Kampeerauto’s houden vergunning

Wethouder Ashley North komt terug op zijn besluit om geen parkeervergunningen meer te verlenen aan campers en camperbusjes. Dat schrijft de wethouder in een negen kantjes tellende brief aan de gemeenteraad.

De beleidswijziging volgt op een stroom van protest van eigenaren van campers die per 1 januari aanstaande hun vergunning zouden verliezen. In totaal gaat het in Leiden om 182 campers. Die zouden vanaf het nieuwe jaar een parkeerplek moeten vinden buiten het gebied waar een vergunning nodig is of een plek in een stalling. Veel mensen gaven aan dat ze hun camper ook voor dagelijks gebruik nodig hebben. Het verbannen van de camper naar een plek ver van hun woning zou er toe kunnen leiden dat veel mensen er een auto bij gaan kopen. Daarmee zou de gemeente het tegenovergestelde bereiken als wat de bedoeling van de aanpassing van de regels was. Meer plek voor personenauto’s in Leidse wijken.

North ging er steeds van uit dat dat zo’n vaart niet zou lopen. Het college had van de RDW begrepen dat het relatief eenvoudig is om een camper als personenauto te laten registreren. Het verwijderen van bijvoorbeeld een tafel, slaapgelegenheid, bergruimte of kookgelegenheid zou daarvoor voldoende zijn. Als één of meer van die  zaken verwijderd worden, zou er namelijk geen sprake meer zijn van een kampeerauto. Nader contact met de RDW bevestigt dat ook, maar toch maakt North nu een andere afweging. “Op basis van voortschrijdend denken”, ze schrijft hij. “De ene camper is de immers andere niet. Campers komen in alle soorten en maten.”

Wethouder Ashley North heeft nog eens goed nagedacht over het al dan niet afgeven van parkeervergunningen voor kleine kampeervoertuigen en komt tot de conclusie dat Leiden dat bij nader inzien wel blijft doen.

Onwenselijk
North wil de regels nu aanpassen. Daarbij komen alle busjes die korter zijn dan 6 meter en lager dan 2,40 meter alsnog in aanmerking voor een vergunning. Ook mogen ze permanent op straat parkeren, ongeacht de registratie of inrichting als personenauto, bedrijfsauto of kampeerauto. Kampeerauto’s die groter zijn dan genoemde afmetingen blijven gelden als een ‘onwenselijk groot voertuig’ dat niet in de straat geparkeerd mag worden. Ook kunnen die grotere campers geen vergunning krijgen.

Bewijslast
Omdat de gemeente op basis van het kenteken niet kan zien hoe groot een camper is, waarschuwt North dat de aanpassingen wel extra kosten met zich mee kunnen brengen. “Bepalend is welke afmetingen de kampeerauto’s hebben. De gemeente ontvangt hier niet automatisch informatie over. De gemeente is zelf ook geen keuringsinstantie en heeft er ook de mensen, middelen en bevoegdheden niet voor.” De bewijslast legt het college daarom bij de eigenaren van de kampeervoertuigen. Die moeten vanaf volgend jaar zelf aantonen dat hun camper binnen de toegestane afmetingen valt.

Omdat het aanpassen van de regels niet voor 1 januari 2024 lukt gaat de gemeente er met maatwerk voor zorgen dat eigenaren van kleine kampeerauto’s niet in de problemen komen als hun vergunning verloopt. Hierover ontvangen alle vergunninghouders die in september een brief hebben ontvangen over het niet verlengen van de vergunning, binnen twee weken een brief.

Motorrijtuigenbelasting
Een punt dat North nog aankaart, maar waar hij verder niet tegen op kan treden, is het feit dat voor de kampeerbusjes slechts 25 procent motorrijtuigenbelasting wordt betaald. Ook als ze als regulier vervoermiddel worden gebruikt. “Dat is in strijd met de wet op de motorrijtuigenbelasting, maar daar gaat de gemeente niet over”, zo schrijft de wethouder in zijn brief aan de raad. Het is volgens hem een zaak tussen het Rijk en de eigenaar van een kampeerauto. “Wel kunnen wij een beroep doen op de eigenaren die hun kampeerauto veelvuldig gebruiken. Breng vanuit solidariteit met je omgeving het handelen meer in lijn met de bedoeling van de wet en draag bij.” Het is volgens North heel eenvoudig om via de Belastingdienst te regelen dat je de volle mep gaat betalen.

Leiden Maatschappij Politiek Parkeervergunning campers