Klinisch onderzoek met proefpersonen bij het CHDR. (Foto's: CHDR).

De virus-estafette: CHDR broedt op snelle ‘virusdefensie’ die altijd paraat staat

Wat doet een medisch onderzoeksinstituut waar het werk drie maanden stil ligt door een virusepidemie? Je maakt plannen om snel uit die crisis te komen. Maar nog liever bedenk je hoe Nederland een volgende pandemie nog slimmer kan aanpakken. Bij het Leidse CHDR deden ze allebei: een startklare oplossing voor vaccinstudies, én een plan voor een nationale virusdefensie.

Eind januari, toen de crisis in Wuhan nog een ver-van-ons-bed show leek, hadden ze bij het Centre for Human Drug Research direct een ongemakkelijk gevoel. “Dit kan wel eens een wereldwijd probleem worden”, zei onderzoeksleider Ingrid de Visser-Kamerling tegen collega’s. Meteen beseften ze dat er straks om een werkend vaccin geroepen zou worden. Maar de ervaring van vorige epidemieën (van HIV en ebola tot Sars en Mers) leert dat het vaak veel te lang duurt voordat zo’n vaccin beschikbaar is. Dat kan vele levens kosten en – zoals nu – honderden miljarden aan economische schade.

100 proefpersonen
Zelf maakt het CHDR geen vaccins, maar ze zijn wel gespecialiseerd in het testen van vaccins op proefpersonen. En juist in die fase gaan vaak maanden verloren. De Visser: “Veel van die tijd zit in vergunningaanvragen, ethische toetsing, plus werving en screening van proefpersonen. Daar ben je elke keer vele weken aan kwijt. Die tijd willen we deze keer niet verliezen”.

Dus ging ze keihard aan de slag: met alle instanties praten. Protocollen schrijven en goedkeuring aanvragen, terwijl er nog helemaal geen vaccin was. En ook proefpersonen werven voor een vaccin dat er misschien nooit zou komen. De Visser: “We hebben fantastische medewerking gekregen. Procedures die normaal maanden duren, werden ingekort tot een paar weken. En nu staan we er klaar voor.” In Leiden staat een pool van honderd direct oproepbare proefpersonen klaar voor de eerste klinische studies met coronavaccins. “We hebben het aan verschillende grote farmabedrijven gemeld. En nu wachten we wie er aan boord stapt.”

Nationale defensie
De actie van De Visser en collega’s sluit perfect aan bij een groter plan dat Adam Cohen, de oud-topman van het CHDR in maart bedacht. Hij bedacht dat Nederland een nationaal leger heeft tegen de vijand die bijna nooit komt, én een nationale defensie tegen overstromingen. Waarom laten we de defensie tegen virussen dan in handen van particuliere bedrijven? Zou daar niet ook een soort nationaal leger nodig zijn?


Adam Cohen: pleidooi voor nationale virusdefensie

Die vraag liet hem in maart niet meer los. Hij lag tijdens het begin van de lockdown te woelen in bed en schreef die week een opiniestuk in Dagblad Trouw: “Nationaliseer de virusbestrijding”. Want, legde hij uit: van bedrijven kan je niet verwachten dat ze enorme reservecapaciteit opbouwen voor rampen die eens in de tien tot vijftig jaar te verwachten zijn. Dat kan alleen de overheid.

Cohen vindt dat Nederland heel zwak voorbereid was op de coronapandemie. Volgens hem hebben we met corona nog geluk gehad. Het volgende virus kan nog veel agressiever zijn. Daarop kunnen we maar beter voorbereid zijn. En zo denkt hij er nog steeds over. “We krijgen het wel onder controle. Ik denk ook dat we een vaccin krijgen, door de enorme internationale inzet.” Hij is ook positief over het beleid van het kabinet en het OMT sinds half maart. “Knap crisismanagement”, noemt hij het.

“Maar mooier is natuurlijk als je zo’n crisis kan voorkomen.” En dat kan: door een serieuze nationale defensie tegen infectieziekten op te tuigen, die altijd klaar staat om nieuwe virusaanvallen direct af te slaan. Dat zou veel dramatische sterfgevallen en grote economische schade voorkomen. “Je moet dan wel systematisch plannen maken. Bijvoorbeeld om honderden extra IC-verpleegkundigen op te leiden. In april zijn er stoomcursussen opgetuigd om bliksemsnel zulke verplegers op te leiden. Dat was knap, maar je moet dit structureel maken – zodat er bij een volgende crisis direct honderden zorgmedewerkers op te roepen zijn die getraind zijn voor de IC.”

Sneeuwschuivers
Cohen vergelijkt het met chirurgen die inzetbaar zijn voor het leger. Ze hebben een normale baan, maar zijn bij een crisis snel op te roepen. “Of denk aan de sneeuwschuivers op Schiphol. Die zijn bijna nooit nodig, maar je moet ze wél hebben. Dus zijn er mensen met een kantoorbaan die hiervoor getraind zijn. Als het hard sneeuwt, zijn ze dolblij dat ze op die machtige machines mogen.”

Er moet dus een reserveleger tegen de volgende pandemie komen. “Met een grote voorraad beschermingsmiddelen die ergens opgeslagen ligt. Misschien gaat die nooit gebruikt worden, maar dat moet je ervoor over hebben. Zo gaat dat ook met het echte leger, en met strategische olievoorraden.” Het kost een paar miljard – enkele JSF-vliegtuigen, zegt Cohen – maar het kan vele miljarden aan schade voorkomen.

Ook moeten er virusremmers en kandidaat-vaccins klaarliggen om direct te gaan testen. En er zal een vaccinfabriek nodig zijn, die snel een heleboel vaccindoses kan aanmaken. “Dat is nog wel spannend. Want hoe zorg je dat die productie gegarandeerd is?” Een voorbeeld is de commerciële vaccinfabriek Halix in Leiden, die nu miljoenen doses maakt van het Oxfordvaccin. Cohen vindt dat kwetsbaar. “Zij hadden nu ruimte, maar dat kan je niet permanent van ze eisen. Ze moeten ook geld verdienen en gaan echt niet stilstaan in afwachting van een epidemie. En stel dat ze net een vaccin tegen polio aan het maken zijn, kan de staat die fabriek dan vorderen – en moet dat poliovirus dan wachten?”

In een serieus virusdeltaplan hoort dus een zelfstandige vaccinfabriek thuis die op afroep inzetbaar is. “En die moet je niet in een laag gelegen polder zetten. Want bij een echt grote crisis kan die polder ook onder water lopen. Dan sta je alsnog met lege handen.”

Die nationale virusdefensie laat Cohen nog niet los. In 2004, na de SARS-epidemie is er een tijd lang aandacht geweest voor voorbereiding op de volgende pandemie. Maar daarna is dat verslapt en is de vaccinfabriek van het RIVM in Bilthoven zelfs aan India verkocht. “Maar deze crisis biedt een nieuwe kans”, gelooft hij. “Als je het nu structureel organiseert, kan je zo’n virusziekte straks veel sneller herkennen en beheersen.”

De honderd proefpersonen van Ingrid de Visser passen goed in Cohens defensieplan, als onderdeel van een ‘rapid tesforce’, als een virus met nieuwe vaccins ingedamd moet worden. De Visser is dan ook vast van plan om die pool van proefpersonen ook na de coronacrisis in stand te houden. Mensen moeten drie keer per jaar gekeurd worden en blijven dan snel beschikbaar als er een nieuwe epidemie bestreden moet worden.

De research voor deze rubriek over de Leidse regio en het coronavirus wordt mogelijk gemaakt door het Leids Mediafonds

Leiden Maatschappij Wetenschap De virus-estafette


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×