drie plekken die nu onderzocht gaan worden.”
Fietsenstalling uitbreiden
Als uit de verkenningen blijkt dat de bussen toch via de Bargelaan blijven rijden, dan moet er een oplossing komen voor fietsers en voetgangers. De bestaande stalling zou dan bijvoorbeeld fors uitgebreid kunnen worden tot voorbij de Bargelaan. Fietsers hoeven dan de weg niet meer te kruisen. Voor de voetgangers zou in dat geval een oplossing vanaf de perrons hoog over de bussen heen in beeld komen.
Ziekenhuis
De derde optie die als kansrijk wordt gezien in de verkenningen is een busstation bij het LUMC. “We moeten afpellen wat de beste oplossing is. Dan moet je alles verkennen. Ik durf nog geen voorspelling te doen”, zegt Verwoest. Eerder gaf wethouder Ashley North wel aan dat opties ook goed worden onderzocht om ze af te kunnen laten vallen. Dat kan heel goed gelden voor een busstation op het terrein van het ziekenhuis dat die ruimte wil reserveren voor toekomstige uitbreidingen.
Bouwewijn Leeuwenburgh was meer dan 23 jaar ‘busbaas’, waarvan het grootste gedeelte in Leiden waar hij op het Stationsplein dagelijks zag hoe het busvervoer in het stationsgebied verliep.
Exploitatie
Wat van groot belang is bij de locatiekeuze van een nieuw busstation is de exploitatie van het busbedrijf. “Die moet er absoluut bij betrokken worden”, zegt Boudewijn Leeuwenburgh. De Leidenaar kan het weten, want hij stond meer dan 23 jaar aan het roer bij de busmaatschappijen NZH en ZWN. “Ik had ruim achttien jaar mijn werkplek op het Stationsplein, waar ik actief was om het busvervoer aan te sturen.”
Dat komst van een nieuw busstation is bepaald geen sinecure, weet ook Leeuwenburgh. “In mijn NZH-tijd is 25 jaar lang gesproken over een nieuw busstation. Dat heeft geresulteerd in wat er nu is. De fout die toen gemaakt is, is dat ze de exploitatie van het busbedrijf er niet bij betrokken hebben. Dat zie ik nu ook weer gebeuren. Je moet zorgen dat er niet teveel lege kilometers gereden moeten worden. Je hoort weleens opmerkingen over bussen ergens anders zetten in bijvoorbeeld pauzes, maar dat zijn allemaal extra kosten.”
LUMC
Een busstation op de LUMC-locatie heeft volgens de voormalige busbaas veel nadelen. “Het is nog maar de vraag of dat de ideale plek is. Het gaat om een smalle strook die loodrecht op het station ligt. Ook is de afstand tussen bus en trein te groot. Zes- tot zevenhonderd meter. Dat is gewoon te ver voor mensen die moeten overstappen. En dat zijn er veel. Leiden Centraal heeft een regiofunctie, dus er komen heel veel mensen met de bus aan vanuit bijvoorbeeld Katwijk en Noordwijk. Eigenlijk is dat niet te doen.”
Bestemming
Als de bussen toch bij het ziekenhuis zouden komen, heeft dat in de ogen van Leeuwenburgh nog wel meer nadelen. “De mensen die uit het treinstation komen, zien de bussen dan van de achterkant. Dat wil je niet. Dat is nooit goed. Mensen moeten van te voren kunnen zien wat de bestemming is. Dat is nu ook al de meest gestelde vraag. Een ander nadeel is dat reizigers een busstation gewoon aan de kant van heg centrum verwachten. Zeker als ze niet bekend zijn in de stad. Bij Den Haag Centraal kregen we in het verleden de meeste klachten over de plek van de bussen. Dan liepen mensen het Stationsplein op en zagen geen bussen. Die stonden boven de sporen opgesteld.”
Tram
Welke oplossing er ook gekozen wordt, er zal rekening gehouden moeten worden met de komst van een tram. Verwoest: “Die is voor verdere toekomst in de stedelijke omgeving van Leiden en de buurgemeenten wel in beeld. Er is in Nederland geen stedelijke omgeving zonder tram. Dat zou dus een logische volgende stap zijn. Alles wat we nu doen, moet zo’n stap dan niet in de weg zitten.”
Luchtbanden
Er is inmiddels ook een alternatief voor een tramverbinding. Dat kan ook zonder rails. Het ‘Bus Rapid Transit‘ (BRT) is een tram op luchtbanden. “Een hele goede gelede bus met misschien wel meerdere ‘geledingen’. Dan heb je geen rails of bovenleiding nodig en dat is dus makkelijker in te passen. Zo’n BRT zou dan ook voor de langere afstanden door de streek ingezet kunnen worden. Dat zo’n tram op banden een goed alternatief kan zijn voor lightrail concludeert ook het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in een studie naar vervoersvormen.
RijnGouweLijn
Dat er plek voor een tram moet blijven, is ook de stellige overtuiging van Leeuwenburgh. “Ik schat in dat tramdiscussie absoluut weer terugkomt met de reizigersgroei die nog komt. De ruimte is er nu ook al. Het gebouw van de SVB staat niet voor niets op poten. Datzelfde geldt voor het Achmea-gebouw. Daar was in het verleden een aftakking voorzien van de RijnGouweLijn (RGL) naar het ziekenhuis in Leiderdorp. Ik heb de tekeningen nog liggen met de rails er al ingetekend.”
Kust
Een voorkeursvariant heeft Leeuwenburgh nog niet. “Daarvoor zijn de opties nog niet voldoende uitgewerkt. De LUMC-locatie heeft echter zoveel nadelen dat ik niet verwacht dat die eruit komt. De twee varianten aan de voorzijde ontlopen elkaar weinig qua afwikkeling van het busverkeer. In beide gevallen gaat dat via het Schuttersveld.
Voor buslijnen naar bijvoorbeeld Katwijk en Noordwijk ziet Leuwenburgh toch ook nog wel goede kansen voor een route door de Joop Walenkamptunnel. “En dan niet rechtsaf de Bargelaan op, maar rechtdoor langs het ziekenhuis met een halte voor de ingang. En dan van daaruit verder richting de Posthofrotonde of de Plesmanlaan.
De serie Knooppunt Leiden Centraal: ‘de knoop ontrafeld’ wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Leids Mediafonds.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907