Blijven snijden in uitgaven om ook aan het einde van de maand nog geld over te houden voor dagelijkse dingen. (Foto: Gerry van Bakel).

Keihard werken en nauwelijks rond kunnen komen

Leven onder de armoedegrens is niet voorbehouden aan mensen met een uitkering. De werkende arme is terug van nooit weggeweest in Nederland. Moordende concurrentie voor kleine zelfstandigen of een torenhoge schuld kunnen je onderaan de ladder doen belanden. In deze aflevering van de serie ‘Geen rooie cent’, praten radiomakers Andy Clark en Gerry van Bakel met mensen die wel een baan hebben, maar toch in armoede leven.

Meneer Li heeft een eigen sushi-restaurant. Hij wil liever niet met zijn eigen naam in de media, maar wil wel graag zijn verhaal doen. Daarom noemen wij hem meneer Li. Sushi eten is hip en je zou dus verwachten dat je daar goed geld mee kunt verdienen. Misschien niet slapend rijk mee worden, maar wel een goedgevulde boterham als je bereid bent hard te werken. Volgens Li valt dat behoorlijk tegen. Hij kan eigenlijk nauwelijks zijn hoofd boeven water houden.

Sushi eten is misschien wel hip, maar veel Nederlanders kijken toch vooral naar de prijs als het om eten gaat. En vooral rond de Aziatische keuken ligt de verwachting veel voor weinig. Ooit begon Li met het idee om via de sushi een omwenteling teweeg te brengen. “Ik dacht we gaan het anders doen. We gaan goede kwaliteit leveren. Dan gaan mensen het vanzelf waarderen.” In het begin lukte dat aardig, maar de concurrentie is toegenomen. “We moeten met meer de taart verdelen.”


Dit is de derde aflevering de podcastserie ‘Geen rooie cent’ van Andy Clark en Gerry van Bakel.

Meneer Li hoeft niet naar de voedselbank. “Dat is het voordeel als je en eigen restaurant hebt,” zegt hij, “er is altijd wel eten.” Maar hij heeft per maand slechts 800-900 euro voor de huur, verzekeringen, kleding en dergelijke. Sparen voor een pensioen? Een arbeidsongeschiktheidsverzekering? Meneer Li moet er bijna om lachen.

De vraag is waarom Li zijn bedrijf niet stopzet en ergens in loondienst gaat? Er is toch veel vraag naar koks met ervaring? Maar verplichtingen en schulden maken het lastig om zomaar de zaak te sluiten. Het liefst zou hij zijn boeltje oppakken en emigreren naar een van de Scandinavische landen.

Ondernemers kloppen niet aan voor minima-regeling
Wethouder Damen maakt zich ook zorgen om de positie van de werkende armen en vooral kleine ondernemers en zzp-ers. Zij ziet hen als een groep met een groot risico om in armoede te vervallen. Een laag en vaak onregelmatig inkomen en meestal niet in staat om geld opzij te leggen voor een pensioenregeling. Zolang er nog gewerkt kan worden kan een deel van deze groep zijn of haar broek nog net ophouden, maar het vooruitzicht om van alleen AOW rond te moeten komen is niet rooskleurig.

Volgens de cijfers van het CBS zijn van de 6200 huishoudens die in aanmerking komen voor de minimaregeling van de gemeente Leiden er zo’n 1400 huishoudens die (parttime) werk hebben of een inkomen uit eigen onderneming vergaren. Dat is zo’n 22 procent. Ter vergelijk: van het totaal aantal huishoudens dat onder de norm zit heeft 33 procent een bijstandsuitkering en 25 procent pensioen.

Omdat ondernemers niet in de kaartenbakken van de gemeente zitten en meestal gewend zijn hun eigen zaken te regelen doen ze minder vaak dan andere minima een beroep op de regelingen. Ook meneer Li heeft eigenlijk geen idee dat hij recht zou hebben op bepaalde ondersteuning vanuit de gemeente. “Ik heb wel eens iets aangevraagd, maar ik hoor er niets op. Ik dacht dat is vast niet voor mij bedoeld.”

 

Schulden bij de erfenis
Een andere reden waarom iemand met een baan toch niet in staat is om rond te komen zijn schulden. Dat geldt ook voor Hans en zijn gezin. Sinds een par maanden komt hij elke week naar de Leidse voedselbank. Hans is buschauffeur. Zijn achternaam laat hij graag achterwege. Hij zegt dat hij zich niet schaamt dat hij bij de voedselbank loopt, maar wil toch liever wat meer anoniem blijven.

“Mijn inkomen is hoog genoeg, daar ligt het niet aan,” zegt Hans in het kantoor van de voedselbank. Zijn tas met boodschappen staat bij zijn voeten. Hij heeft wat tegenslag gehad. Eerst had Hans zelf al wat schulden opgebouwd die hij bezig was af te lossen toen zijn schoonouders overleden. De erfenis bleek te bestaan uit een portie verse schulden. En een oude camper, die niet veel meer waard is, maar waaraan Hans en zijn vrouw goede herinneringen hebben. “Maar we kunnen het stallingsgeld niet betalen en dus moet hij in de verkoop.”

Inmiddels zit Hans in een schuldsaneringstraject. “We houden maar heel weinig geld over. Ik ben blij dat we één keer per week naar de voedselbank mogen. Kunnen we weer een paar dagen eten.”

Eerdere afleveringen van Geen rooie cent verschenen op woensdag 25 september en woensdag 9 oktober.

Deze podcastserie is mede mogelijk gemaakt door het Leids Mediafonds. Eerdere afleveringen en artikelen zijn terug te vinden op www.sleutelstad.nl zoek op Geen rooie cent.

 

Leiden Maatschappij Politiek armoedebeleid2019 GeenRooieCent


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×