Deel dit bericht!  

Stationsbuurt en Bètaplein in beeld voor Vierkant in Vierkant

Het plastiek Vierkant in Vierkant dat in 1917 werd ontworpen door de Leidse kunstenaar Theo van Doesburg, krijgt (uit)eindelijk een plekje in de stad. Waar het enorme kunstwerk komt is nog niet duidelijk, maar in elk geval niet op de Lammermarkt. Dat bleek gisteravond toen de raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling zich boog over de inrichting van de Lammermarkt als daar straks de ondergrondse parkeergarage klaar is.

[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/199044273″ params=”auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false&visual=true” width=”100%” height=”450″ iframe=”true” /]

Voorzitter Joque Mulder van Beelden in Leiden (BIL) herhaalde daar nog eens haar pleidooi voor plaatsing van het beeld op de Lammermarkt. Daar zou het in haar ogen het beste tot zijn recht komen. Vlakbij de Lakenhal. Wethouder Laudy voelt er niks voor. Hij krijgt de steun van de meeste politieke partijen. Het beeld is veel te groot voor het plein en zou elk jaar meerdere keren verplaatst moeten worden om plek te maken voor evenementen. Ook is Molen de Valk bestempeld tot hét icoon van de Lammermarkt. Er is daarom geen plek voor een tweede blikvanger.

Laudy beloofde wel om met BIL in gesprek te gaan over een alternatieve locatie voor het beeld. Mulder wil wel dat het op een mooie plek komt: “Niet weggemoffeld ergens aan de rand van de stad.” De rand van de stad is wel een van de mogelijke locaties die in beeld zijn bij Laudy: “Het Bètaplein is een plek die we zeker gaan onderzoeken.”

Het enorme kunstwerk , het oorspronkelijke ontwerp is twaalf meter hoog, komt maar op een paar plekken in Leiden goed uit de verf. Het moet centraal in een open ruimte kunnen staan, zodat het van alle kant goed is te zien. Dat kan op het Bètaplein, maar bijvoorbeeld ook ergens op het plein voor Leiden Centraal. Het kan echter nog wel jaren duren voordat duidelijk is of het kunstwerk daar kan komen. Al in 2010 waarschuwde de toenmalige cultuurwethouder Jan-Jaap de Haan dat de herontwikkeling van de stationsomgeving eerst een stuk verder moest zijn voordat kon worden bepaald waar het beeld zou kunnen komen. Dat geldt nu eigenlijk nog steeds. Het stationsgebied wordt de komende tien jaar gefaseerd aangepakt en de gemeente wil voorkomen dat het beeld toekomstige ontwikkelingen – letterlijk – in de weg staat.

Volgens Joque Mulder hoeft het beeld overigens niet persé twaalf meter hoog te worden: “Het ontwerp is dimensioneerbaar, dat zegt ook de erfgename van Van Doesburg. Negen meter, of als het echt niet anders kan zes meter, dat kan ook.” Wethouder Laudy lijkt daar dan weer niks voor te voelen: “Het is ontworpen voor twaalf meter.”

Beelden in Leiden betaalt de stichtingskosten van het beeld. Het wordt in beton of in kunststof uitgevoerd. Als het van beton wordt gemaakt, is inmiddels kunstenaar Ruud Kuier bereid gevonden om het te maken. Als er wordt gekozen voor kunststof wordt het door de Leidse kunstenaar Merijn Tinga gemaakt. In 2017 moet het een plek gekregen hebben. Dan is het 100 jaar geleden dat Theo van Doesburg in Leiden de kunststroming De Stijl oprichtte. De Lakenhal staat daar tegen die tijd uitgebreid bij stil.