“Stel je hebt kinderen, dan is het toch makkelijk als je zelf hun kleren kan maken?” Of zelf een scheur repareren of een jurk of rok iets in te korten. Er zijn tal van redenen voor de vrouwen uit Leiden Zuid-West om naar de Buurtontmoetingsplek te komen voor de naailes.
In de Buurtontmoetingsplek (BOP) aan de Willem Klooslaan is er elke dag wel iets te doen. Koffie en thee drinken natuurlijk en een beetje kletsen met deze of gene. Al is dat wel wat lastig over het geratel van de naaimachines. Want naast de wekelijkse wandeling en de taalles, is er ook de naaiclub. Meestal op maandag- en donderdagmiddag.
Nog niet heel gestructureerd van opzet, maar animo is er zeker. Al komt niet iedereen om zelf te leren omgaan met de naaimachines. Soms is het makkelijker een van de ‘juffen’ te strikken om een jurk korter te maken of snel een sloop in elkaar te zetten. “Eigenlijk is het de bedoeling dat ze zelf leren naaien”, zegt Samira, een van die juffen, “maar ik kan niet zo goed nee zeggen.” En behendig laat ze de stof doorschuiven, terwijl ze de snelheid van de naaimachine een beetje aanpast.
In de podcastserie De Ladder volgen podcastmakers Andy Clark en Gerry van Bakel de mensen van de buurtontmoetingplek (BOP) aan de Willem Klooslaan, aflevering #5 gaat over de naaiclub.
In aflevering vijf van podcastserie De Ladder komen de juffen van de naailes aan het woord. Samira en Elide. Twee vrouwen met ieder hun eigen verhaal. Die allebei op een gegeven moment in Leiden Zuid-West terecht zijn gekomen en in de BOP. Goed en netjes kleding naaien, vraagt vooral geduld en toewijding, vinden ze allebei.
Podcastmakers Andy Clark en Gerry van Bakel hebben de afgelopen maanden de Buurtontmoetingsplek (BOP) aan de Willem Klooslaan in Leiden Zuid-West nader bekeken. Wie komen er, wat zoeken ze er? En vinden ze dat er ook. De nieuwe welzijnsorganisatie Buzz Leiden nam in 2020 haar intrek in de BOP. Of zoals directeur Kirsten Zitman het zegt: “We willen graag dicht bij de mensen zitten.”
Iets nieuws
Buzz Leiden richt zich op de mensen in de wijk die op de onderste treden van de participatieladder staan en willen hen vooruit helpen, stappen laten zetten. Hoe klein ook. Je eigen kleding kunnen repareren of zelfs iets heel nieuws maken, kan ook een hele stap vooruit zijn. Spaart nog geld uit ook.
Samira is een Koerdische vrouw van 46 jaar. Ze is geboren in Bagdad, de hoofdstad van Irak, en na haar huwelijk met een neef belandde ze in 2002 in Rijnsburg. Ze is niet uit Irak gevlucht voor de oorlog, maar wel getekend door de diverse oorlogen die eigenlijk zolang ze zich kan herinneren in haar vaderland gewoed hebben. Ze heeft heel wat bombardementen meegemaakt. “Het werd bijna normaal. Eerst bommen komen, dan gaan slapen.”
Klasgenootjes
Eén bombardement herinnert ze zich nog heel goed, het was midden jaren tachtig. Er vielen een of meerdere zware bommen heel dicht bij haar huis. In totaal vielen er zes- tot zevenhonderd doden. Ook klasgenootjes van Samira. “De volgende dag misten we een aantal meisjes op school.” Op de vraag of ze wel eens bang is geweest het niet te overleven, antwoordt Samira: “Natuurlijk was ik bang. We hadden een kleine schuilplek in de kelder. Een klein kamertje waar we soms wel met veertig mensen zaten.”
In 1990 besluiten Samira’s ouders dat het beter is als ze Bagdad verlaten en ze komen in een afgelegen dorpje terecht waar ze nog familie hebben wonen. “Alleen een kamertje, er was geen water en geen elektriciteit”, vertelt Samira. Ze loopt dagelijks kilometers ver om drinkwater te halen en hout om op te koken.
We kregen elke maand een doosje met boodschappen. Ik kwam nauwelijks buiten.
Een hard bestaan en ook als ze na zes jaar weer terug durven komen naar Bagdad is het leven moeilijk. “Er was niet echt meer oorlog, maar ook geen werk, geen medicijnen. We kregen elke maand een doosje met boodschappen. Ik kwam nauwelijks buiten.”
Inburgeringscursus
Op een gegeven moment komt er een neef die al een paar jaar in Nederland woont op bezoek. Hij vraagt Samira om met hem te trouwen. Ze zegt ja. Na de eenvoudige bruiloft moet ze nog bijna twee jaar wachten totdat ze ook naar Nederland kan. Uiteindelijk is Rijnsburg niet de plek waar ze hun kinderen naar school willen laten gaan en in 2008 verhuist het gezin naar Leiden.
Samira heeft in Bagdad alleen lagere school gedaan en heeft wat Nederlands geleerd tijdens haar inburgeringscursus. Nu wil ze vooral haar kinderen een beter leven geven en goed voor hen zorgen. In de BOP is ze gastvrouw en geeft ze naailes. “Ik ben een sociale vrouw, ik wil graag andere mensen helpen.”
De 68-jarige Elide kwam al in de jaren zeventig naar Nederland vanuit Turkije. Ze kwam met haar toenmalige man in Hengelo terecht om in de textielindustrie te gaan werken. Ze schaamt zich een beetje dat ze nog steeds niet goed Nederlands spreekt. “Het was toen niet nodig. We werkten met veel buitenlandse arbeidskrachten. We waren niet van plan voor altijd in Nederland te blijven.”
Ploegendienst
Elide en haar man krijgen vier kinderen en werken in ploegendienst om thuis alles goed te regelen. En deels met succes, want alle vier gaan ze studeren. In Leiden. Met Elide gaat het minder goed. Ze krijgt hartproblemen en haar huwelijk verslechtert. “Toen ik ziek werd, wilde mijn man van mij scheiden.”
Elide verhuist naar Leiderdorp om dichter bij haar kinderen te zijn, maar de nasleep van de scheiding zorgt voor verwijdering tussen haar en haar kinderen. Uiteindelijk zal ze haar kinderen bijna een jaar niet zien. “Een hele moeilijke en zware tijd”, zegt Elide, “ik ben moeder, wat doe ik zonder mijn kinderen?”
Die ene zegt tegen mij: Oma, jij praat slecht Nederlands, ik kan beter met jou lezen.
Gelukkig komt het met drie van haar kinderen goed en kan ze ook haar kleinkinderen weer zien. En met kinderlijk openhartigheid vertellen zij hun oma dat ze meer moet oefenen met haar Nederlands. “Die ene zegt tegen mij: Oma, jij praat slecht Nederlands, ik kan beter met jou lezen.” Elide kan er wel om lachen, maar probeert via de taalles zonder boeken haar Nederlands te verbeteren.
Knippen
Ze gaat ook graag mee wandelen, helpt met de tuin en geeft ook naailes. Zit ze toch weer in de textiel. “Ik vind het leuk om naailes te geven en andere mensen daarmee te helpen”, zegt Elide. “Ik heb het als meisje geleerd in Turkije toen ik acht jaar was. Leren naaien is niet moeilijk, je moet het willen leren. Knippen is lastiger.” Maar ook dan is er hoop als je maar veel oefent. En daarvoor kun je dan weer terecht bij de BOP. “Dit is wat we graag willen”, zegt ontwikkelmakelaar Marlies Tiepel van Buzz Leiden. “Activiteiten voor en door mensen uit de buurt.”
Dit is deel 5 van de podcastserie De Ladder over de mensen van de BOP in Leiden Zuid-West. Je kunt de De Ladder ook terugvinden in je favoriete podcastapp. Deze serie is tot stand gekomen dankzij een financiële bijdrage van het Leids Mediafonds.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907