Er dreigt een wildgroei van commerciële coronatests, die zich niet allemaal aan de regels houden. Als eerste in Nederland heeft de GGD Hollands Midden daarom spelregels bekend gemaakt waar elke organisator van coronatests aan moet voldoen. De belangrijkste eisen: gebruik goedgekeurde testmethodes, onder toezicht van een arts, en meld alle positieve gevallen aan de GGD.
Zo wil de GGD greep op de pandemie houden. Want juist nu het vlotter loopt in de eigen teststraten, blijkt het aantal alternatieve aanbieders toe te nemen. Niemand heeft een precies overzicht hoeveel dat er zijn. Deels gaat het om ziekenhuizen of verpleeghuisorganisaties die tests voor het eigen personeel organiseren. Maar er zijn ook andere initiatieven. Wie even op internet zoekt, komt ze al snel tegen.
“Binnen 2 minuten een afspraak”, “Same day result”, of zelfs “Testresultaat binnen 15 minuten”. Met zulke slogans worden die tests aangeboden, voor bedragen tussen 70 en 200 euro. Bij de GGD is een test gratis, maar de tijdwinst of kortere reisafstand maakt de commerciële aanbieders toch vaak aantrekkelijk. En officieel mag iedereen coronatests organiseren, áls men zich maar aan de regels houdt. En daar schort het soms aan, merkte de GGD deze week.
Wettelijke plicht
Eigenlijk zijn de regels al lang duidelijk. Covid-19 is een ‘infectieziekte A’ en elke behandelende arts of medisch laboratorium is wettelijk verplicht om ziektegevallen bij de GGD te melden. Dat klinkt helder, maar de praktijk blijkt toch anders.
De GGD is wel de ‘ontvanger’ van meldingen, maar heeft zelf geen overzicht van commerciële testorganisaties. Het toezicht daarop ligt officieel bij de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Maar die erkende vanochtend: “Wij hebben geen compleet beeld”. En wie valt er eigenlijk aan te spreken als er bij een testlocatie geen arts aanwezig is? Daarover is de wet minder duidelijk.
Telefoontjes
Woensdag werd het de GGD duidelijk dat er dingen niet goed gingen, legt woordvoerder Carin Boon uit. “Het callcenter kreeg een reeks telefoontjes van mensen die zelf positief getest waren bij commerciële testraten waarvan wij niet eens wisten dat ze bestonden.”
Zo’n melding hoort door of namens een arts gedaan te worden, op een professionele manier en met toevoeging van de nodige gegevens. Als die plicht wordt afgeschoven op de patiënten, weet de GGD niet of ze wel alle meldingen binnen krijgt – en als mensen wél bellen is ook de status van de melding niet altijd duidelijk.
Zo verliezen de GGD en het RIVM het zicht op het virus. Daardoor kunnen ze lokale en regionale uitbraken missen en wordt ook het landelijke beeld minder duidelijk. Zo kan het kabinet minder goede beslissingen nemen. Die zorg leeft ook bij het kabinet, meldde minister Hugo de Jonge woensdag in de Kamer. Hij wil daarom samen met het RIVM en de Inspectie betere regels gaan opstellen.
Vier eisen
De GGD Hollands Midden wilde niet op die landelijke regels wachten en kwam daarom gisteren zelf met een tijdelijke regeling. Die wordt inmiddels ook door andere GGD’s gebruikt. Daarin worden aan commerciële aanbieders van coronatests vier duidelijke eisen gesteld.
Ten eerste moet er een officieel goedgekeurde testmethode gebruikt worden. Dat kan dezelfde PCR-test zijn die ook de GGD gebruikt. Met een strakke organisatie is daar ook al binnen enkele uren een uitslag mogelijk. Of één van de drie gevalideerde antigeentests: van Abbott, Roche of BD.
Die antigeentests werken ook met een wattenstaafje en zoeken in het lab naar sporen van het virus die sneller aan te tonen zijn. Maar deze methode is alleen betrouwbaar bij mensen die al flinke klachten hebben. Deze tests zijn dan ook niet goedgekeurd om te gebruiken bij mensen die (nog) geen of alleen milde klachten hebben.
Arts en lab
De andere drie eisen gaan allemaal over professionaliteit. Niet de patiënt maar de organisatie die de test afneemt, moet de uitslag melden. Er moet toezicht zijn van een geregistreerde arts. En als er met de PCR-test gewerkt is, moet de analyse door een erkend laboratorium gedaan zijn.
Het klinkt allemaal erg logisch, maar lang niet elke testorganisatie bleek afgelopen week aan al deze eisen te voldoen. Als je zelf uit de evenementenbranche of de horeca komt en je denkt dat de grote vraag naar coronatests een gat in de markt is, weet je dit soort dingen ook niet allemaal vanzelf.
Vingerprikje
Zo ging er deze week in Alphen een nieuwe sneltestlocatie van start, die er erg aantrekkelijk uitziet.
Je krijgt een vingerprikje en binnen een kwartier weet je of er in je bloed antistoffen tegen het virus zitten. Die test geeft volgens de organisator ‘99,9 procent zekerheid’.
Wat er niet bij gezegd wordt, is dat die zekerheid alleen achteraf geldt. In de eerste periode van de infectie, juist als iemand al behoorlijk besmettelijk is, worden er doorgaans nog geen antistoffen gevonden. Dus al schermt deze club ermee dat deze test aan ‘de strengste norm’ voldoet, voor het vinden van nieuwe besmettingen is hij niet geschikt. Het RIVM heeft hem daarom niet goedgekeurd.
Dit bericht past binnen het project “De coronamarathon”, dat wordt ondersteund door het Leids Mediafonds
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907