Deel dit bericht!  

Mogelijk meer vuurwerkvrije zones en centrale vuurwerkshow

De gemeente Leiden wil het aantal plekken waar komende jaarwisseling geen vuurwerk afgestoken mag worden flink uitbreiden. In een notitie voor de gemeenteraad stelt burgemeester Lenferink dat uitbreiding van het vuurwerkverbod naar alle parken goed mogelijk is. Te denken valt daarbij aan het Ankerpark, het Katoenpark en het Noorderpark. Enkele kleinere parken komen niet in aanmerking voor een verbod omdat ze niet duidelijk zijn afgebakend. Een verbod is op die plekken niet goed te communiceren.

Ook gebieden rond verzorgingstehuizen, gehandicaptenhuisvesting, GGZ-instellingen komen in aanmerking. Dat zijn er zo’n veertig verspreid over Leiden. Verder kan een verbood ook worden ingesteld rond ziekenhuizen, scholen, de universiteit en bijvoorbeeld monumenten met een verhoogd risico op brand. Bijvoorbeeld molens met een rieten kap.

Het gaat er steeds om dat een ingesteld verbod handhaafbaar is en duidelijk gecommuniceerd kan worden. Dat is het geval bij de aangehaalde voorbeelden. Een totaal vuurwerkverbod mag Leiden overigens niet instellen. Iets verbieden dat landelijk gewoon is toegestaan, mag een gemeente niet. Op dit kaartje zijn alle locaties aangegeven waar eventueel een vuurwerkverbod ingesteld zou kunnen worden.

Vuurwerkshow

Naast het mogelijk uitbreiden van het aantal vuurwerkvrije plekken in de stad, wordt er ook nagedacht over het organiseren van een centrale vuurwerkshow. Komende jaarwisseling sowieso nog niet, maar eind volgend jaar zou de nieuwe evenementenlocatie bij Molen de Valk een goede plek zijn voor zo’n show, denkt de gemeente. De Lammermarkt is dan veranderd in een evenementenplein, bovenop de ondergrondse parkeergarage.

Leiden onderzoekt twee opties voor zo’n show. Een externe partij inschakelen die er een groter feest van maakt met  eromheen optredens om de kosten terug te verdienen of een vuurwerkshow die door de gemeente zelf wordt georganiseerd. In dat laatste geval moeten de raadsleden bij hun afweging rekening houden met een kostenpost van zo’n 30.000 euro.