Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) is de bekendste Leidse Islamgeleerde. Minder bekend is dat juist hij de methode bedacht waarmee rond 1900 de koloniale oorlog in Atjeh zowat gewonnen werd. Dit was de bloedigste oorlog uit de Nederlandse geschiedenis. Schrijfster en onderzoekster Vilan van de Loo duikt diep de archieven in en publiceert op Sleutelstad.nl twaalf weken achter elkaar een column.
Ontdek hier de mythe over Christiaan Snouck Hurgronje. (Video: Kleef & Koop).
Op maandag 9 februari 1925 was de hooggeleerde professor doctor Christiaan Snouck Hurgronje op het hoogtepunt van zijn roem. Die dag liep hij, zich wèl bewust van zijn naam en waardigheid, mee in de lange stoet van hoogleraren, ter ere van het 350-jarig bestaan van de universiteit Leiden.
Op het Rapenburg stond een filmcamera strategisch opgesteld. Iedereen moest er langs, zin of geen zin. De opname is bewaard gebleven en vertelt ons veel. Wat zien we? Voor Snouck Hurgronje en achter hem lopen de professoren, allen deel uitmakend van de stoet van wuivende toga’s, een optocht van geleerdheid, om een eerbiedige buiging voor te maken.
Chris de Waard in gesprek met onderzoekster Vilan van de Loo over de Leidse Islamgeleerde Christiaan Snouck Hurgronje.
Je herkent Snouck Hurgronje meteen.
Het lange postuur met de rechte rug. Dat smalle gezicht met baard. Die scherpe blik, gewend om mensen te taxeren. Even kijkt hij in de camera, dan loopt hij door. Later op de dag, tijdens een receptie, zal Hare Majesteit koningin Wilhelmina met hem en de natuurkundige Albert Einstein een gesprek voeren, dat, zo gaat het met vorstelijke gesprekjes, nergens over gaat en vooral een eerbewijs is.
Want nou ja, Snouck Hurgronje. Een naam van nationale, nee, van internationale faam.
Een sieraad voor de universiteit. Hij is islamoloog, Arabist, talenwonder, voormalig rector magnificus, een Leidenaar die geprezen is in binnen en buitenland vanwege zijn artikelen, zijn boeken en zijn kennis van zaken, die brieven ontvangt van zowat alle geleerden die ertoe doen, maar die in deze tijd niet, nooit tot de orde geroepen wordt vanwege zijn spionage, zijn al dan niet oprechte bekering tot de Islam of zijn adviezen om snoeihard op te treden in een koloniale oorlog. Hier kom ik op terug.
Even een stapje vooruit. Naar vandaag.
Het was die filmopname van Snouck Hurgronje, waardoor ik scherp mijn adem inzoog. Ik zag dat scherpe van hem, een havik die bereid is een prooi te zien. Dat scherpe vermenigvuldigde ik met een factor tien en toen begreep ik hoe hij als jonge man geweest moest zijn. Bloedlink, zeggen we nu. Een man die sneller dan het licht jou begrijpt en ernaar handelt. En dan mag je hopen dat hij niet tegen je is of jou als vijand beschouwt.
Met dat besef voelde ik me ongemakkelijk worden over ons stadslandschap met Snouck Hurgronje erin. Dat huis aan het Rapenburg. Die straat in de Professorenwijk. De glas in lood ramen. Via via hoorde ik over zaaltjes die naar Snouck waren genoemd. Er is meer dan ik dacht.
Je hebt dus: Snouck Hurgronje, de geleerde, de parel van de universiteit.
En je hebt de jonge Snouck Hurgronje, die in de koloniale oorlog van Nederland bereid was vijanden aan te wijzen. “Die, die en die” en vele anderen.
U weet, de kolonie bestond uit eilanden. Het noorden van het eiland Sumatra bestond uit de provincie Atjeh. Daar voerde Nederland al tijden een dure en bloedige oorlog. Winnen wilde niet lukken en dat kwam vooral door gebrek aan informatie over de cultuur van Atjeh zelf. Zoals ze in Amerika zeggen: no intelligence.
Snouck Hurgronje had uit een ander verleden een netwerk van moslims opgebouwd. Ze dachten dat hij ook moslim was. Een broeder die ze konden vertrouwen. In Atjeh vertelden ze hem wat hij wilde weten, en wat hij wist, vertelde hij aan de regering in nota’s, rapporten, brieven en adviezen. Hij adviseerde de regering om “hen zeer gevoelig te slaan”. Dat was volgens hem de enige manier om de oorlog met Atjeh te winnen en er een vorm van rust te brengen.
De rust van de overwinnaar.
Dat betekent: keihard militair optreden.
Aldus geschiedde.
Snouck Hurgronje maakte carrière in de wetenschap. In 1906 werd hij in Leiden hoogleraar Arabisch, in 1920/1921 rector magnificus en hij werd steeds beroemder en beroemder, even beroemd als Einstein, zo bleek dus in 1925.
Hoe méér ik weet van hetgeen Snouck Hurgronje in deed in Atjeh en in de tijd voor Atjeh, hoe minder graag ik dat filmpje bekijk. En u straks evenmin, dat garandeer ik.
Deze productie is tot stand gekomen met steun van het Leids Mediafonds.
Leiden Voorschoten Wetenschap snouckhurgronjeSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907