Deel dit bericht!  

Basisschool in coronatijd: leerlingen van De Singel kregen hun werkbladen thuisbezorgd

Hoe run je een basisschool in een achterstandswijk in coronatijd? Evi van der Meer, de bevlogen directeur van De Singel in Leiden Noord, vertelde er dinsdag over in het programma De Viruszomer bij Sleutelstad. Over kinderen die twee weken onvindbaar waren, leerkrachten die pakketjes rondbrachten en de herstart van de school in mei – waar de kinderen weer even moesten leren hoe je je in een klas samen prettig gedraagt.

Het was dinsdag de zesde en laatste aflevering van De Viruszomer, het praatprogramma met mensen die juist tijdens de coronacrisis een speciale rol speelden. Van de wetenschapsjournalist die probeert uit te leggen wat er aan de hand is tot de viroloog die op jacht is naar de zwakke plekken van het virus. Van Kamerlid tot huisarts en van epidemioloog tot schooldirecteur.

Die schooldirecteur is Evi van de Meer, sinds anderhalf jaar actief bij basisschool De Singel. Een goed draaiende school, vindt ze, met een gemotiveerd team. “Dat moet ook. Want zonder passie lukt het je niet op zo’n school.”

De school zit in het mooie pand Het Gebouw aan het Arubapad. Samen met twee andere scholen, plus voorzieningen zoals kinderopvang, jeugdzorg en bibliotheek. En er zijn ook buitenschoolse activiteiten, zoals “Natuur om de hoek”, verzorgd door Naturalis.

De kinderen gaan dan samen met een duiker in een sloot kijken en zien dan dat daar kreeftjes leven. Van der Meer vindt zulke dingen belangrijk, want ze zorgen dat kinderen zich breder ontwikkelen dan alleen maar leren rekenen en schrijven.

Scholen dicht
Maar toen kwam de coronacrisis. Van der Meer “Ik zat op donderdag in een bespreking te hoesten, toen Rutte aankondigde dat iedereen met klachten thuis moest blijven.” Dus vrijdag zat ze thuis en volgde daar het nieuws. En op zondag meldde het kabinet opeens: de scholen moeten dicht, per direct! Een krankzinnige situatie: “Ik ben direct plannen gaan maken: hoe zorgen we snel voor afstandsonderwijs?” Dat was hard aanpoten en met iedereen overleggen.

Tekst gaat verder onder de video

Kijk de volledige uitzending van De Viruszomer terug.

“De eerste zorg was: contact leggen met alle leerlingen. We hebben alle ouders een mail gestuurd. En wie niet reageerde, daar gingen we achterheen.” Soms duurde het wel twee weken voordat een gezin bereikt werd. “Maar wij geloofden in de lange adem. Gewoon contact blijven zoeken: per mail, Whatsapp en telefoon. Ook aanbellen – waar dan soms niet werd open gedaan.” Maar uiteindelijk kreeg de school toch alle leerlingen weer binnen boord.

Maar daarna ging het niet zomaar van een leien dakje. Had elk kind een laptop, en wat was er nog meer nodig? En soms kreeg een gezin geen grip op de kinderen: het ene kind was heel hard aan het werk, terwijl het broertje lekker in bed bleef liggen. “Toch was uiteindelijk iedereen thuis aan het leren.”

Filmpjes
En het onderwijs zelf? Van der Meer vertelt over leerkrachten die huis aan huis pakketjes les- en oefenmateriaal afleverden. Tegelijk werd het digitaal werken opgestart. “We waren net gestart met Snappet, een programma voor digitaal leren vanaf groep 5. Dat bleek een schot in de roos. Leerlingen konden snel aan de slag met sommen en taalopdrachten. De leerkracht kon op een dashboard hun vorderingen zien: hoe doen ze het, en is er op onderdelen nog extra instructie nodig.”

Bij de jongere kinderen bleek afstandsleren lastig. “Die kunnen nog niet zo veel digitaal. We bleven ze veel werkbladen geven: vouwwerkjes, kleurplaten. En daar gingen leerkrachten instructiefilmpjes bij maken – zodat ouders ook konden meedoen.”

Luisteren
Bij de herstart in mei bleken er wel wat leerachterstanden, maar Van der Meer vond dat niet het belangrijkste. Acht weken thuis zitten had ook sociaal en emotioneel veel met de kinderen gedaan. Ze waren ‘ontzettend blij om elkaar weer te zien’, maar daarmee ging nog niet alles goed. Ze moesten weer leren hoe je in een klas prettig met elkaar werkt.

“Die dingen pakken we altijd aan het begin van het schooljaar aan. Maar op 11 mei moesten we daar opnieuw mee beginnen.” Elke leerkracht moest de leerlingen weer mee te krijgen in het schoolse ritme: luisteren naar de leraar, zelfstandig en rustig werken, elkaar helpen. “Maar na een paar dagen werkte dat en was het weer gezellig.”

Op De Singel zijn er geen ziektegevallen door het coronavirus geweest. Wel bleken er twee kinderen besmet bij de buren van basisschool De Viersprong. Dat zorgde toch voor onrust. Ouders die bezorgd belden: kan mijn kind wel naar school. Andere ouders die besloten hun kind thuis te houden. Sommigen vonden zelfs dat de school dicht moest. Van der Meer moest uitleggen: beide scholen waren volledig gescheiden en er was dus geen enkel risico. En zo kon het onderwijs weer verder.

Tweede golf
Maandag gaat de school weer open. “En we hebben er heel veel zin in.” Het wel anders dan in andere jaren – met al het handen wassen en leermiddelen schoonmaken, en ouders die de school niet in mogen. Maar het belangrijkste is dát alles weer van start kan.

Zorgen zijn er ook, over een tweede coronagolf. “Dat kan best spannend worden”, vindt Van der Meer. Zelf denk ze niet dat de scholen weer gesloten worden. Maar toch zal een tweede golf zeker invloed hebben.

“Wat doe je als drie collega’s tegelijk ziek thuis zitten? Je krijgt dan ook te maken met angstige ouders, die hun kind thuis willen houden. Hoe doen we dat dan: aan die kinderen toch weer tijdelijk afstandsonderwijs geven? Daar hebben we nu ervaring mee, maar het is erg lastig om tegelijk een deel van de klas op school te hebben en een ander deel thuis. Het is bijna onmogelijk om beide groepen dan genoeg aandacht te geven.”

Klok kijken
Het wordt zeker geen gewoon schooljaar. Maar de start wordt wel behoorlijk normaal. Elke leerkracht weet hoe de groep ervoor staat en waar de eerste weken extra aandacht voor nodig is.

Een voorbeeld is het handschrift in groep 3. Leerlingen mogen de eerste maanden nog losse blokletters maken, maar in de loop van het jaar moeten ze letters aan elkaar gaan schrijven. “Dat luistert nauw. Je moet het oefenen en daar is veel begeleiding bij nodig. Die stap is nu niet zo goed gezet als andere jaren. Dus de leerkracht van groep 4 moet daar nu een inhaalslag maken.”

Iets dergelijks geldt voor het klokkijken: daar is groep 5 niet zo goed aan toe gekomen, dus daar ligt een taak voor de leerkracht van groep 6.

De research voor De Viruszomer is mede mogelijk gemaakt door het Leids Mediafonds