(Foto: Sleutelstad)

LUMC: opening calamiteitenhospitaal protocol, maar 'wij konden het ook aan'

“Wij hadden in principe alle gewonden hier in de regio kunnen opvangen en verzorgen”, zegt traumachirurg Kees Bartlema van het Leids Universitair Medisch Centrum. Dat gebeurde niet omdat de meeste (licht)gewonden naar het calamiteitenhospitaal in Utrecht zijn gebracht. Mensen met de zwaarste verwondingen werden wel in de regio opgevangen. “Dat is protocol, zo zijn de afspraken en er is heel goed gehandeld”, zegt Mirjam de Jong, manager van het calamiteitenhospitaal.

Bartlema kijkt terug op een bewogen dinsdag. “Het was de eerste keer dat we ons nieuwe alarmeringssysteem in het echt gebruikten”, zegt hij daarover. “Vroeger hadden we bellijsten, maar dat is een heel kwetsbaar systeem. Lijsten raken zoek, ze zijn niet meer actueel, noem maar op.” Daarom heeft het LUMC een belcomputer aangeschaft.

“Daar oefenen we vaak mee en dan krijg je een computerstem die zegt ‘Dit is een oefening’. Afgelopen dinsdag werd ik om 3.45 uur wakker door een alarmgeluid en de gesproken melding ‘Opgeschaald naar fase 3, uw komst is dringend gewenst’. Dan moet je wel even schakelen.” Maar hij zag ook dat iedereen er goed gehoor aan gaf. Drie kwartier later was het traumacentrum in het LUMC volledig bemenst.

Traumacentrum
Het LUMC is een Level 1 traumacentrum, net als het HMC Westeinde in Den Haag. Dat betekent dat er 24 uur per dag de meest specialistische zorg geleverd kan worden, en dan ook nog aan forse aantallen patiënten als het moet. “Maar zeker als het rampenplan net in werking is gegaan moet je soms dingen doen die je normaal gesproken niet doet. En daar trainen we op.”

Datzelfde gebeurde ook in het Alrijne Ziekenhuis in Leiderdorp. Ook daar werd het rampenplan in werking gesteld. En net als in het LUMC was de spoedeisende hulp in mum van tijd op volle kracht, klaar om gewonden op te vangen.

Beeldvorming
Volgens Bartlema is het eerste uur na zo’n groot ongeluk de kwetsbaarste fase. “Er komt dan ook beeldvorming om de hoek kijken. Een ongeluk met twee treinen? Honderd betrokkenen? Later wordt dat vijftig, maar hoeveel gewonden? En hoe zwaar?” Dat wordt allemaal pas duidelijk als de hulpverlening goed op gang is gekomen.

“Wij hebben hier in het hele LUMC zo’n tweehonderd mensen in stelling gebracht voor de hulp aan gewonden”, zegt de traumachirurg. Ook het Alrijne was volledig voorbereid op een stevige toestroom. Maar zover kwam het niet.

Ambulances
Uiteindelijk gingen er twee zeer zwaar gewonde slachtoffers naar het LUMC, Alrijne kreeg vijf mensen binnen die iets minder zwaar gewond waren, maar wel naar een ziekenhuis moesten. HMC Westeinde zag twee ambulances binnenkomen met een zwaargewonde en een iets minder ernstig gewonde passagier. Tien mensen gingen uiteindelijk met de ambulance naar Utrecht waar het calamiteitenhospitaal was geopend.

“Het heeft ons wel wat verbaasd”, zegt Bartlema. “We hadden het samen met het Alrijne heel goed aangekund. En dan zijn er ook nog twee grote ziekenhuizen in Den Haag. Maar ik vermoed dat inzetcriteria zodanig waren dat ook het calamiteitenhospitaal erbij werd betrokken.” En dat blijkt te kloppen. De eerste beslissing wordt genomen op basis van informatie van de hulpdiensten ter plaatse denkt Mirjam de Jong van het calamiteitenhospitaal van het UMC Utrecht. “Normaal gesproken geeft de eerste ambulance ter plaatse het beeld door aan de meldkamer.”

Inschatting
“De eerste ambulance die bij het ongeluk aankwam moet een inschatting maken van de ernst”, legt De Jong uit. “Die heeft waarschijnlijk vier zwaar beschadigde treinstellen gezien en bovendien zou er ook brand zijn geweest. De informatie was dat er zo’n vijftig mensen op de trein moeten hebben gezeten.”

Maar op dat moment is nog niet duidelijk hoe die mensen eraan toe zijn. Dus gaan de hulpdiensten uit van het ernstigste scenario. Op basis van deze informatie treedt het zogenoemde gewondenspreidingsplan in werking. Dat is opgesteld door de veiligheidsregio’s samen met de ambulancediensten. “De zwaargewonden blijven in de regio, de minder zwaar gewonden gaan naar het calamiteitenhospitaal. Er is in ieder geval geen tijd voor discussie”, zegt De Jong. Zij is blij dat deze procedure is gevolgd. “De samenwerking met de veiligheidsregio ging ook erg goed.”

Gewondenspreidingsplan
Het calamiteitenhospitaal is er om bij grote rampen de ziekenhuizen in de regio te ontlasten zodat in de regio van het ongeval alle aandacht naar de zwaargewonden kan gaan. “Stel dat er tientallen mensen niet zwaargewond zijn, maar wel ziekenhuiszorg nodig hebben dan loopt een SEH volledig vast. Zeker omdat er dan ook nog familie naartoe komt. Bij vier gewonden heb je al snel acht tot tien familieleden die ook naar het ziekenhuis komen”, zegt De Jong. Het calamiteitenhospitaal is hier volgens haar ook beter op voorbereid dan een normaal ziekenhuis.

De Jong is dus blij dat de de beslissing is genomen om het gewondenspreidingsplan in werking te stellen. “De eerste ambulance heeft de juiste inschatting gemaakt. Het ergste wat je in zo’n geval kunt doen is het ongeval onderschatten. Dan vallen er onnodige slachtoffers, en dat vergeef je jezelf nooit.” Het betekent in dit geval wel dat er veel mensen wellicht onnodig uit hun bed zijn gebeld. “Tja, daar kom je ook wel weer overheen.”

Traumahelikopter
Kees Bartlema van het LUMC is het daarmee eens. Wel denkt hij dat er wellicht in de toekomst gekeken moet worden of het gewondenspreidingsplan kan worden bijgesteld als blijkt dat er bij een groot ongeluk toch minder mensen gewond zijn geraakt dan in eerste instantie gedacht. “Dat zie je ook bij de traumahelikopter. Die wordt ook standaard opgeroepen bij een bepaald soort ongeluk, maar afgebeld als de mensen op de grond het aan blijken te kunnen.”

112 Sleutelstad Leiden Maatschappij Voorschoten Treinongeluk bij Voorschoten


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×