In de discussie over het percentage sociale huurwoningen bij nieuwbouwprojecten heeft Progressief Oegstgeest (PrO) de kant van haar coalitiegenoten gekozen en wethouder Huri Sahin daarmee in de kou laten staan. Dat is de belangrijkste conclusie na afloop van de uitgestelde commissievergadering Ruimte. Coalitiepartners VVD en CDA is het op die manier gelukt om de regionale norm voor sociale huurwoningen voorlopig buiten het Oegstgeester beleid te houden.
De uitgestelde commissievergadering was voor de oppositiepartijen de eerste mogelijkheid om hun ongenoegen te uiten over de ontstane situatie. “Wij vinden dat Oegstgeestenaren recht hebben op een verklaring”, zei fractievoorzitter Frits van Dissel (HvO) vlak na aanvang, “aangezien de gemeente ook het wachtgeld van Sahin gaat betalen.” Lokaal Oegstgeest wees er bij monde van fractievoorzitter Eelke van den Ouweelen op dat Oegstgeest ‘een buitengewoon capabele wethouder’ heeft verloren. “Wat is er donderdag nog voorgevallen kort voor haar vertrek?”
Verslaggever IJsbrand Terpstra in gesprek met wethouder Matthijs Huizing, PrO-raadslid Nico Janssen, VVD-steunfractielid Ruben van Duijvenvoorde en HvO-fractievoorzitter Frits van Dissel
‘Werkend compromis’
Op die vraag kwam aan het einde van de vergadering een antwoord. Bij de bespreking van de Woonvisie, waarin is vastgelegd hoe er in Oegstgeest wordt omgegaan met nieuwbouwprojecten, keerde de gehele coalitie (en D66) zich tegen het voorliggende collegevoorstel. Wethouder Sahin wilde met dat voorstel eerder gemaakte regionale afspraken formeel vastleggen. “Wij zijn echter van mening dat we eerst het woningmarktonderzoek af moeten wachten”, verwoordde partijgenoot en raadslid Nico Janssen het coalitiestandpunt namens Progressief Oegstgeest. Buiten de coalitie zou hij volmondig voor vastleggen van de norm hebben gepleit, maar in dit geval moest er ‘een werkend compromis worden gevonden’.
Coalitiepartijen VVD en CDA willen namelijk vooral meer woningen in het zogenoemde middensegment. “Dit voorstel richt zich alleen op het behalen van 25% sociale huur”, legt VVD-steunfractielid Ruben van Duijvenvoorde uit. “Maar wat we nodig hebben is een totaalvisie. Bouwen voor het segment net boven de sociale huur heeft namelijk ook effect op het aantal beschikbare sociale huurwoningen”, vindt hij, “omdat er dan sprake is van een betere doorstroming.” De verplichting van 25% sociale huurwoningen zou er bovendien voor kunnen zorgen dat die goedkope woningen vanuit winstoverwegingen gecompenseerd moeten worden met erg luxe woningen, waardoor er voor starters alsnog niet gebouwd wordt.
Formeel niks vastgelegd
Daarmee krijgt het ‘onoverbrugbare verschil’ dat oud-wethouder Huri Sahin afgelopen donderdag in dit dossier voorzag, na dagen van inhoudelijke radiostilte, gestalte. Want hoewel wethouder Matthijs Huizing nog wel aangaf dat hij zich de komende tijd graag aan de regionale norm houdt – ‘het college zal in Nieuw Rhijngeest-Zuid inzetten op 25% sociale woningbouw’ – betekent de afwijzing van het voorstel feitelijk dat er niets is vastgelegd. Het percentage sociale woningbouw in Oegstgeest blijft daarmee voorlopig op minimaal 15%, wat voor Sahin onverteerbaar was.
Later kan dat percentage alsnog wel worden veranderd. Afhankelijk van een woningmarktonderzoek dat de komende tijd zal worden uitgevoerd, zal over ongeveer een jaar namelijk opnieuw naar de Woonvisie worden gekeken. Maar ook dan blijft de regionale norm die in 2017 overeen werd gekomen in Holland Rijnland slechts ‘een leidraad’, legt Huizing uit. “Wij hebben destijds (bij het maken van de regionale afspraken, red.) aangeven dat wij ons het recht voorbehouden om van de norm af te wijken wanneer Oegstgeest dat noodzakelijk acht. Geen enkele gemeente is namelijk hetzelfde.”
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907